02.05.2013 Views

Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek

Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek

Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

KOLONIAAL VERSLAG <strong>1916</strong>.<br />

89 Hoofdstuk C, §§ 19 en 20. • 40<br />

terwijl bovendien 2 vrouwen en 2 kinderen, die zich tusschen<br />

de mannen bevonden, bij ongeluk doodelijk wei-den getroffen.<br />

Op baar terugweg bevreesd zijnde <strong>van</strong> uit. een karowari —<br />

een soort inaiineiiverblijf, waarin geesten worden gediend —<br />

beschoten te zullen worden, hetgeen even tevoren had plaats<br />

gehad, brandde de patrouille deze karowari af en kon toen<br />

ongedeerd veil rekken. Door het verbranden <strong>van</strong> de karowari<br />

gingen eenige nabijstaande kleine woningen eveneens in<br />

vlammen op.<br />

])e veiligheid <strong>van</strong> personen en goederen bleef, behalve in<br />

Noord-Halmanera en in de afdeeling Noord-Nieuw-Guinea,<br />

over het algemeen weinig te wenschen overlaten.<br />

De gezondheidstoestand was niet ongunstig, behalve op<br />

Halmahera, Batjan en in Noord-Nieuw-Guinea, waar, door<br />

geinis aan voldoende geneeskundige hulp, afkeer der be-<br />

\ nik ing <strong>van</strong> de Europeesche geneeswijze en door de onoordeelkundige<br />

behandeling, die de bevolking zelve toepast,<br />

buikziekten en koortsen betrekkelijk vele slachtoffers<br />

maakten. In Maart 1915 kwamen te Laboeha (Batjan) gevallen<br />

<strong>van</strong> buikziekten met choleraverschijnselen voor. Dank<br />

zij de algemeen toegepaste inenting met choleravaccin, week<br />

dé ziekte spoedig zonder een epidemisch karakter te hebben<br />

aangenomen. Zoowel op Salawati als op Waigeoé (beide in<br />

Noord-Nieuw-Guinea) droegen de mazelen, diè overigens in<br />

het gewest ook veel voorkomen, een epidemisch karakter;<br />

zeer vele personen stierven aan die ziekte.<br />

In Augustus 1915 verliet de bevolking <strong>van</strong> eenige kampongs<br />

op de westkust <strong>van</strong> het eiland Wetar (afd. Zuid-Timor<br />

en eilanden) hare nieuwe nederzettingen op aanstoken varf<br />

eenige hoofden, die de domme bevolking bang hadden gemaakt<br />

voor kwade geesten. Na zich aan<strong>van</strong>kelijk daartegen<br />

verzet te hebben, kwamen de in het woeste bergland teruggetrokken<br />

lieden ten slotte terug; de aanzetters werden gestraft.<br />

* , , ,<br />

In de laatste 5 maanden <strong>van</strong> 1915 keerden wederom vele<br />

Portugeesche onderdanen naar Oeikoessi terug. De beruchte<br />

roover Kehi Benani. die <strong>van</strong> uit Portugeesch gebied talrijke<br />

wan da den op Nederlandsch gebied heeft gepleegd, werd gedwongen<br />

om naar ons gebied uit te wi.iken, alwaar ni.i ge<strong>van</strong>gen<br />

genomen werd. ,• '<br />

Als waarnemend bestuurder <strong>van</strong> het landschap Amarasi<br />

(afd. Zuid-Timor en eilanden) trad, tijdens de minderjangheid<br />

<strong>van</strong> den rechthebbende, op Izaak Koro (Gouv. Bt. 30<br />

Nov. 1915 n°. 83). De bestuurder <strong>van</strong> het landschapje Amabi<br />

