06.05.2013 Views

Rondom bestand van 2005 22-1 dd 7-12-10 - Zoeken Beheer

Rondom bestand van 2005 22-1 dd 7-12-10 - Zoeken Beheer

Rondom bestand van 2005 22-1 dd 7-12-10 - Zoeken Beheer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>2005</strong> <strong>22</strong>/1 RONDOM DEN HERDENBERGH<br />

Tijdschrift <strong>van</strong> de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving<br />

Lidmaatschap € 15,00 per kalenderjaar<br />

Ledenadministratie en contributie: G. Wolbink, Alb. Risaeusstraat 8c, 7772 AV Hardenberg,<br />

tel.: 0523-267036<br />

Secretariaat:<br />

Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres:<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, tel.: 0523-265624<br />

Openingstijden: ma-di-do-vr.: 09.00-<strong>12</strong>.00 uur Internet:<br />

www.historiekamer.nl E-mail: info@historiekamer.nl<br />

Bestuur:<br />

H. Hoving, voorzitter, Boslaan 34, 7771 DR Hardenberg, tel.: 0523-262048<br />

vacature secretaris<br />

Mevr. G. Bakker-Altena, penningmeester, Berlinerstrasse 61, 49824 Emlichheim,<br />

tel.: 0049-5943984544<br />

Mevr. A. v.d. Kamp-Wildeboer, algemeen adjunct, Polberg 59, 7772 EW Hardenberg,<br />

tel.:0523-260093<br />

Mevr. H. Reinders, A. Risaeusstraat 16,7772 AV Hardenberg, tel.: 0523-266515<br />

J.G.E. Sierink, Dennenkamp 8, 7772 MA Hardenberg, tel.: 0523-260443<br />

Mevr. F.G. Mulder-Scholtens, Van Raesfeltallee 14, 7773 AB. Hardenberg, tel.: 0523-27<strong>10</strong>50<br />

Mevr. D. Reefman, Hoornblad 15, 7772 MG Hardenberg, tel.: 0523-266241<br />

F. Hamhuis, Esweg 32a, 7771 CR Hardenberg, tel.: 0523-261433<br />

L. Odink, Zwartedijk 29a, 7775 PA Lutten, tel.: 0523-681850<br />

Redactiecommissie:<br />

Redactieadres:<br />

Mevr. D. Hesselink-Zweers<br />

Mevr. J. Luisman-de Jonge<br />

K, Oosterkamp, eindredacteur, tel.: 0523-263<strong>10</strong>4<br />

A. de Roo<br />

E. Wolbink<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg<br />

Bankrelatie:<br />

Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg (Postrek.nr.v.d.Bank: 81<strong>22</strong>63)<br />

POSTBANK rekeningnr. 2985515<br />

ISSN: 1380-3921<br />

Inhoud<br />

Van de redactie<br />

Monumentale herinnering in Lutten<br />

De boerderij <strong>van</strong> Weerts<br />

Hongerwinter 1945<br />

Plat ni-js<br />

Dichter en lezer (3)<br />

Pastores in Heemse 91)<br />

Uit Salland's Volksblad 1905<br />

K. Oosterkamp<br />

F.L Meijler<br />

J. <strong>van</strong> Heeren-Jongkoen<br />

J. Luisman-de Jonge<br />

K. Oosterkamp<br />

A. de Roo<br />

D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink<br />

Bijdragen voor het volgende nummer uiterlijk op 7 mei <strong>2005</strong> inleveren.<br />

Het overnemen <strong>van</strong> artikelen of gedeelten daar<strong>van</strong> uit dit tijdschrift mag alleen na daartoe verkregen<br />

toestemming <strong>van</strong> de redactie.<br />

pag.<br />

1<br />

2<br />

7<br />

15<br />

<strong>22</strong><br />

26<br />

31<br />

35


Van de redactie<br />

We streven ernaar om in het eerste nummer <strong>van</strong> eenjaargang in een bijdrage aandacht te schenken<br />

aan een bepaald aspect uit de Tweede Wereldoorlog. In dit herdenkingsjaar is het passend om<br />

daaraan wat extra aandacht te besteden. Zo staan we stil bij de monumenten in Lutten en<br />

