25.12.2012 Views

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Met betrekking tot de warmtestralingsintensiteit kunnen onder andere de volgende grenswaarden<br />

worden aangehouden.<br />

• pijngrens, langdurige blootstelling 1 kW/m 2<br />

• pijngrens, vluchtend 3 kW/m 2<br />

• pijngrens, 5 seconden blootstelling 10 kW/m 2<br />

• apparatuur, inclusief reservoirs 10 kW/m 2<br />

Hieronder zijn de vereiste minimumafstanden van <strong>LPG</strong>-reservoirs tot objecten op het terrein van de<br />

inrichting vermeld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ondergrondse c.q. ingeterpte <strong>LPG</strong>reservoirs<br />

en bovengrondse <strong>LPG</strong>-reservoirs.<br />

Wanneer het <strong>LPG</strong>-reservoir wordt geplaatst in de omgeving van opslag van brandbare vloeistoffen<br />

(bijvoorbeeld K1, K2 en K3 producten), dan dient het reservoir beschermd te worden tegen de<br />

stralingswarmte van een eventuele uitgestroomde hoeveelheid brandende vloeistof, die een plasbrand<br />

(brandpoel) heeft gevormd. Van belang zijn hierbij de afstand van het reservoir tot de brandpoel en de<br />

grootte van die poel, met name het oppervlak van de poel. Met behulp van het rapport “Methoden<br />

voor het berekenen van de fysische effecten van het incidenteel vrijkomen van gevaarlijke stoffen”<br />

(PGS 2) kan de afstand worden berekend, tot waar een warmtestraling van 10 kW/m 2 (maximaal toelaatbaar)<br />

kan worden verwacht.<br />

Afbeelding 11-I geeft het verband aan tussen de benodigde minimumafstand van het reservoir tot de<br />

rand van een mogelijke brandpoel en het oppervlak van die poel, waarbij de volgende aannamen zijn<br />

gedaan:<br />

• de gemiddelde vlamtemperatuur is 1073 K (800°C);<br />

• de emissie-coëfficiënt = 1 in de formule van Stefan-Boltzmann;<br />

• de warmtestransmissie-coëfficiënt in lucht = 1;<br />

• de verdamping van de brandende vloeistof bedraagt 0,092 kg/m 2 .s.<br />

Indien een opslagtank voor brandbare vloeistoffen geplaatst is in een tankput, bepaalt deze tankput<br />

de grootte van de mogelijke brandpoel.<br />

Indien een opslagtank voor brandbare vloeistoffen niet in een tankput is geplaatst en ook door de<br />

gesteldheid van het terrein noch anderszins een begrenzing aan de mogelijke brandpoel is gesteld,<br />

moeten voorzieningen worden getroffen opdat de brandpoeloppervlakte binnen bepaalde grenzen<br />

blijft.<br />

Wanneer het <strong>LPG</strong>-reservoir geplaatst wordt op een terrein in de omgeving van brandbare gebouwen,<br />

gebouwen met een brandbare inhoud of brandbare opslagen, dan moet het reservoir beschermd<br />

worden tegen de stralingswarmte ten gevolge van een eventueel in brand geraken van deze objecten.<br />

Andersom moeten objecten binnen de inrichting beschermd worden tegen een eventuele brand van<br />

<strong>LPG</strong>.<br />

Hieronder zijn de voorschriften vermeld die bij de inrichting van een <strong>LPG</strong>-tankstation in acht moeten<br />

worden genomen.<br />

11.2 Afstanden i.v.m. mogelijk verzamelen van <strong>LPG</strong> in laag gelegen ruimten<br />

Binnen 15 m van de horizontale projectie van het reservoir, het vulpunt en het aflevertoestel mogen<br />

geen putten die in open verbinding staan met de openbare riolering, kelderopeningen en aanzuigopeningen<br />

van ventilatiesystemen, gelegen op minder van 1,5 m boven het maaiveld, aanwezig zijn.<br />

Toelichting<br />

Rioolputten, voorzien van een altijd werkend deugdelijk waterslot, zijn afdoende om een open verbinding<br />

met de openbare riolering te voorkomen. Teneinde uitdrogen van het waterslot in droge perioden<br />

te voorkomen is in de regel een waterslothoogte van circa 500 mm voldoende.<br />

Ook kan worden volstaan met een centraal waterslot op de plaats waar de straatriolering uitmondt op<br />

de hoofdriolering. De aparte straatkolken behoeven dan niet van een extra lange sifon te zijn voorzien.<br />

Indien de riolering niet aansluit op een openbaar riool, maar rechtstreeks afwatert op een open water,<br />

is de toepassing van gasdichte straatkolken niet noodzakelijk.<br />

<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 68/141

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!