Öifeto werd wegens politieke kuiperijen (het op touw zetten<br />

<strong>van</strong> eene beweging om de oude rechten <strong>van</strong> zijne familie op<br />

het landschap Amanoeban weder te doen gelden) bij Gouv.<br />

Bt. 10 Nov. 1915 n°. 46 ontslagen. In afwachting <strong>van</strong> eene<br />

mogelijke samenvoeging <strong>van</strong> Amabi Oifeto met een nieuw<br />

te vormen landschap Koepang, werd in het bestuur <strong>van</strong> het<br />

bedoelde landschap slechts voorloopig voorzien.<br />

De bestuurders <strong>van</strong> de landschappen Arnfoan, Kolona,<br />

Batoelólong en Renggo, Soleiman Willem Taloni. Makoeni<br />

Maoe, Ris? Rera en Frederik Sjioen, legden de korte verklaringen<br />

af. welke werden goedgekeurd en bekrachtigd by<br />

Gouv/Bte. 26 Aug., 27 Aug. en 26 Aug. 1915 nos. 20, 36<br />

en 21.<br />

De bestuurder <strong>van</strong> Termanoe en Baa (eiland Roti) werd<br />

bij Gouv. Bt. .31 Juli 1915 n°. 27, op zijn verzoek, eervol<br />

<strong>van</strong> zijne waardigheid ontheven. Sedert zijn deze landschappén,<br />

zoomede Dengka en Lelain. Dehla en Oenale en<br />

Renggo en Oepao, twee aan twee vereenigd tot de zelfbesturende<br />

landschappen Lomakoli, Loahoeloe, Bolahaloe en<br />

Noeaalai (Gouv. Bt. 10 Mei <strong>1916</strong> n°. 21).<br />

In de onderafdeeling Sawoe kwam de vereeniging <strong>van</strong> de<br />

drie landschappen Seba, Timoe en Mesara (zie K. V. 1915<br />

kol. 43) onder den naam Sawoe, tot stand bij Gouv. Bt. 18<br />

Aug. 1015 n°. 45.<br />

Tn April 1915 doodde de bevolking <strong>van</strong> een kampongcomplex<br />

in Poereman (onderafd. Alor), die in verzet was<br />

gekomen tegen het wettig gezag, een der leden <strong>van</strong> het inlandsch<br />

bestuur <strong>van</strong> Madenang. die er heen'was gezonden om<br />

§ 20. TIMOR EN ONDER HOORIGHEDEN.<br />

In het Sentani-meergebied (afd. Noord-Nieuw Guiuea)<br />

deed zich eene ziekte voor onder de varkens, welke zich kenmerkte<br />

door hoesten, gevolgd door een kropgezwel; naar<br />

schatting bezweken daaraan een 1000-tal dieren. Overigens<br />

hebl>en zich geen besmettelijke veeziekten vertoond.<br />

De handel bleef, evenals in de laatste vier maanden <strong>van</strong><br />

1914, den nadeeligen invloed <strong>van</strong> den Europeeschen oorlog<br />

ondervinden. In de laatste maanden <strong>van</strong> 1915 herstelde zich,<br />

door de stijgende copra-prijzen en een vernieuwde vraag naar<br />

gomcopal, de uitvoer dezer producten weer op de gewone<br />

hoogte; ook rotan, ebbenhout en vogelhuiden werden weer<br />

uitgevoerd, doch nog slechts in zeer geringe hoeveelheden.<br />

De uitkomsten <strong>van</strong> den rijstbouw, die op droge velden in<br />

enkele streken <strong>van</strong> Halmahera en op de eilanden Tidore,<br />

Batjan en Obi wordt gedreven, waren gunstiger dan in 1914;<br />

de oogst was echter nog niet voldoende voor de behoefte der<br />

bevolking.<br />

De klapperaanplantingen ondergingen wederom eene belangrijke<br />

uitbreiding op Halmahera en omliggende eilanden,<br />

alsmede op de Obi-, Batjan- en Soela-eilanden en in Noord-<br />

Nieuw-Guinea. >,<br />

De uitkomsten <strong>van</strong> de zeevisch<strong>van</strong>gst waren bevredigend.<br />

