Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8.1.2 Keuring en beproeving reservoir<br />
Het reservoir moet voor de in gebruik name door de Dienst voor het Stoomwezen of een ingevolge de<br />
EEG-kaderrichtlijn 76/767/EEG aangewezen instantie zijn gekeurd en beproefd overeenkomstig het<br />
gestelde in de Regels. Als teken van goedkeuring moet op de stempelplaat van het reservoir de<br />
datum van goedkeuring en het kenmerk van de keuringsinstantie zijn ingeslagen.<br />
8.1.3 Druk en toelaatbare vullingsgraad<br />
Het reservoir moet geschikt zijn voor een beoordelingsdruk die ten minste gelijk is aan 1480 kPa (de<br />
maximale dampspanning van <strong>LPG</strong> bij 308 K (35°C)) en mag maximaal tot 90% met vloeibaar <strong>LPG</strong><br />
worden gevuld.<br />
8.1.4 Materiaalkeuze en temperatuur<br />
Het reservoir moet zijn vervaardigd van koolstofstaal of van gelegeerd staal dat geschikt is voor de<br />
laagst optredende metaaltemperatuur. Deze metaaltemperatuur mag echter niet meer dan 263 K<br />
(-10°C) bedragen bij een ondergronds of ingeterpt reservoir en 253 K (-20°C) bij een bovengronds<br />
reservoir.<br />
Toelichting<br />
Bij “koudkoken”, dat wil zeggen expansie naar atmosferische druk, kan een temperatuurdaling tot<br />
233 K (-40°C) optreden.<br />
8.1.5 Mangaten en ontluchtingsopeningen<br />
Het reservoir moet zijn voorzien van een rond mangat. Indien de lengte van het reservoir meer dan<br />
6m bedraagt, moeten in het reservoir, zover mogelijk van elkaar verwijderd, twee ronde mangaten<br />
aanwezig zijn, danwel één rond mangat en één ontluchtingsopening.<br />
Het mangat en de ontluchtingsopening van een ondergronds of ingeterpt reservoir moeten zijn<br />
aangebracht in de dampruimte aan de bovenzijde van het reservoir. De nominale diameter van het<br />
mangat van een reservoir met een inhoud groter dan 20 m 3 moet ten minste DN 600 bedragen,<br />
behoudens wanneer het een ondergronds, ingeterpt of bovengronds reservoir betreft ten behoeve<br />
waarvan vóór 1 juli 1984 een hinderwetvergunning is verleend.<br />
De inwendige diameter van het mangat van een reservoir met een inhoud van ten hoogste 20 m 3<br />
moet voldoen aan het gestelde in de Regels.<br />
De nominale diameter van de ontluchtingsopening moet ten minste DN 150 bedragen.<br />
Een ondergronds of ingeterpt reservoir mag geen andere openingen hebben dan mangaten en<br />
ontluchtingsopeningen, behoudens wanneer het een ondergronds of ingeterpt reservoir betreft ten<br />
behoeve waarvan vóór 1 juli 1984 een hinderwetvergunning is verleend.<br />
Het mangatdeksel en de afdichtflens van de ontluchtingsopening moeten met behulp van deugdelijke<br />
bouten en moeren zijn bevestigd aan de flens van het mangat respectievelijk de ontluchtingsopening,<br />
behoudens wanneer het een ondergronds, ingeterpt of bovengronds reservoir betreft ten behoeve<br />
waarvan vóór 1 juli 1984 een hinderwetvergunning is verleend.<br />
De flenzen van het mangat en de ontluchtingsopening moeten van het type voorlasflens zijn, behoudens<br />
wanneer het een ondergronds, ingeterpt of bovengronds reservoir betreft ten behoeve waarvan<br />
vóór 1 juli 1984 een hinderwetvergunning is verleend.<br />
De afdichting moet zodanig zijn uitgevoerd dat de pakking is opgesloten (bijvoorbeeld kamer/<br />
voorsprong of groef/rand) teneinde de kans op het uitblazen van de pakking minimaal te doen zijn.<br />
Bij de montage van de bevestigingsbouten moet ervoor worden zorg gedragen dat deze niet door<br />
inwateren aan corrosie worden blootgesteld door bijvoorbeeld doelmatig ingieten van de bouten en<br />
door afdichten van de ruimte tussen de flenzen met bitumen.<br />
Het mangatdeksel van het reservoir mag, teneinde een alternatieve dichtheidsbeproeving te kunnen<br />
toepassen, voorzien zijn van een snuffelpijpje op genoemd deksel. De afgesloten ruimte tussen flens<br />
en deksel dient hiertoe via een opening met de kleinste vrije doorlaat groter of gelijk aan 28 mm 2<br />
(middellijn 6 mm) in open verbinding te staan met genoemd snuffelpijpje.<br />
8.1.6 Aansluitingen en flenzen<br />
Het aantal aansluitingen op het reservoir moet zoveel mogelijk zijn beperkt. De aansluitingen voor het<br />
aftappen van vloeibaar <strong>LPG</strong>, voor de dampleiding en voor het vullen van het reservoir mogen niet zijn<br />
<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 36/141