Kloosterhaar, terwijl in een heel bijzonder artikel de hongerwinter wordt beschreven. Daarnaast<br />

treft u een voortzetting aan <strong>van</strong> de bespreking <strong>van</strong> Van der Grafts gedichten over Hardenberg,<br />

wordt in de dialectrubriek het voorjaar 'gesprokkeld', blikken we in de krant een eeuw terug en treft<br />

u het eerste deel <strong>van</strong> het overzicht <strong>van</strong> de 'herders <strong>van</strong> Heemse' aan.<br />

Stationsgebouw Hardenberg<br />

Een eeuw geleden, op 1 februari 1905, werd het traject Ommen-Hardenberg <strong>van</strong> de<br />

Noordoosterlocaalspoorweg-Mij. in exploitatie genomen. Op die dag sprak burgemeester Van<br />

Ittersum tot een verzamelde menigte bij het nieuw-gebouwde station de volgende woorden: "Zoo is<br />

dan Hardenberg thans door een ijzeren weg niet alleen verbonden met de hoofdstad <strong>van</strong> ons gewest<br />

maar met heel het land en met heel Europa."<br />

In vier afleveringen heeft de heer Jan H. Kompagnie in '<strong>Rondom</strong> den Herdenbergh' deze spoorwegaansluiting<br />

beschreven onder de titel: 'De os verdrongen door het ijzeren ros' in de nummers<br />

5/3 1988 en 6/1, 6/2, 6/3 <strong>van</strong> 1989. Deze nummers zijn nog verkrijgbaar bij de Historische<br />

Vereniging.<br />

Met dank aan J. Woertel voor het gebruik <strong>van</strong> deze kaart anno 1905.<br />

1


Monumentale herinnering in Lutten<br />

In het plantsoentje voor de Hervormde kerk te Lutten staat een monument ter herdenking <strong>van</strong> de<br />

gevallenen in Lutten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In deze bijdrage willen we proberen monumenten)<br />

en personen die vielen in Lutten zo goed mogelijk te documenteren, 'opdat wij ook hen<br />

