25.12.2012 Views

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

• de minimum en maximum toelaatbare temperatuur in °C;<br />

• de datum van de laatste keuring en het goedkeuringsmerk van de keuringsinstantie.<br />

De stempelplaat moet onverbrekelijk en metallisch zijn verbonden met het reservoir. De stempelplaat<br />

moet zichtbaar zijn.<br />

8.1.11 Afwerking, uitwendige en brandbeschermende bekleding<br />

Een ondergronds of ingeterpt reservoir moet doelmatig tegen uitwendige corrosie beschermd zijn<br />

door het reservoir te voorzien van een asfaltbitumenbekleding volgens NEN 6910 (uitgave 1978) of<br />

van een epoxybekleding volgens NEN 6905 (ontwerp van 1978).<br />

Voordat de bekleding wordt aangebracht moet het reservoir uitwendig worden gereinigd door middel<br />

van beitsen of staalreinigen.<br />

Het beitsen moet, in verband met de eventueel toe te passen kathodische bescherming worden<br />

uitgevoerd overeenkomstig NEN 6901 (uitgave 1976). Het staalreinigen moet tot een reinheidsgraad<br />

Sa 2,5 zijn uitgevoerd overeenkomstig NEN 6901 (uitgave 1976).<br />

De asfaltbitumenbekleding moet zijn opgebouwd uit een hechtlaag, bestaande uit in oplossing<br />

gebrachte asfaltbitumen; een laag asfaltbitumen met een dikte van ten minste 5 mm en een kalklaag.<br />

De bekleding moet goed hechtend en poriënvrij zijn aangebracht overeenkomstig Nederlandse<br />

Praktijkrichtlijn NPR 6906.<br />

Door of namens KIWA moet worden gecontroleerd of de voorbehandeling en de toegepaste bekleding<br />

voldoen aan de gestelde eisen.<br />

De bekleding moet ter plaatse waar het reservoir wordt ingegraven, door of namens KIWA, worden<br />

gecontroleerd door afvonken en eventuele beschadigingen moeten worden bijgewerkt.<br />

Een bovengronds reservoirs moet, nadat de walshuid zorvuldig is verwijderd, uitwendig zijn voorzien<br />

van een warmtestraling reflecterende, corrosiewerende verf. Bovengrondse reservoirs met een inhoud<br />

groter dan 5 m 3 moeten zijn voorzien van een aansluitpunt voor een aardleiding. Bovengrondse reservoirs<br />

met een inhoud groter dan 5 m 3 moeten in verband met mogelijke bliksem inslag zijn geaard<br />

overeenkomstig NEN 1014.<br />

Indien bovengrondse delen van de installatie worden voorzien van brandbeschermende bekleding,<br />

moet deze bekleding voldoen aan de volgende:<br />

a. de bekleding moet zodanig zijn uitgevoerd, dat het vrijkomen van <strong>LPG</strong> (anders dan via een veiligheidsklep)<br />

wordt voorkomen als het reservoir gedurende 60 minuten wordt blootgesteld aan een<br />

plasbrand of een fakkelbrand;<br />

b. de bekleding moet in verhitte toestand zodanig blijven hechten aan de reservoirwand, dat deze niet<br />

door het blus- of koelwater wordt weggespoeld;<br />

c. de bekleding moet <strong>LPG</strong>-bestendig zijn;<br />

d. verificatie van de kwaliteit van de bekleding moet plaats vinden door test en onderzoek door TNO.<br />

Onder de brandbeschermende bekleding moet het reservoir zijn voorzien van een corrosiewerende<br />

laag.<br />

8.1.12 Veiligheidkleppen<br />

Het reservoir moet zijn voorzien van één of meer veerbelaste veiligheidskleppen die verzegeld en<br />

gestempeld zijn door de Dienst voor het Stoomwezen. Deze veiligheidskleppen moeten geschikt zijn<br />

voor <strong>LPG</strong>, direct zijn aangesloten op de dampruimte en zijn ingesteld op de beoordelingsdruk van het<br />

reservoir. De veiligheidskleppen moeten rechtstreeks zijn gemonteerd op de daarvoor bestemde aansluitflenzen<br />

van het reservoir, behoudens wanneer het een ondergronds, ingeterpt of bovengronds<br />

reservoir betreft ten behoeve waarvan vóór 1 juli 1984 een hinderwetvergunning is verleend.<br />

Meerdere veiligheidskleppen mogen door middel van een verzamelleiding zijn aangesloten op deze<br />

aansluitflenzen.<br />

De gezamenlijke capaciteit van de in bedrijf zijnde veiligheidskleppen moet, bepaald met lucht bij een<br />

druk die 20% boven de beoordelingsdruk ligt, ten minste gelijk zijn aan:<br />

Q = 0,3 x 10,66 x A 0,82 voor een ondergronds of ingeterpt reservoir;<br />

Q = 10,66 x A 0,82 voor een bovengronds reservoir.<br />

Q = de capaciteit in m 3 lucht per min. (lucht van 288 K (15°C) en met een druk van 100 kPa)<br />

A = het uitwendige oppervlak van het reservoir in m 2<br />

<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 38/141

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!