25.12.2012 Views

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Toelichting<br />

Er blijft sprake van één leiding, indien in een leiding afsluiters en dergelijke zijn geïnstalleerd. Bij het<br />

bepalen van de inhoud van een leiding speelt de aanwezigheid van afsluiters of enige andere vorm<br />

van compartimentering van de leiding derhalve geen rol.<br />

8.2.18 Vulleiding en vulpunt<br />

De vloeistofleiding bestemd voor het vullen van het reservoir, moet aan het einde van deze leiding,<br />

gerekend vanaf het reservoir, zijn voorzien van een afsluiter. Deze afsluiter(s) moet(en) deugdelijk zijn<br />

ondersteund en mag (mogen) niet door onbevoegden kunnen worden bediend.<br />

Ondersteuning van de vulleiding is alleen noodzakelijk als de horizontale lengte van het bovengrondse<br />

gedeelte meer dan 0,5 m lang is.<br />

Zolang geen gebruik wordt gemaakt van de vloeistofleiding moet deze zijn afgedicht door middel van<br />

een blindflens of afsluitdop.<br />

Vóór de eindafsluiter van de vloeistofleiding moet een terugslagklep zijn aangebracht.<br />

Het eventueel afblazen van de vulslang moet geschieden naar de open lucht, waarbij ten hoogste<br />

1 kg <strong>LPG</strong> per keer mag worden afgeblazen. Indien het afblazen geschiedt door middel van een<br />

afblaasinrichting moet deze zijn voorzien van een verticale afvoerpijp die ten minste 3 m boven het<br />

maaiveld uitsteekt. De afvoerpijp moet zijn beschermd tegen regeninslag.<br />

8.2.19 Dubbelwandige flexibele leidingen met lekdetectie<br />

Bij toepassing van dubbelwandige flexibele leidingen, dient de ruimte tussen de binnen- en buitenwand<br />

(de spouw) voorzien te zijn van een permanent werkend lekdetectiesysteem, dat continu de<br />

druk in de spouw meet. Voor controle van deze druk is een aansluitmogelijkheid aanwezig met een<br />

al dan niet gemonteerde manometer. De spouw wordt middels een periodiek werkend automatisch<br />

navulsysteem gevuld met stikstof, onder een druk van ten minste de hoogst mogelijk optredende<br />

werkdruk vermeerderd met 4 bar. Bij toepassing van een programmeerbaar navulsysteem dient de<br />

programma-afloop duidelijk waarneembaar te zijn. Het tijdsinterval tussen twee navullingen mag niet<br />

kleiner zijn dan 24 uur en dient afgestemd te zijn op leidingtype en -lengte. Het lekdetectiesysteem<br />

dient “fail-safe” te zijn, d.w.z. zelfmeldend bij defecten (b.v. stroomuitval); explosieveilig gecertificeerd<br />

en voorzien van een noodstroomvoorziening voor minimaal 24 uur.<br />

De beheerder dient regelmatig een functiecontrole van het lekdetectiesysteem uit te voeren.<br />

Zodra de druk in de spouw lager is dan de hoogst mogelijk optredende werkdruk vermeerderd met<br />

2 bar, moeten alle op afstand bedienbare afsluiters op het reservoir automatisch sluiten en vergrendelen;<br />

het noodstopsysteem geaktiveerd worden en een akoestisch signaal gegeven worden op een<br />

plaats waar het doorgaans door het personeel waarneembaar is.<br />

8.2.20 Beveiliging tegen aanrijding, situering en aarding vulpunt<br />

Het vulpunt moet zich bovengronds bevinden.<br />

Het vulpunt moet voldoende tegen aanrijding zijn beschermd door een doelmatige vangrailconstructie<br />

volgens de Richtlijnen ROA VII van Rijkswaterstaat (uitgave november 1974), danwel door met beton<br />

gevulde stalen buizen met een middellijn van ten minste 100 mm en een hoogte van ten minste 0,6 m<br />

boven het maaiveld. Deze buizen moeten stevig zijn bevestigd. De afstand tussen de buizen mag niet<br />

meer bedragen dan 1 m. Andere gelijkwaardige bescherming tegen aanrijding is toegestaan.<br />

Het vulpunt moet op een dusdanige plaats zijn aangebracht dat de tankwagen tijdens het lossen zich<br />

bevindt op een geschikte en hiertoe bestemde plaats, waar het overige verkeer geen gevaar vormt<br />

voor de tankwagen. De tankwagenchauffeur moet tijdens het lossen een goed zicht hebben op de<br />

niveau-aanwijzing van het reservoir dat wordt gevuld. Hiertoe mag een niveau-aanwijzing ter plaatse<br />

van het vulpunt zijn aangebracht.<br />

Het vulpunt moet zijn geaard, waarbij de aardingsweerstand minder dan 1000 Ohm moet bedragen.<br />

Het vulpunt moet electrisch zijn geisoleerd van de rest van de installatie. De aarding moet zijn<br />

voorzien van een mogelijkheid voor het aansluiten van de verbindingskabel, genoemd in voorschrift<br />

10.13.7.<br />

8.2.21 Verbinding beveiligingssysteem tankwagen met stationaire installatie<br />

Het <strong>LPG</strong>-tankstation moet zijn uitgerust met zodanige voorzieningen, dat, indien de tankwagen uitwendig<br />

wordt verhit door een zodanige brand dat het bezwijken van het reservoir van de tankwagen het<br />

gevolg kan zijn, de op het opslagreservoir geinstalleerde op afstand bedienbare afsluiters automatisch<br />

<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 48/141

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!