niet vergeten'.<br />

Het monument<br />

Het bestaat uit een vrij grote plaquette met<br />

tekst, geplaatst tegen en op een gemetselde<br />

achter- en ondergrond. Onder de plaquette is<br />

plaats voor enige perkplanten, terwijl het<br />

geheel omlijst wordt door groenblijvende<br />

heesters. De afstand tot het trottoir is slechts<br />

enkele meters en de toegang wordt afgesloten<br />

door een hekwerk. De tekst is even sober als<br />

het monument zelf:<br />

1940 - 1945<br />

Voor hen<br />

die<br />

vielen<br />

W. Sebel<br />

4-4-1901 31-3-1945<br />

A. J. Kerkdijk<br />

<strong>12</strong>-3-1907 <strong>10</strong>-<strong>12</strong>-1942<br />

H. E. Gouwe<br />

28-4-1923 23-9-1944<br />

L. Smit<br />

2-4-1927 5-<strong>12</strong>-1944<br />

Al spoedig na de bevrijding ontstond de<br />

behoefte om de gevallenen te eren met een<br />

gedenkteken. Bovendien wilde men op die<br />

manier latere generaties de mogelijkheid bieden<br />

om te herinneren en te herdenken. Op 3<br />

februari 1948 wordt er een verzoek ingediend<br />

om in Lutten een monument op te richten en<br />

op 25 juni wordt formeel de toestemming verleend.<br />

Ook de plek is dan bekend: voor de<br />

Hervormde kerk. In het Salland's Volksblad<br />

<strong>van</strong> 2 juli 1948 lezen we de motivatie: Het<br />

wordt geplaatst voor de Hervormde kerk<br />

2<br />

K. Oosterkamp<br />

Het monument te Lutten<br />

omdat 't daar de geschiktste plaats is, daar zich<br />

hier achter het kerkhof bevindt. Een<br />

begraafplaats is bij uitstek de plaats <strong>van</strong> en<br />

voor iedereen en ook de vier op het monument<br />

genoemde personen ha<strong>dd</strong>en hier hun laatste<br />

rustplaats gekregen.<br />

Het monument was ontworpen en werd ook<br />

uitgevoerd door de heer H. J. <strong>van</strong> Dijk, aannemer<br />

ter plaatse.<br />

Op 4 december 1948 vindt tijdens een door<br />

velen bezochte plechtigheid de onthulling<br />

plaats. Diverse sprekers staan stil bij de<br />

gebeurtenissen uit de oorlog en bij de personen<br />

die door het monument worden herdacht.


