You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Frits van Dongen<br />
‘We moeten ook de ruimtelijke component beschouwen van<br />
nieuwe verschijnselen zoals de stadslandbouw. We zien ‘how food<br />
changes our economy’. En er dus de vraag rijst hoe we dat een<br />
kans geven in de fysieke structuur van de stad.’<br />
We kunnen zo herstellen waar in de jaren vijftig en zestig<br />
toch wel het failliet van de stedenbouw tot stand is gebracht.<br />
De creatie van het open blok samen met de functiescheiding<br />
heeft volgens hem elke stedelijkheid eruit gehaald. Slimme<br />
verdichting op hoofdroutes, ook met andere functies in de<br />
plint, kan de sociaal-maatschappelijke structuur verbeteren.<br />
Frits van Dongen verwijst naar het boek Terug naar de stad<br />
van Jos Gadet waarin hij analyseert hoe we deze ‘stadsuitleg’<br />
weer aan het rollen krijgen en waar nu de stad stopt en dood<br />
valt. Dit zien we goed op plekken waar de vooroorlogse stad<br />
overgaat in de naoorlogse met zijn resolute scheiding van<br />
functies en gebruik. Gadet biedt met een minutieuze ruimtelijke<br />
analyse van sociaal-maatschappelijke fenomenen een<br />
nieuwe manier van kijken. Hoe de stad gebruikt wordt, waar de collectiviteit zit,<br />
van café tot shop. Dit is een uitnodiging aan de vakgemeenschap net zo precies te<br />
zijn alvorens met een plan te beginnen. Het kan in deze tijd waarin de plannen<br />
niet meer vanzelf gaan een handvat zijn een nieuwe praktijk uit te vinden die veel<br />
dichter op het echte functioneren van de stad staat. Dat is een van dé opgaven van<br />
deze tijd stelt hij, voor de politiek om daar leiding aan te geven, voor de vakman<br />
om ruimtelijke interventiestrategieën uit te vinden die over het leven in de concrete<br />
stad gaan. We refereren aan de werkwijze in Antwerpen onder leiding van<br />
burgemeester Patrick Janssens, die samen met stedenbouwkundigen het stadsproject<br />
initieert waar bevolking en vakman samen de stad maken. Waar de openbare<br />
ruimte samengaat met de bebouwingsvoorstellen, samen met de functie voor de<br />
stadsbewoner. Optimistisch en pragmatisch, via een communicatieve benadering.<br />
Veel meer vanuit een bijna ambachtelijke manier van samen kijken naar de stad,<br />
Schets van de Harmonie in Leeuwarden, van de hand van Frits van Dongen.<br />
Zijn culturele gebouwen hebben altijd een overmaat die tot ontmoeten en<br />
feesten uitnodigt. Ze zijn nooit saai en hebben kleur, iets waar de meeste<br />
architecten bang voor zijn. Daarom maakt hij zoveel van die gebouwen:<br />
theater, bioscoop, feestzaal of conservatorium, high en low culture, met<br />
even veel plezier.<br />
Van Dongen over de Harmonie in<br />
Leeuwarden: ‘Een theater gaat<br />
over ruimte, ruimte en ruimte.<br />
Ruimte waar je van alles kunt<br />
doen, dat is mijn definitie voor<br />
publieke gebouwen. De foyer is een<br />
potentiële feestruimte. Dat weet<br />
je doordat je de gebruiker een rol<br />
geeft in het ontwerpproces en zo<br />
kunt ontleden wat dat voor het<br />
ontwerp betekent. Je verplaatst<br />
je in die gebruiker. Anders kun je<br />
geen uitgaansgebouw maken.’<br />
hoe de stad echt werkt vanuit de dagelijkse bewoner, zo verwacht hij, dan de verwachting<br />
dat een stel jonge honden ons met één idee zal redden. We moeten dan<br />
toegeven dat veel plannen nu niet (meer) kloppen, omdat ze niet gefundeerd zijn<br />
op een goede analyse van de stad, van de morfologie, de historie en het dagelijkse<br />
gebruik. Misschien komen we nu uit een tijd waar ook teveel een theoretisch kader<br />
over de stad werd gelegd zonder goed naar die stad zelf te kijken. Dan zien we,<br />
zegt hij ineens, dat in het plan voor de Spoorzone in Delft de blokken niet kloppen,<br />
de stegen een verkeerde richting hebben, terwijl er in het naastgelegen gebied<br />
initiatieven zijn die erdoorheen willen, naar de binnenstad, maar dat niet kunnen.<br />
Terwijl een plan dat juist moet accommoderen. We maken niet de stad, we zijn de<br />
stad, zou Janssens zeggen. We moeten puzzelen, heel rationeel analyseren hoe de<br />
stad werkt, juist ook vanuit de context en de overmaat in het publieke domein, net<br />
als in een theater waar de foyer de stad kan huisvesten, en zich opent naar de stad.<br />
En dan komen we weer bij dat vakmanschap, het ambacht, dat zich verbindt met de<br />
samenleving. De ontwerper die communiceert, die in staat is zijn kennis te delen.<br />
De nieuwe tijd<br />
In de tas van Frits van Dongen zit dan ook dat boek van Gadet wat voor hem nu een<br />
bijbeltje is, zoals hij zegt. Voor hem formuleert dit boek de opgave voor de steden,<br />
vanuit de dagelijkse werkelijkheid hoe mensen de stad maken en hoe de fysieke<br />
structuur daarvoor de condities geeft. Het staat vol aanstrepingen en het geeft een<br />
begrippenkader voor de nieuwe tijd. ‘Urban fabric’ is de stad<br />
van de relatieve afstand, zegt Gadet, waar contacten in het<br />
stadsweefsel besloten liggen, face to face kunnen zijn, en niet<br />
in de weidsheid van de theoretische concepten uit de wederopbouw<br />
met hun open verkaveling en functiescheiding. Het<br />
zit vol ‘third places’, waar de stedelingen elkaar spontaan ontmoeten,<br />
een thuis terwijl je van huis bent, en waaromheen<br />
een nieuwe stedelijke economie ontstaat van nieuwe diensten<br />
en werk. De dichtheid van bewoning zorgt voor veel klanten.<br />
Daardoor is er leven op straat, een komen en gaan. Het is<br />
de herontdekking van de straat, het continue patroon van<br />
actieve straatwanden waar allerlei functies kunnen neerstrijken,<br />
een verzilvering van het gedachtegoed van Jane Jacobs’<br />
The Death and Life of Great American Cities uit 1961, waarin zij<br />
de vloer aanveegde met de moderne cityplanning van de<br />
vooruitgang met monofunctionele en uiteengelegde gardencities<br />
en al. Haar boek had even invloed in de jaren zestig en<br />
zeventig, in de tijd dat we kleinschaligheid en menselijke<br />
schaal omarmden voordat de snel toenemende welvaart ons<br />
geloof in de maakbare mens ervoor in de plaats stelde. Het is<br />
dan ook niet verwonderlijk dat juist dit boek van Gadet in de<br />
tas van onze rijksbouwmeester zit, want hierin vindt hij de<br />
56 inspiring space inspiring space 57