Toelichting op archeologische waarden- en ... - Belvedere
Toelichting op archeologische waarden- en ... - Belvedere
Toelichting op archeologische waarden- en ... - Belvedere
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
RAAP-RAPPORT 1688<br />
mel<strong>en</strong> geschiedde. In het grootste deel van<br />
Nederland, waaronder het rivier<strong>en</strong>gebied, is<br />
deze lev<strong>en</strong>swijze tot in het begin of midd<strong>en</strong> van<br />
de Late Ste<strong>en</strong>tijd (Vroeg-Midd<strong>en</strong> Neolithicum)<br />
gehandhaafd.<br />
In de warmere <strong>en</strong> vochtigere periode van het<br />
Holoce<strong>en</strong> (vanaf ca. 9500 voor Chr.) veranderde<br />
de vegetatie geleidelijk <strong>en</strong> nam de diversiteit<br />
aan wild <strong>en</strong> vis toe. Daarvan maakte de m<strong>en</strong>s<br />
dankbaar gebruik bij zijn poging<strong>en</strong> om zoveel<br />
mogelijk bronn<strong>en</strong> in de natuurlijke omgeving te<br />
b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. De jager-verzamelaars trokk<strong>en</strong> door<br />
het landschap <strong>en</strong> verblev<strong>en</strong> slechts tijdelijk <strong>op</strong><br />
e<strong>en</strong> bepaalde plaats. Waarschijnlijk liet<strong>en</strong> ze<br />
zich met name leid<strong>en</strong> door (jaarlijkse) migratiepatron<strong>en</strong><br />
van wild (<strong>en</strong> viss<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de oogstperiode<br />
van verschill<strong>en</strong>de wilde plant<strong>en</strong> in specifieke<br />
landschapp<strong>en</strong>. Ze maakt<strong>en</strong> gebruik van<br />
vuurst<strong>en</strong><strong>en</strong> werktuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewap<strong>en</strong>ing, waarvan<br />
bewerkte vuurst<strong>en</strong><strong>en</strong> spits<strong>en</strong> <strong>en</strong> kling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
belangrijk onderdeel vormd<strong>en</strong>. Bij de kampvur<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> de pleisterplaats<strong>en</strong> verwerkte m<strong>en</strong> de jachtbuit<br />
<strong>en</strong> herstelde m<strong>en</strong> de schade aan de uitrusting.<br />
Spor<strong>en</strong> van dergelijke jagerskamp<strong>en</strong>, met<br />
rest<strong>en</strong> van kampvur<strong>en</strong> (houtskool <strong>en</strong> verbrande<br />
aarde <strong>en</strong> leem), gereedschap <strong>en</strong> vuurste<strong>en</strong>afval<br />
zijn binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te Lingewaal niet bek<strong>en</strong>d.<br />
Dit is niet verwonderlijk, aangezi<strong>en</strong> het hiermee<br />
corresponder<strong>en</strong>de landschap zich circa 7 tot 9<br />
m b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het huidige maaiveld bevindt.<br />
Neolithicum<br />
In het uiterste zuid<strong>en</strong> van Nederland (het<br />
Limburgse lössgebied) vestigd<strong>en</strong> zich al vanaf<br />
5300 voor Chr. de eerste boer<strong>en</strong>. Verder naar<br />
het noord<strong>en</strong> trokk<strong>en</strong> nog lang kleine groep<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het ritme van de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> rond <strong>op</strong><br />
zoek naar voedsel. In de lo<strong>op</strong> van het Midd<strong>en</strong><br />
Neolithicum (ca. 4900 voor Chr.) begon m<strong>en</strong><br />
ook in het rivier<strong>en</strong>gebied over te gaan <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
sed<strong>en</strong>taire leefwijze met veeteelt <strong>en</strong> land-<br />
104<br />
bouw als voornaamste voedselbronn<strong>en</strong>. Er<br />
ontstond<strong>en</strong> verspreid over de bewoonbare<br />
grond<strong>en</strong> (stroomgordels, crevass<strong>en</strong>, zand<strong>op</strong>duiking<strong>en</strong>)<br />
kleine agrarische nederzetting<strong>en</strong><br />
(waarschijnlijk vaak slechts één boerderij). M<strong>en</strong><br />
hield met name runder<strong>en</strong> <strong>en</strong> vark<strong>en</strong>s, die beter<br />
dan schap<strong>en</strong> in de relatief natte komgebied<strong>en</strong><br />
geweid kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het nieuwe gebruik<br />
van uit klei gebakk<strong>en</strong> vaatwerk wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
als e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk van deze tijd beschouwd. In<br />
het rivier<strong>en</strong>gebied woond<strong>en</strong> vanaf het Midd<strong>en</strong><br />
Neolithicum de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de Vlaarding<strong>en</strong>cultuur<br />
(ca. 3500-2500 voor Chr.). Op de overweg<strong>en</strong>d<br />
beboste oeverwall<strong>en</strong> langs de rivier<strong>en</strong><br />
woond<strong>en</strong> deze boer<strong>en</strong> in sed<strong>en</strong>taire nederzetting<strong>en</strong>.<br />
Naast akkerbouw <strong>en</strong> veeteelt bleef ook<br />
de jacht nog lange tijd van betek<strong>en</strong>is in de voedselvoorzi<strong>en</strong>ing.<br />
De <strong>op</strong>bouw van het landschap wijst <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
rustig <strong>en</strong> gevarieerd milieu met gunstige<br />
bewoningsmogelijkhed<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> neolithische<br />
vindplaats<strong>en</strong> <strong>op</strong> de meandergordels ligg<strong>en</strong>,<br />
correspondeert de einddatering van deze meandergordels<br />
over het algeme<strong>en</strong> met de neolithische<br />
bewoningsfase. Dit komt overe<strong>en</strong> met<br />
het uitgangspunt dat e<strong>en</strong> meandergordel zeer<br />
aantrekkelijk wordt voor bewoning indi<strong>en</strong> deze<br />
over zijn bloeifase he<strong>en</strong> is <strong>en</strong> nog wel <strong>op</strong><strong>en</strong><br />
water bevat in de vorm van (rest)geul<strong>en</strong>.<br />
Al eerder is <strong>op</strong>gemerkt dat de diepteligging van<br />
neolithische <strong>en</strong> prehistorische vindplaats<strong>en</strong><br />
sterk kan variër<strong>en</strong>. De diepteligging is sterk<br />
afhankelijk van de lokale situatie. In het algeme<strong>en</strong><br />
kan gesteld word<strong>en</strong> dat <strong>op</strong> de dagzom<strong>en</strong>de<br />
hooggeleg<strong>en</strong> prehistorische meandergordels<br />
de vindplaats<strong>en</strong> (vrijwel) aan het<br />
maaiveld ligg<strong>en</strong> (bijv. Eig<strong>en</strong>blok), terwijl deze<br />
in diepgeleg<strong>en</strong> prehistorische meandergordels<br />
<strong>en</strong> complex<strong>en</strong> van oeverzones met crevassesystem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> komafzetting<strong>en</strong> zijn afgedekt.