Zij die vielen<br />

W. Sebel 4-4-1901 31-3-1945<br />

Willem Sebel was geboren en opgegroeid in<br />

Vlaardingen. Na een periode gediend te hebben<br />

bij de marechaussee in Zwolle, werd hij<br />

benoemd tot rijksveldwachter in Hardenberg.<br />

Na enige tijd vestigde het gezin zich in Lutten.<br />

In de bezettingsjaren was Willem actief in het<br />

verzet door koeriersdiensten te vervullen. Hij<br />

was bij de ondergrondse actief in het doorgeven<br />

<strong>van</strong> berichten, vaak over Joodse landgenoten,<br />

maar in het bijzonder over neergehaalde<br />

geallieerde piloten. Bovendien verkeerde hij<br />

door zijn ambt in de positie om soms berichten<br />

op te <strong>van</strong>gen over snode plannen <strong>van</strong> de<br />

bezetters. Waar hij kon, probeerde hij mensen<br />

te helpen en op tijd te waarschuwen, zodat<br />

menig actie <strong>van</strong> de bezetters mislukte. Toen hij<br />

op een kwade dag met de verzetsgroep vergaderde<br />

in het klooster in Zwolle, vielen de<br />

Duitsers binnen. Vermoedelijk is er verraad in<br />

het spel geweest. De groep werd gearresteerd<br />

en ge<strong>van</strong>gen gezet. Toen enige tijd daarna een<br />

sabotageactie op de Berkumer spoorbrug werd<br />

uitgevoerd door het verzet, werden vijf mensen<br />

uit de ge<strong>van</strong>genis gehaald en door de vijand als<br />

represaille op 31 maart 1945, in het zicht <strong>van</strong><br />

de bevrijding, gefusilleerd. Onder hen was<br />

Willem Sebel. Nadat de lichamen een dag lang<br />

als waarschuwing waren blijven liggen,<br />

werden ze vrijgegeven. Op een bakfiets werd<br />

het lichaam <strong>van</strong> Willem Sebel naar Lutten<br />

gebracht om daar begraven te worden. Na de<br />

bevrijding vertrok mevrouw Sebel met haar<br />

kinderen uit Lutten om zich in Zwolle, haar<br />

geboortestad, te vestigen.<br />

A. J. Kerkdijk, <strong>12</strong>-3-1907 <strong>10</strong>-<strong>12</strong>-1942<br />

Albert Jan Kerkdijk woonde op een boerderijtje<br />

aan de Van den Beltsweg, samen met zijn<br />

vrouw Janna en hun drie kinderen. Naast het<br />

werk op zijn eigen bedrijf, werkte hij als los<br />

arbeider in de werkverschaffing. Hij had geen<br />

gehoor willen geven aan de oproep zich te<br />

melden voor de Arbeitseinsatz om in Duitsland<br />

te worden tewerkgesteld. Hij had<br />

zich tegen deze en gene hierover in principiële<br />

zin uitgelaten en daarmee anderen gestimuleerd<br />

ook niet te gaan. Verschillende mensen,<br />

onder wie de predikant, ha<strong>dd</strong>en erop aangedrongen<br />

dat hij zou onderduiken. Albert Jan<br />

deed dat niet, misschien ook omdat hij zijn<br />

gezin niet in de steek wilde laten nu hun vierde<br />

kind werd verwacht. Op 17 september 1942<br />

werd Albert Jan 's nachts door de politie gearresteerd,<br />

waarna hij werd weggevoerd naar<br />

kamp Amersfoort. Hij overleed op <strong>10</strong> december<br />

in Leusden, bij Amersfoort. Zijn lichaam<br />

werd in Lutten op het kerkhof begraven. Zijn<br />

compromisloze verzetshouding werd op 15 juli<br />

1982 officieel gewaardeerd met het<br />

verzetsherdenkingskruis dat als postume hulde<br />

aan de familie werd uitgereikt.<br />

H. E. Gouwe, 28-4-1923 23-9-1944<br />

Hans Erik Gouwe had op 23 september 1944,<br />

samen met twee vrienden, Adriaan <strong>van</strong><br />

Haeringen en Chris Bakker, de auto <strong>van</strong> de<br />

familie, een Ford, naar Zwartsluis gebracht. De<br />

Duitsers waren bezig alle auto's te vorderen. In<br />

Zwartsluis ha<strong>dd</strong>en de jongens de auto<br />

overgedragen aan het verzet. Daar hoorden ze<br />

dat de Mastenbroekerpolder onder water gezet<br />

was en ze besloten waar mogelijk boeren de<br />

helpende hand te bieden bij het re<strong>dd</strong>en <strong>van</strong> het<br />

