Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Koloniaal Verslag van 1916 - Koninklijke Bibliotheek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KOLONIAAL VERSLAG ÏOIO.<br />
se Hoofdstuk E, | 1. 00<br />
By Ord. vim 86 Ocl. 1915 (Ind. St. n°. 611) kwam eene<br />
wijziging tot stand <strong>van</strong> de politioneele voorschriften voor<br />
vreemde oorlogsvaartuigen, welke zijn binnengeloopen en ten<br />
I I.<br />
Personeel. De gemiddelde sterkte over 1915 <strong>van</strong> het personeel<br />
der zeemacht bedroeg; 252 officieren, 1977 Europeesche<br />
en 1338 inlandsche onderofficieren en manschappen,<br />
in het geheel derhalve 35G7 koppen, tegen 3521 in 1914.<br />
Hoeveel koppen bij het einde <strong>van</strong> 1914 en 1915 waren ingeschreven<br />
in de rol <strong>van</strong> de in dienst zijnde schepen en inrichtingen<br />
der zeemacht en hoeveel hun aantal meer of<br />
minder bedroeg dan de ..bepaalde sterkte" blijkt ^zoowel<br />
voor de Indische militaire marine als voor het Nederlandsch<br />
eskader in Uost-Indië, uit bijlage C.<br />
Tevens doet «leze tabel in totaal kennen de .,l>epaalde" en<br />
,,aanwezige" sterkte aan officieren en aan verdere bemanning.<br />
afzonderlijk ook wat het machinedrijvers- en<br />
stokerspersoneel en het personeel <strong>van</strong> het korps mariniers<br />
betreft.. Ue aanneming <strong>van</strong> inlanders voor den zeedienst tot<br />
een beperkt aantal, in verband met de behoefte, was opengesteld<br />
bij de marinekazerne te Soerabaja en aan boord <strong>van</strong><br />
het flottielje vaartuig Assahan. De aanneming leverde geen<br />
moeielijkheden op. Zooals blijkt uit bijlage C is het aantal<br />
inlandsche schepelingen in 1915 slechts met 2 koppen vermeerderd.<br />
De gezondheidstoestand op de vloot was over het algemeen<br />
minder gunstig dan in 1914. hetgeen o.a. moet worden toegeschreven<br />
aan het langer verblijf der schepelingen in de<br />
tropeü. Moeraskoortsen en geslachtsziekten leveren nog steeds<br />
het grootste aantal ziektedagen. Als voorbehoedmiddel tegen<br />
eerstgenoemde ziekte werd aan de schepelingen kinine verstrekt,<br />
terwijl ook de geslachtsziekten door verschillende<br />
middelen bestreden werden. Met het droogleggen <strong>van</strong> gronden<br />
op kleine schaal werd bij het marine-etablissement te Soeraba<br />
ja doorgegaan. Van cholera kwamen slechts enkele gev;|jien<br />
voor: inenting tegen deze ziekte, zoomede tegen<br />
pokken werd op enkele schepen toegepast. Ook beri-beri en<br />
tvphus deden zich slechts sporadisch voor. Afgekeurd voor<br />
den dienst in de tropen werden 136 Europeesche schepelingen<br />
(in 1914 73). onder wie 14 officieren, en 12 inlanders<br />
(in 1914 19). Overleden door ziekte of ongeval zijn 12 Europeanen<br />
en 12 inlanders. ,<br />
Met het oog op de voorgenomen opleiding <strong>van</strong> inlanders<br />
tot oorloganatrooa, is bij Ord. <strong>van</strong> 20 Sept. 1915 (Ind. St.<br />
n". 656) eene nieuwe regeling <strong>van</strong> het korps inlandsche<br />
schepelingen vastgesteld. In verband hiermede zijn nop<br />
enkele voorzieningen getroffen, zooals: de voorloopige handhaving,<br />
onder de werking <strong>van</strong> gemelde regeling, <strong>van</strong> de<br />
voorschriften l>etreffende de opvatloonen. gerechts- en transport<br />
kosten, zoomede betreffende het beheer der nalatenschappen<br />
voor het korps inlandsche schepelingen (Ind. St.<br />
1915 n°. 557}: wijziging <strong>van</strong> de regiemenen en voorschriften<br />
betreffende de toekenning <strong>van</strong> pensioenen en onderstanden<br />
