29.10.2012 Views

Leica SF 58 - Leica Camera AG

Leica SF 58 - Leica Camera AG

Leica SF 58 - Leica Camera AG

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De functie van stroboscopisch flitsen<br />

In de stroboscoopfunctie worden – zolang de sluiter van de camera opens staat<br />

– meerdere flitsen kort na elkaar ontstoken. Daardoor komen steeds die delen<br />

van het onderwerp die zich gedurende de belichting bewegen en in principe<br />

door het flitslicht belicht worden, meerdere malen in beeld. Dat is in het bijzonder<br />

interessant voor bewegingsstudies en effectopnamen.<br />

Aanwijzing:<br />

Om het effect van de afbeelding te benadrukken bevelen wij aan, het hoofdonderwerp<br />

tegen een donkere achtergrond (die niet door de flitser wordt verlicht)<br />

te fotograferen.<br />

Daar het ter beschikking staande totale vermogen bij een stroboscoopopname<br />

over meerdere flitsen verdeeld moet worden, is deze functie alleen met een<br />

deelvermogen van max. 1/4 van het totale vermogen te realiseren. Als gevolg<br />

daarvan zijn de mogelijke afstanden tot het onderwerp overeenkomstig minder<br />

groot. Daarom en omdat het vermogen van de flitsen niet verder kan worden<br />

veranderd, volgt het bepalen van de belichting net als bij de manualfunctie (zie<br />

bladz. 132).<br />

Het vermogen van de flitsen zelf wordt door de beide mogelijke instellingen<br />

vastgelegd – het aantal flitsen en de flitsfrequentie. Zowel de flitsfrequentie<br />

(aantal flitsen per seconde) als ook het aantal flitsen kan worden gekozen.<br />

Het instellen van de functie op de flitser (zie daarvoor ook: ‚Menusturing /<br />

instellen van de functies’, bladz. 118)<br />

1. Roep het functiemenu Mode op en<br />

2. kies dan uit de lijst.<br />

133<br />

Stroboscoop – aantal flitsen en flitsfrequentie<br />

Het aantal flitsen (N) en de flitsfrequentie (f) zijn van 2 tot 50, c.q. van 1 tot 50 in<br />

enkelvoudige stappen in te stellen. Het maximaal mogelijke met de hand in te<br />

stellen deelvermogen wordt daar automatisch aan aangepast. Het is afhankelijk<br />

van de ISO- en de diafragmawaarde. U kunt voor het verkrijgen van een korte<br />

flits het deelvermogen tot op de minimale waarde van 1/256 instellen (zie.<br />

bladz. 134).<br />

In de monitor wordt de voor de parameters geldige flitsafstand aangegeven.<br />

Mocht u echter uw hoofdonderwerp toch vanaf een andere afstand willen fotograferen<br />

(bijv. om creatieve redenen, of omdat de uitbreiding van de bewegingen<br />

dat vereist), dan kan de aangegeven afstandswaarde door het veranderen van<br />

de diafragmawaarde of van het deelvermogen, daaraan worden aangepast.<br />

Het instellen van het aantal flitsen en de flitsfrequentie (zie daarvoor<br />

ook: ‚Menusturing / instellen van de functies, bladz.118)<br />

1. Kies in het menu van de opnameparameters Set<br />

het menupunt N, c.q. f en<br />

2. daar respectievelijk de gewenste waarde.<br />

Aanwijzing:<br />

De hulpreflector wordt in de stroboscoopfunctie niet ondersteund.<br />

Zelfs als hij ingeschakeld zou zijn, flitst hij in de stroboscoopfunctie niet mee!<br />

In de monitor wordt hierbij het symbool voor de hulpreflector niet getoond!<br />

nederlands

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!