vee. Thuis in Lutten had moeder bericht<br />

gekregen dat het nu wat later zou worden.<br />

Haar man, dokter Gouwe, verbleef op dat<br />

moment in kamp Neu Brandenburg in<br />

Duitsland. Terwijl de jongens terugfietsten<br />

naar huis, ha<strong>dd</strong>en enkele verzetslieden in<br />

Balkbrug het vuur geopend op een munitieschip,<br />

echter zonder enig effect. Gealarmeerde<br />

Duitsers arresteerden kort daarna het niets<br />

vermoedende drietal. Zij werden verdacht,<br />

gefouilleerd en ze werden meegenomen. Daar<br />

in Balkbrug, in het laantje <strong>van</strong> 't huis bij dr.<br />

Hartsuiker, werd Hans Erik <strong>van</strong> achteren neergeschoten.<br />

Zijn lichaam werd naar de openbare<br />

weg gesleept waar het ter afschrikking moest<br />

blijven liggen. De beide anderen werden<br />

meegenomen, Chris wist later nog te ontkomen,<br />

maar ook Adriaan is doodgeschoten.<br />

Direct na de moord op Hans Erik werd er


huiszoeking gedaan in de dokterswoning in<br />

Lutten, gewel<strong>dd</strong>adig, brutaal en intimiderend.<br />

Daarbij is ook Johannes Kosse uit Slagharen<br />

neergeschoten: hij kwam toevallig voorbij en<br />

trachtte te ontkomen.<br />

Mevrouw Gouwe legde de gebeurtenissen vast<br />

in een dagboek om haar man bij terugkeer uit<br />

Duitsland te kunnen laten lezen wat er precies<br />

was gebeurd.<br />

L. Smit, 2-4-192 7 5-<strong>12</strong>-1944<br />

Lucas Smit woonde bij zijn ouders op<br />

Keiendorp. Hij was knecht bij een boer/tuinder.<br />

Op een dag moest hij voor een boodschap naar<br />

de smid in Slagharen. De dag daarvoor was een<br />

Duitse soldaat bij een overval <strong>van</strong> zijn wapens<br />

beroofd. Tijdens een razzia werd ter vergelding<br />

een aantal mensen opgepakt, onder wie Lucas.<br />

Hij was gekleed voor zijn werk: in overal en op<br />

klompen, en had geen persoonsbewijs bij zich.<br />

Zij werden weggevoerd naar een kamp tussen<br />

Zuidwolde en Hoogeveen. Lucas' vader is daar<br />

de volgende dag nog heen gegaan met kleding<br />

en een deken.<br />

Vier witte grafstenen<br />

4<br />

Via Amersfoort is Lucas uiteindelijk terechtgekomen<br />

in een kamp in Duitsland: in kamp<br />

Peres-Böhlen, ongeveer 30 kilometer ten zuiden<br />

<strong>van</strong> Leipzig. Het was een zogenaamd<br />

'Arbeitserziehungslager', een strafkamp voor<br />

dwangarbeiders, met de veel te mooie<br />

(bij)naam Alpenrose. Onderweg kon hij nog<br />

een kaart aan zijn ouders uit de trein gooien.<br />

Via een beambte bij de spoorwegen kregen de<br />

ouders op Keiendorp dit bericht. Op 2 december<br />

1944 overleed Lucas in het kamp aan difterie.<br />

Met hulp <strong>van</strong> het Rode Kruis slaagde de<br />

familie erin om Lucas na de oorlog in Lutten<br />

te herbegraven.<br />

De vier Engelse 'piloten'<br />

Op het Lutter kerkhof staan vier witte grafstenen<br />

opgesteld in een strak formeel kader.<br />

Temi<strong>dd</strong>en <strong>van</strong> de andere graven vallen ze op<br />

door de plaatsing ten opzichte <strong>van</strong> elkaar en<br />

de gelijkheid in vorm waarmee duidelijk<br />

wordt gemaakt dat ze bij elkaar horen. Het<br />

zijn de graven <strong>van</strong> vier Engelse 'piloten' met<br />

de volgende vermeldingen (<strong>van</strong> links naar<br />

rechts):


