Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Autogas (LPG) - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1.9 Flenzen<br />
De tubelures van aansluitingen aan het reservoir moeten voorzien zijn van voorlasflenzen.<br />
Overschuifflenzen voor schachten van dompelpompen zijn toegestaan, mits deze van voldoende<br />
sterkte zijn en voorlasflenzen voor deze toepassing niet beschikbaar zijn.<br />
De afdichting moet zodanig zijn uitgevoerd, dat de pakking is opgesloten (bijvoorbeeld kamer/voorsprong<br />
of groef/rand), teneinde de kans op het uitblazen van de pakking minimaal te doen zijn.<br />
Flensverbindingen moeten met behulp van deugdelijke bouten en moeren tot stand zijn gebracht.<br />
Bij de montage moet ervoor worden zorggedragen dat de bevestigingsbouten niet door inwateren aan<br />
corrosie worden blootgesteld. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door doelmatig invetten van de bouten<br />
en door afdichting van de ruimten tussen de flenzen.<br />
Bouten van flensverbindingen die in directe aanraking met de corrosiebeschermende bekleding van<br />
het reservoir kunnen komen – zoals bij deksels van mangaten en ontluchtingsopeningen – kunnen<br />
beschermd worden door doelmatig ingieten en door afdichten van de ruimte tussen de flenzen met<br />
bitumen.<br />
3.1.10 Flenspakking<br />
De toe te passen pakkingen moeten zijn vervaardigd van <strong>LPG</strong> bestendig materiaal en moeten<br />
voldoen aan tabel 3-III.<br />
3.1.11 Stempelpaat<br />
Het reservoir moet zijn voorzien van een stempel plaat van doelmatig corrosiebestendig materiaal,<br />
waarop de volgende gegevens zijn ingeslagen.<br />
• het (Stoomwezen) registernummer,<br />
• de naam van het product;<br />
• de inhoud in m 3 ;<br />
• de toelaatbare vulinhoud in m 3 ;<br />
• het toelaatbare vulpercentage;<br />
• de effectieve beoordelingsdruk (werkdruk) in bar,<br />
• de effectieve persdruk in bar,<br />
• de minimum en maximum toelaatbare temperatuur in °C;<br />
• de datum van de laatste keuring en het goedkeuringsmerk van de keuringsinstantie.<br />
De stempelplaat moet wat afmetingen en indeling betreft, voldoen aan het model dat is aangegeven<br />
onder “kentekenen voor drukvaten” in de “Regels”. De stempelplaat moet onverbrekelijk en metallisch<br />
verbonden zijn met het reservoir. De stempelplaat moet zichtbaar zijn. Eventueel kunnen twee<br />
stempelplaten worden toegepast, één direct op het reservoir en één boven de grond, die met het<br />
reservoir is verbonden.<br />
3.1.12 Hijsplaten<br />
Het reservoir moet aan de bovenkant van het cilindrische deel zijn voorzien van twee deugdelijk<br />
geconstrueerde hijsplaten, symmetrisch aangebracht ten opzichte van het midden van het reservoir.<br />
Het hijsen en neerlaten van het reservoir mag uitsluitend leeg geschieden en door ophanging aan de<br />
hijsplaten.<br />
3.1.13 Uitwendige bekleding<br />
Voor de bescherming tegen uitwendige corrosie moet het reservoir zijn voorzien van asfaltbitumenbekleding<br />
volgens NEN 6910 of epoxybekleding volgens NEN 6905 (zie tabel 3-IV).<br />
Toelichting:<br />
Opgemerkt wordt dat asfaltbitumenbekleding kan worden aangetast door vrij op het grondwater<br />
aanwezige oplosmiddelen (bijvoorbeeld benzine). Controle hierop kan zo nodig geschieden door het<br />
slaan van peilbuizen. Indien kans op aantasting is aangetoond, moet de bitumenbekleding in overleg<br />
met een erkende deskundige – bijvoorbeeld KIWA – aangepast of vernieuwd worden.<br />
a. Voorbehandeling<br />
De voorbehandeling moet door middel van beitsen of door middel van straalreinigen geschieden.<br />
De voorbehandeling moet onmiddellijk worden gevolgd door het aanbrengen van de hechtlaag voor<br />
<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> 16 <strong>Autogas</strong> (<strong>LPG</strong>) Pagina 85/141