Het Christendom bleef zich zoowel op Halmahera als in<br />

Noord-Nieuw-Guinea gestadig uitbreiden.<br />

de niet geregistreerde kamponglieden op te sporen. Bij de<br />

daarop gevolgde tusschenkomst <strong>van</strong> de mi lita ire macht<br />

sneuvelden en overleden aan bekomen wonden 40 kwaadwilligen.<br />

Nadat in Juni de hoofdaanlegger met bijna al zijne<br />

volgelingen waren opgevat, keerden orde en rust spoedig<br />

weder, zoodat de registratie» en herregistratie <strong>van</strong> de bevolking<br />

weder zonder moeielijkheden konden worden verricht.<br />

Door de bewoners <strong>van</strong> het bergcomplex Kamelelang in het<br />

landschap Koei werden in Juli vijandelijkheden gepleegd<br />

tegen den* bestuurder <strong>van</strong> dat landschap, waarbij eene<br />

nachtelijke poging om hem in zijn kampong Lerebaing te<br />

vermoorden mislukte. Bij deze gelegenheid werden 9 bewoners<br />

<strong>van</strong> die kampong gedood en 16 gewond, terwijl 27 huizen en<br />

een paar groote prauwen in de asch werden gelegd. De aanvallers<br />

lieten 6 dooden achter. Onwil om belasting op te<br />

brengen en heerendiensten te verrichten bleken de redenen<br />

<strong>van</strong> dit zeer plaatselijk verzet te zijn, waaraan door een<br />

krachtig militair optreden spoedig geheel de kop werd ingedrukt.<br />

' f<br />

In den nacht <strong>van</strong> 23 op 24 Maart <strong>1916</strong> overvielen 30 met<br />

klewang en pijl en boog gewapende bewoners <strong>van</strong> de bergkampong<br />

Nihing het tuinhuis <strong>van</strong> den kapitan maling <strong>van</strong><br />

Alor. Het huis werd in de asch gelegd; <strong>van</strong> de bewoners<br />

werden er bij eene poging tot verweer 3 gedood, terwijl er 1<br />

zwaar en de kapitan zelf licht gewond werden. Laatstgenoemde<br />

ontkwam naar de 'onderafdeelingshoofdplaats<br />

Kalabahi. Bij de vervolging <strong>van</strong> de kwaadwilligen werden er<br />

14 gedood, onder wie. een tweetal leiders. De reden <strong>van</strong>\ den<br />

overval is iiog onbekend. »<br />

Op het.eiland Alor had de vereeniging plaats <strong>van</strong> de landschappen<br />

Mataroe en Koei onder den bestuurder <strong>van</strong> laatstgenoemd<br />

landschap (Gouv. Bt. 12 Febr. <strong>1916</strong> n°. 45).<br />

De bestuurder <strong>van</strong> het met Goenoeng Moetis vergroote<br />

landschap Mollo (afd. Noord-Midden-Timor), Tabelak Oimatan,<br />

legde de korte verklaring af, welke werd goedgekeurd<br />

en bekrachtigd bij Gouv. Bt. 10 Mei <strong>1916</strong> n°. 8.<br />

De bestuurder <strong>van</strong> Beboki, die wegens knevelarij werd geschorst<br />

(zie K. V. 1915, kol. 42), stierf in ballingschap.<br />

De bestuurder <strong>van</strong> het landschap Amanatoeng (Zuid-<br />

Midden-Timor), Moetis Banoe Naik, werd wegens knevelarij<br />

veroordeeld tot verbanning. Hij werd in het bestuur opgevolgd<br />

door Koesa Ranoe Naik (Gouv. Bt. 18 Jan. .<strong>1916</strong> n°. 38).<br />

ïn de onderafdeeling Beloe kwam de vereeniging tot stand<br />

<strong>van</strong> de landschappen Alas Weolain, Liamali, Fatoe Aroein,<br />

Manoelea, Mandeo; Dirma, Lakekoen, Koesa, Waiwikoe en<br />

Waihale tot één landschap onder den naam Melakka, terwijl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!