Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KOLONIAAL VERSLAG 1910.<br />
.>•> Hoofdstuk I), S§ 3 en 4. 56<br />
Gedurende liet lijdvak, waarover deze paragraaf loopt<br />
(medio .Maart 1910 medio Maart <strong>1916</strong>) Jiadden krijgsverrichtingen<br />
plaati of irae gewapende tusschenkomst noodig in<br />
Atjeh en onderhoorighéden, in /Ie Westerafdeeliug <strong>van</strong><br />
Borneo, in de Zuider* en Ootterafdeeling <strong>van</strong> Borneo, in<br />
('clclics en onderhoorighéden, op Ceram (Ambdina), op Halmahera<br />
(Ternate) en oj) Tinior, Elores'. Adoenara, Lomblem,<br />
Xawoe, Alor, Soembawa en Soèmlxt (Tinior en onderhoorigheden).<br />
Aangezien die gebeurtenissen reeds zijn beschreven<br />
in hoofdstuk (\ kan Iner mei eenige algemeene opgaven<br />
worden volstaan.<br />
Gedurende <strong>1916</strong> kwamen in Atjeli aan, ter aanvulling <strong>van</strong><br />
de door evacuatie, pasporteering, gageering, pensionneering,<br />
overplaatsing, overlijden als anderszins ontstane open plaatten,<br />
626 militairen (onder wie 15 offioieren en onderluitenants),<br />
terwijl in de drie voorafgegane jaren 1912 tot en met<br />
1914 de aanvulling achtereenvolgens had bedragen 849, 660<br />
jen 901, onder wie 37, 36 en 35 offcieren en onderluitenants.<br />
Onder de in 1915 naar Atjeli gezonden aanvulling l>evonden<br />
zich 118 Europeanen, tégen 229, 185 en 215 in de jaren 1912<br />
tot en met' 1914 (met inbegrip <strong>van</strong> officieren en onderluitenante).<br />
De gedurende 1915 door de Atjehers aan onze troepen toegebrachte<br />
verliezen bedroegen 1 gesneuvelde (inlandsche<br />
mindere) en 6 gewonden (2 Amboineezen en 4 inlanders),<br />
<strong>van</strong> wie 1 inlander aan de bekomen wonden overleed; in<br />
1914 bedroegen de verliezen 6 gesneuvelden (1 Europeaan<br />
— officier —, 2 Amboineezen en 3 inlanders) en 28 gewonden<br />
(1 Europeaan, 14 Amboineezen en 13 inlanders), <strong>van</strong> wie<br />
2 Amboineezen aan de bekomen kwetsuren stierven. De<br />
Atjehers lieten in genoemd tijdvak 8 dood en in onze handen<br />
(in 1914 47 dooden en 6' gewonden); bovendien werden 11<br />
personen ge<strong>van</strong>gen genomen (in 1914 2), ongeacht degenen,<br />
die zich onderwierpen, na door onze patrouilles in het nauw<br />
te zijn gedreven.<br />
In Celebes en onderhoorighéden kwamen ter aanvulling<br />
aan 596 militairen, onder wie 77 Europeanen (nlider wie<br />
18 officieren en onderluitenants); in 1914 bedroeg de<br />
aanvulling 299 militairen, onder wie 24 officieren en<br />
onderluitenants. Onze .verliezen bedroegen 10 gewonden<br />
(3 Europeesche, 1 Amboineesche en 6 inlandsche minderen),<br />
<strong>van</strong> wie 1 Europeaan en 1 inlander aan de bekomen<br />
wonden overleden; in 1914 bedroegen de verliezen 11<br />
gewonden (1 onderluitenant, 3 Europeanen, 3 Amboineezen<br />
| 8. KKIJGNYKHKH «TINGEN.<br />
en 4 inlanders), <strong>van</strong> wie 3 Europeanen en 2 inlanders aan<br />
bekomen kwetsuren stierven. In onze handen vielen 77 dooden<br />
en 4 gewonden (in 1914 96 dooden en '^ gewonden); bovendien<br />
werden 572 personen — hieronder niet begrepen de wegens<br />
polit ie-overtW'dingen oj) verzoek <strong>van</strong> liet burgerlijk bestuur<br />
opgevatte lieden — in nechtenia gesteld (in 1911 1658). Aan<br />
haiidviiurwapenen werden buitgemaakt of ingeleverd 61 geweren,<br />
waaronder 9 achterladers en 1 revolver (in 1914 82<br />
geweren, waaronder 4 achterladers en 4 lila's).<br />
In Tinior én onderhoorighéden kwamen ter aanvulling aan<br />
366 militairen, onder wie 10 officieren, 1 onderluitenant en<br />
67 Europeesche minderen; in 1914 318 militairen onder wie<br />
11 officieren en onderluiteiiants. In onze handen vielen 91<br />
dooden en 36 gewonden (in 1914 43 dooden en 29 gewonden),<br />
terwijl 756 personen werden ge<strong>van</strong>gen genomen (in 1914 93<br />
personen). Buitgemaakt werden 4 handvuurwapenen (achterladers),<br />
waaronder 1 karabijn model '95 (in 1914 235 band*<br />
• vuurwapenen, waaronder 4 achterladers).<br />
In de AVesterafdeeling <strong>van</strong> Borneo bedroegen onze verliezen<br />
1 gewonde (inlander); in 1914 17 gesneuvelden (2<br />
Europeanen — onder wie 1 officier —, 9 Amboineezen en 6<br />