<strong>12</strong>53067 sergeant<br />

R. H, Jordan, wireless operator / air gunner<br />

Royal Air Force<br />

6th July 1941 age 21<br />

At the going down of the sun<br />

and in the morning<br />

we think ofyou<br />

Mom, Dad, Jim and Peg<br />

(Bij zonsondergang en 's morgens denken we<br />

aan jou, mama, papa, Jim en Peg)<br />

779002 sergeant D.<br />

Morrison<br />

(of South, Africa)<br />

pilot<br />

Roy al Air For ce<br />

6th July 1941<br />

Pilotofficer R.<br />

Goulding<br />

Pilot<br />

Royal Air Force<br />

6th July 1941 age 21<br />

A beautiful young life<br />

so nobly given<br />

(Een mooi jong leven zo edelmoedig gegeven)<br />

968113 Flight sergeant<br />

R.LH. Aird<br />

wireless operator / air gunner<br />

Royal Air Force 6th July 1941<br />

age 21<br />

I leave the world<br />

without a tear,<br />

save for thefriends<br />

I hold so dear<br />

(Ik verlaat de wereld zonder een traan, behalve<br />

voor de vrienden die ik zo liefheb)<br />

De grafstenen zijn gedecoreerd met een kruis<br />

en het embleem <strong>van</strong> de Royal Air Force met de<br />

woorden per ardua ad astra ('door harde<br />

dingen tot aan de sterren', of vrij vertaald: met<br />

vele inspanningen bevochten). Roy Harrold<br />

Jordan, Robert Inglis Hugh Aird, Duncan<br />

Morrison en Robert Goulding vorm-<br />

den met z'n vieren de bemanning <strong>van</strong> een<br />

Whitley V-bommenwerper. Op de avond <strong>van</strong> 5<br />

juli 1941 om <strong>22</strong>.46 uur waren ze met hun<br />

vliegtuig opgestegen <strong>van</strong> de RAF-basis<br />

Leeming, iets ten oosten <strong>van</strong> Northallerton in<br />

Engeland. Ze maakten deel uit <strong>van</strong> een luchtvloot<br />

<strong>van</strong> in totaal 94 bommenwerpers die een<br />

aanval zou uitvoeren op de Duitse stad<br />

Münster. Alle toestellen zouden na een<br />

geslaagde actie terugkeren, behalve deze<br />

Whitley V, gekenmerkt Z.6793. Om even na<br />

mi<strong>dd</strong>ernacht, om 00.56 uur stortte deze neer op<br />

het land <strong>van</strong> Salomons bij De Krim /<br />

Schuinesloot, nadat het toestel door een Duitse<br />

nachtjager was aangevallen. Alle inzittenden<br />

kwamen daarbij om. In eerste instantie werden<br />

drie lichamen geborgen die op de achtste juli<br />

met enig militair ceremonieel <strong>van</strong> Duitse zijde<br />

op het kerkhof in Lutten werden begraven in<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> gemeentelijke autoriteiten en<br />

de beide predikanten, waarbij ds. Theunissen<br />

een bijbelgedeelte las en voorging in gebed.<br />

De vierde inzittende, sergeant Jordan, werd pas<br />

in de mi<strong>dd</strong>ag <strong>van</strong> 11 juli gevonden en diezelfde<br />

avond, om <strong>22</strong>.55 uur, naast zijn kameraden<br />

begraven, weer in aanwezigheid <strong>van</strong> de<br />

beide burgemeesters <strong>van</strong> Hardenberg en<br />

Gramsbergen, en de beide predikanten. De<br />

graven zouden in de loop <strong>van</strong> de oorlogsjaren<br />

gemarkeerd worden door houten kruisen met<br />

daarop de namen en registratienummers. Na de<br />

oorlog, in het begin <strong>van</strong> de jaren '50, zorgden<br />

de Imperial War Graves en het toenmalige<br />

Ministerie <strong>van</strong> Oorlog voor een meer<br />

duurzame en monumentaler aanleg met stenen.<br />

De 269 dwangarbeiders<br />

Op het plein achter de Prot.-Chr. Basisschool<br />

in Lutten staat een plaquette met een tekst in<br />

de sokkel <strong>van</strong> een beeldornament. De steen<br />

heeft verder met het beeld niets te maken, maar<br />

is daar geplaatst ter herinnering aan het feit dat<br />

in maart <strong>van</strong> het laatste oorlogsjaar in het<br />

toenmalige schoolgebouw in totaal 269<br />

Nederlanders waren ondergebracht en ge<strong>van</strong>gen<br />

werden gehouden door de Duitse bezetter.<br />

In opdracht <strong>van</strong> de Organisation-Todt moesten<br />

5


zij overdag grondwerkzaamheden<br />

verrichten: schuttersputten<br />

en tankgrachten graven. Als het<br />

enigszins mogelijk was, stopte<br />

de Luttense bevolking de<br />

dwangarbeiders wat toe om<br />

daarmee het verblijf iets te verzachten.<br />

In de chaotische dagen<br />

begin april 1945 wisten velen<br />

<strong>van</strong> hen te ontkomen, de anderen<br />

werden op 6 april bevrijd door<br />

eenheden <strong>van</strong> het Canadese<br />

leger. Om ook dit niet te vergeten<br />

werd een plaquette met tekst<br />

bij de school aangebracht: Uit<br />

dankbaarheid voor de Luttense<br />

gastvrijheid verleend aan de op<br />

6-4-1945 door de Canadezen uit<br />

dit schoolgebouw bevrijde 269<br />

Nederlanders<br />

De tekststeen op het schoolplein<br />

Tenslotte<br />

Onder het pseudoniem Henduk <strong>van</strong> 't Westende dichtte Gerrit <strong>van</strong> Faassen ter gelegenheid <strong>van</strong> de<br />

