Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
e. Alle doorvoeringen moeten bij voorkeur in de afdichtflens van de schacht aangebracht worden.<br />
Dit betreft:<br />
1. doorvoeringen voor elektrische energie;<br />
2. doorvoeringen voor bedienings- of beveiligingsleidingen (bijv. stikstof of hydraulische olie);<br />
3. doorvoeringen voor bedieningsstangen;<br />
4. doorvoeringen voor roterende assen.<br />
Bij alle doorvoeringen moeten zodanige voorzieningen getroffen zijn dat verhinderd wordt dat bij<br />
breuk van het doorgevoerde deel binnen het reservoir dit deel door de doorvoering naar buiten<br />
gedrukt wordt en <strong>LPG</strong> kan ontsnappen. De doorvoer van de elektriciteitsleidingen door de afdichtflens<br />
van de schacht moet in de dampruimte zijn aangebracht en mag niet bestaan uit een rechtstreekse<br />
kabeldoorvoer met warmteafdichting.<br />
De toegepaste doorvoerconstructie (b.v. pennen ingegoten in kunststofplaat) moet typegekeurd zijn<br />
door een EEG-keuringsinstantie op elektrische veiligheid bij toepassing in ruimten met gasontploffingsgevaar.<br />
De doorgevoerde bedienings- en beveiligingsleidingen moeten van gelegeerd of koolstofstaal zijn<br />
vervaardigd en moeten aan beide zijden van de afdichtflens van de schacht over hun gehele<br />
omtrek zijn vastgelast.<br />
Er moet voor gezorgd zijn dat geen <strong>LPG</strong> kan ontsnappen bij breuk van de doorgevoerde leiding<br />
binnen het reservoir:<br />
f. Bedieningsstangen mogen alleen kunnen draaien.<br />
Ze moeten van een afdichtingsconstructie zijn voorzien die het mogelijk maakt een eventuele<br />
lekkage te stoppen.<br />
g. Bij de afdichtingsconstructie van roterende assen moeten voorzieningen zijn getroffen die het<br />
mogelijk maken om een eventuele lekkage te stoppen. Dit kan door middel van de afsluiter tussen<br />
reservoir en schacht.<br />
Wanneer daartoe twee afdichtingen in serie geplaatst zijn moet een defect van de eerste kering<br />
gesignaleerd worden.<br />
h. De elektrische installatie moet voldoen aan NEN 1010. Alle op of in het reservoir aangebrachte<br />
elektrische apparatuur moet geaard zijn.<br />
De geaarde delen van pomp, motor en persleiding moeten zorgvuldig van het reservoir geïsoleerd<br />
worden.<br />
i. De gehele elektrische installatie binnen de schacht (motor, kabels en doorvoer) moet bestand zijn<br />
tegen <strong>LPG</strong> en tegen mogelijk optredende temperaturen en drukken: 233 K (-40°C) tot 313 K<br />
(+40°C); 25 bar.<br />
8.2.12 Uitvoering aflevertoestel<br />
Het aflevertoestel moet geschikt zijn voor <strong>LPG</strong> en een goedkeuring hebben van de Dienst voor het<br />
Stoomwezen. De kast om het aflevertoestel moet zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde zijn<br />
voorzien van twee tegenover elkaar liggende ventilatieopeningen. De gezamenlijke doorlaat van de<br />
openingen mag niet kleiner zijn dan 50 cm 2 .<br />
Aan of in het aflevertoestel moet een knop of handgreep zijn aangebracht die zo moet zijn ingericht<br />
dat aflevering van <strong>LPG</strong> alléén kan plaatsvinden door het met de hand indrukken van deze knop of<br />
handgreep. Deze knop of handgreep mag uitsluitend met de hand worden bediend. Bij het wegvallen<br />
van de druk op de knop of handgreep moet de aflevering van <strong>LPG</strong> automatisch en onmiddellijk<br />
stoppen (de dodemansknop).<br />
Indien vergunning is verleend ten behoeve van meerdere aflevertoestellen mogen twee aflevertoestellen<br />
zijn geplaatst in één kast.<br />
8.2.13 Uitvoering meerdere aflevertoestellen bij woningen binnen 20 m<br />
Het is verboden om bij een <strong>LPG</strong>-tankstation klasse A binnen een afstand van 20 meter van woningen<br />
of objecten categorie I en II een aflevertoestel bij te plaatsen. Indien bij een <strong>LPG</strong>-tankstation klasse B<br />
een afleverzuil wordt verplaatst of bijgeplaatst binnen 20 m afstand van woningen van derden of<br />
objecten categorie I en II en voor deze zuil na 1 juli 1985 een hinderwetvergunning (milieuvergunning)<br />
is of wordt verleend, moeten de bestaande en de bij te plaatsen afleverzuil zodanig zijn uitgerust dat<br />
bij het wegvallen van de druk op de in voorschrift 8.2.12 genoemde knop of handgreep de in de vloeistofafnameleiding(en)<br />
aanwezige, in voorschrift 8.2.8 genoemde afsluiter(s) automatisch sluit(en).<br />
<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 46/141