Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.2.3 Brandbeschermende bekleding<br />
Indien een reservoir en/of toebehoren op grond van 5.2.2 of 5.3.2 wordt voorzien van een<br />
brandbeschermende bekleding, moet deze voldoen aan 3.3.14. Keuring en herkeuring van<br />
brandbeschermende bekleding moet plaats vinden overeenkomstig 9.9 en 9.10 in het eerste deel van<br />
deze publicatie.<br />
Veiligheidskleppen en andere toebehoren die zijn aangesloten op een ondergronds reservoir of een<br />
terpreservoir moeten voorzien zijn van een brand beschermende bekleding die aan bovenstaande<br />
eisen voldoet.<br />
Indien de appendages brandveilig zijn uitgevoerd is een dergelijke bekleding niet vereist.<br />
5.2.4 Watersproei-installatie<br />
Indien een reservoir is voorzien van een watersproei-installatie moet deze gelijkmatig over het<br />
oppervlak van het reservoir ten minste 8 liter water per minuut per m 3 reservoir oppervlakte kunnen<br />
sproeien. De watersproei-installatie moet dan voortdurend zijn aangesloten op de watervoorziening<br />
zodat de installatie op ieder moment in bedrijf kan worden gesteld.<br />
Het niet-vorstvrije gedeelte van de watersproei-installatie moet droog worden gehouden. Indien de<br />
watersproei-installatie is aangesloten op de openbare waterleiding of op een andere voorziening die<br />
onder druk water suppleert moet de toevoerafsluiter op een vorstvrije plaats zijn opgesteld op een<br />
afstand van ten minste 15m van brandgevaarlijke objecten en van het reservoir zelf.<br />
5.2.5 Beveiliging tegen aanrijding; opschrift aflevertoestel<br />
Een <strong>LPG</strong>-reservoir, aflevertoestellen en eventueel nader te specificeren onderdelen van de installatie<br />
moeten dusdanig geplaatst zijn, dat er geen gevaar bestaat voor aanrijding.<br />
Indien een dergelijke plaats binnen de inrichting niet aanwezig is moet een voldoende afschermende<br />
constructie zijn aangebracht overeenkomstig 8.1.25 en 8.2.14 van de richtlijn CPR 8-I “<strong>Autogas</strong>”<br />
(vierde druk) het eerste deel van deze publicatie.<br />
Op of aan het aflevertoestel moet een te allen tijde duidelijk leesbaar opschrift van ten minste 50 mm<br />
hoge letters zijn aangebracht: “MOTOR AFZETTEN, ROKEN OPEN VUUR EN GASFLESSEN<br />
VULLEN VERBODEN. MAXIMUMVULLING 80%”.<br />
5.2.6 Toegankelijkheid voor onbevoegden<br />
Wanneer een <strong>LPG</strong>-reservoir geplaatst is op een terrein dat ongecontroleerd toegankelijk is voor<br />
onbevoegden, moet rond het reservoir een hekwerk of anderszins een voldoende afscherming zijn<br />
aangebracht overeenkomstig 8.1.24 van de richtlijn CPR 8-I “<strong>Autogas</strong>” (vierde druk) het eerste deel<br />
van deze publicatie. In andere gevallen kan worden volstaan met een afrastering van ten minste 1 m<br />
hoogte.<br />
Het hekwerk of de afrastering moet zich bevinden:<br />
• voor bovengrondse reservoirs op een afstand van ten minste 3 m van het reservoir;<br />
• voor terpreservoirs op een afstand van ten minste 1 m van de terpvoet;<br />
• voor ondergrondse reservoirs op een afstand van ten minste 1 m tot de horizontale projectie van<br />
het reservoir.<br />
5.2.7 Kathodische bescherming<br />
Tenzij op grond van een rapport van een erkend deskundige – bijvoorbeeld KIWA – kan worden<br />
aangetoond, dat de specifieke weerstand van de grond op de plaats waar het reservoir komt te liggen<br />
meer dan 100 Ohm.m bedraagt, moet het reservoir met de daarop aansluitende ondergrondse leidingen<br />
uitwendig tegen corrosie zijn beschermd door middel van een kathodische bescherming overeenkomstig<br />
8.1.23 van de richtlijn CPR 8-I “<strong>Autogas</strong>” (vierde druk) het eerste deel van deze publicatie.<br />
De kathodisch te beschermen delen van de installatie moeten elektrisch geïsoleerd zijn van geaarde<br />
objecten. De elektrische weerstand van de isolatoren, die hiervoor gebruikt worden dient bovengronds<br />
gemeten ten minste 100.000 Ohm te bedragen.<br />
De noodzaak voor het toepassen van kathodische bescherming kan ook ontstaan wanneer er, na het<br />
plaatsen van reservoir en leidingen, wordt aangevuld met zand met een te lage specifieke elektrische<br />
weerstand (zie 5.2.2).<br />
<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 106/141