aan de inlandsche schepelingen en aan hunne weduwen en<br />
kinderen (Tnd. St. 1915 n°. 658); vaststelling <strong>van</strong> nieuwe<br />
K.<br />
Z E E M A C H T .<br />
anker gekomen op de reeden of in de zeegaten, havens en<br />
rivieren <strong>van</strong> Nederlandsch-Indië.<br />
KONINKLIJKE MARINE.<br />
voorschriften betreffende aanneming, reëengageering en ontslag<br />
<strong>van</strong> inlandsche schepelingen bij de' <strong>Koninklijke</strong> Marine<br />
in Nederlandsch-Indië (Ind. St. 1915 n°. 560) en vaststelling<br />
<strong>van</strong> een reglement voor de opleiding der inlandsche schepelingen<br />
(Ind. St. 1915 n°. 561).<br />
De bepalingen betreffende de bij afmonstering <strong>van</strong> schepelingen<br />
te stellen zekerheid voor hunne terugzending en verpleging<br />
zijn bij Ord. <strong>van</strong> 28 Juli 1915 (Ind. St. n°. 482) door<br />
eene nieuwe regeling ver<strong>van</strong>gen..<br />
Een nieuw voedingstarief voor de inlandsche schepelingen<br />
der oorlogsmarine is vastgesteld bij Gouv. Bt. 3 Juni 1915<br />
n°. 33.<br />
*<br />
Materieel. Het Nederlandsch eskader bestond in den aanvaug<br />
<strong>van</strong> het verslagjaar uit de pantserschepen: De Zeven<br />
Provinciën, Tromp, Hertoy Hendrik en Koningin Regentes<br />
en de torpedobootjagers Jakhals, Bulhond, Lynx, Hermelijn<br />
l'antcr en Vos. Het op 25 November 1915 naar Nederland<br />
vertrokken pautserschip Hertor) Hendrik werd op 17 December<br />
d.a.v. ver<strong>van</strong>gen door het zusterschip De Riiyter. Op<br />
1 Februari <strong>1916</strong> werden de torpedobootjagers Wolf en Fret<br />
in dienst gesteld, ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de Jakhals en Bulhond.<br />
Van de Indische militaire marine waren in den aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />
het verslagjaar in' dienst 2 flottieljevaartuigen, 2 flottieljevaartuigen-mijneulegger,<br />
4 opnemings<strong>van</strong>rtuigen en — op<br />
de Cerberus na —' alle torpedobooten. Het flottieljevaartuig<br />
Assahan werd op 1 Februari <strong>1916</strong> ver<strong>van</strong>gen door de Mataram,<br />
zoodat op liet einde <strong>van</strong> het verslagjaar in dienst waren<br />
de flottieljevaartuigen-mijnenlegger Sihoga en Serdana, de<br />
flottieljevaartuigen Mataram en Koetei. de opnemingsvaartuigen<br />
Van Doorn, Sumbaira, Van Gcogh en tjombok en de<br />
torpedobnoten Hydra, Scylla. Minotaurus, Python, Sphinjc,<br />
Draak, Krokodil en Zeeslanrj. Als munitiescliepen bleven te<br />
Soerabaja het voormalig pautserschip Prins Hendrik der<br />
Nederlanden en het voormalig flottieljevaartuig Makasser.<br />
Opgaven betreffende de bedrijfskosten <strong>van</strong> de schepen en<br />
<strong>van</strong>'enkele maritieme inrichtingen aan den wal gedurende<br />
1915 treft men aan in tabel 4 <strong>van</strong> bijlage C. ,<br />
Steenkolen. In verband met de <strong>van</strong> de vloot gevergde<br />
diensten was het kolenverbruik grooter dan in 1914, waarbij<br />
nog valt op te merken dat ook de pantserschepen en torp'edoboot<br />
jagers gedeeltelijk Indische kolen gebruikten. Het aantal<br />
plaatten, waar tijdelijk Cardiff-kolen opgeslagen werden om<br />
de schepen <strong>van</strong> het Nederlandsch eskader steeds de noodige<br />
brandstof te verzekeren, werd uitgebreid.<br />
Buiten de marine-opslagplaatsen zijn gedurende het verslagjaar<br />
door de onder het departement der Marine behoorende<br />
schepen slechts weinig steenkolen in Oost-Tndische<br />
en in buitenlandsche havens aangekocht.