inlanders) en 38 gewonden (13 Europeanen — onder wie 4<br />
officieren —, 15 Amboineezen en 10 inlanders), <strong>van</strong> wie 6<br />
minderen (2 Europeanen, 1 Aml>oinees en 3 inlanders) aan<br />
de bekomen kwetsuren stierven. In onze handen vielen 12<br />
dooden, 1 gewonde en 477 ge<strong>van</strong>genen ; in 1914 bedroegen deze<br />
cijfers onderscheidenlijk 93, 17 en 509. Buitgemaakt of ingeleverd<br />
werden 4293 voorlaadgeweren, 9 revolvers en 7 pistolen<br />
; in 1914 3386 voorlaadgeweren, 11 achterladers, 3 repeteergeweren,<br />
1 pistool, 9 revolvers en 1 repeteerpistool.<br />
In de overige vorengenoemde gewesten bekwamen wij : in<br />
de residentie Ainboina 5 gesneuvelden (inlanders) en 49 gewonden<br />
(3 officieren, 1'onderluitenant, 2 Europeesche minderen.<br />
1 Amboinees en 42 inlandsche minderen), <strong>van</strong> wie 1<br />
inlander aan de bekomen wonden stierf; in 1914 1 gesneuvelde<br />
(inlander) en 10 gewonden (3 Europeanen — onder wie 1<br />
officier — en 7 inlanders), <strong>van</strong> wie 1 officier en 1 inlander<br />
aan de bekomen kwetsuren bezweken; in de Zuider- en Oosterafdeeling<br />
<strong>van</strong> Borneo 1 gesneuvelde (inlander) en 3 gewonden<br />
(1 officier, 1 Europeesche en 1 inlandsche mindere); in<br />
1914 1 gewonde (inlander) i ter Sumatra's Westkust 2 gesneuvelden<br />
(inlanders) en 3 gewonden (2 Europeanen en 1<br />
inlander), <strong>van</strong> wie 1 Europeaan aan de bekomen wonden overleed.<br />
S 4. KORPSEN MET RECHTSTREEKS TOT HET LEGER BEHOOREXDE.<br />
Voor de numerieke opgaven aangevende den toestand op<br />
uit. 1915 betreffende de schutterijen en de overige in deze<br />
paragraaf l>edoelde, op militairen voet ingerichte korpsen zij<br />
verwezen naar tabel 17 <strong>van</strong> bijlage 15.<br />
Aan de lijst <strong>van</strong> vrijstellingen voor den persoonlijken schutter'lijken<br />
dienst is uitbreiding gegeven bij Ord n . <strong>van</strong> 2 Juni,<br />
15 Juni en 16 Xov. 1915. 3 en 4 Tan. en 25 Maart <strong>1916</strong><br />
(Tnd. St. 1915 nos. 390, 409 en 654 en <strong>1916</strong> nos. 1. 8 en 291).<br />
Eene herziene regeling betreffende de vrijstelling <strong>van</strong> persoonlijken<br />
schutterlijken dienst en <strong>van</strong> de betaling <strong>van</strong> bijdragen<br />
l ) aan de schutterlijke kas voor enkele groepen <strong>van</strong><br />
personen is opgenomen in Ind. St. 1915 nos. 388 en 389. De,<br />
met betrekking tot den schutterliiken dienst bij ordonnantie<br />
in Tnd. St. 1910 n°. 348 getroffen bijzondere regeling ten aanzien<br />
<strong>van</strong> de op Java gevestigde burgerlijke en particuliere<br />
geneesheeren, is aangevuld bij Ord. <strong>van</strong> 27 Oct. 1915 (Ind.<br />
i) Bij Ord. <strong>van</strong> 27 Mei 1915 (Ind. St. n°. 377) zijn de commandanten <strong>van</strong><br />
de schutterijen lwvcegd verklaard, tot de uitgifte <strong>van</strong> d wangschrift en voor de<br />
invordering <strong>van</strong> contributiën, enz. aan schutterlijko kassen.<br />
St. n°. 613). Eene voorziening, voor het geval het personeel<br />
<strong>van</strong> het belastingkantoor te Batavia door ambtsbezigheden<br />
verhinderd wordt zijne schutterlijke plichten te vervullen, is<br />
getroffen bij Ord. <strong>van</strong> 9 Xov. 1915 (Ind. St. n°. 639).<br />
Voor enkale wijzigingen in de reglementen voor de verschillende<br />
korpsen schutterij zie men Órd n . <strong>van</strong> 14 en 22 Mei 24<br />
Aug., 1 Oct. en 18 Xov'. 1915, 7 Jan. en 30 Maart <strong>1916</strong> (Ind.<br />
St. 1915 poe. 360, 372, 515, 577 en 659 en <strong>1916</strong> nos. 14<br />
en 295).<br />
De regeling <strong>van</strong> de door den Gouverneur-Generaal als zoodanig<br />
erkende vrijwilligerskorpsen in Xederlandsch-Indië<br />
(Ind. St. 1902 n°. 331) is nader aangevuld bij Ord. <strong>van</strong><br />
4 Maart <strong>1916</strong> (Ind. St. n°. 241). De voorschriften' aangaande<br />
de verst rekking en verantwoording <strong>van</strong> en het te houden toezicht<br />
oj) wapening en munitie.dier korpsen ondergingen<br />
nadere wijziging bij Gouw Bt. 15 Oct. 1915 n". 24 (Bijbl.<br />
Ind. St. n°. 8388). Wat aangaat de verstrekking uit 'elande<br />
voorraad <strong>van</strong> munitie aan schietvereenigingen zie men Biibl.<br />
Tnd. St. n°. 8171.