dodenherdenking op 4 mei 1994 het volgende gedicht:<br />

'4 mei in Lutten'<br />

Vier namen op een grieze Stien<br />

een oorlogsmonument Smit,<br />

Kerkdijk, Gouwe en Sebel wie<br />

hef ze nog ekend.<br />

De vrijheid was heur alles weerd<br />

en die wordt duur betaald bevrijd'<br />

te ween <strong>van</strong> 't Duut se juk zij hebt<br />

het niet ehaald.<br />

En op het karkhof wieder op<br />

doar rust er ok nog vier ze<br />

kwamen ver weg over zee en<br />

bint begraven hier.<br />

Heur vliegtuug barstte uut mekaar<br />

vlak bi-j de Schunesloot en in- of<br />

boven 't Lutterveld doar vunden ze<br />

de dood.<br />

Vier stienen mit een naam erop<br />

al in een vrömde taal en in de<br />

zwarte Lutter grond doar<br />

eindigt heur verhaal.<br />

En as de zunne ondergiet<br />

de schaduw langer wordt<br />

gedenke wi 'j de vierde mei<br />

heur leven was zo kort.<br />

Met dank aan mevr. C. Beeksma-Smit, mevr.<br />

J. M. Kaars Sijpesteijn-Gouwe en de heren G.<br />

Sebel, A. J. H. Kerkdijk, L. Odink en G. <strong>van</strong><br />

Faassen.


De boerderij <strong>van</strong> Weerts<br />

Kloosterhaar werd op 4 en 5 april 1945, dus 60 jaar geleden, door Canadese troepen bevrijd. Dit is<br />

dus een gepast moment om stil te staan bij en aandacht te vragen voor de boerderij <strong>van</strong> de familie<br />

Weerts in Balderhaar. Zowel de boerderij als haar bewoners, Albertus Weerts en zijn vrouw Zwaantje,<br />

hebben een belangrijke rol gespeeld in het verzet tegen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog.<br />

De door Z.K.H. Prins Bernhard op 4 mei 1991 onthulde gedenksteen geplaatst in het Albertus Weerts<br />

plantsoen nabij de Lagere School in Kloosterhaar getuigt daar-<br />

F.L. Meijler<br />

Prins Bernard was aanwezig op 4 mei 1991 bij de onthulling <strong>van</strong> het verzetsmonument voor<br />

Albertus Weerts te Kloosterhaar. Het monument kon worden gerealiseerd dankzij de inspanningen<br />

<strong>van</strong> de oud-burgemeester <strong>van</strong> Hardenberg, Drs. H. Smit.<br />

' EEN VASTE BURCHT IS ONZE GOD, EEN<br />

TOEVLUCHT VOOR DE ZIJNEN" ALBERTUS<br />

WEERTS * 8-5-1883 f 31-<strong>10</strong>-1967<br />

LANDBOUWER TE KLOOSTERHAAR<br />

VERZETSSTRIJDER IN DE TWEEDE WERELD-<br />

OORLOG<br />

ONVERSCHROKKEN, STANDVASTIG, RECHT-<br />

SCHAPEN,<br />

EDELMOEDIG EN VERGEVENSGEZIND<br />

VOOR HEM WAREN ALLE MENSEN GELIJK:<br />

JOOD, GRIEK en HEIDEN<br />

Ik was, zoals enkele lezers <strong>van</strong> "<strong>Rondom</strong> den<br />

Herdenbergh" zich wellicht herinneren, <strong>van</strong><br />

begin september 1942 tot de bevrijding, dus<br />

ruim twee en een half jaar, op die boerderij<br />

<strong>van</strong> Weerts ondergedoken. Die boerderij is na<br />

de oorlog helaas afgebrand en ver<strong>van</strong>gen door<br />

een nieuwe boerderij. Hierdoor kwam er een<br />

eind aan veel <strong>van</strong> mijn oude herinneringen,<br />

althans aan de kapstok waaraan die herinneringen<br />

hingen. Het land dat bij de boerderij<br />

hoorde is, op de 6 ha aan de overkant <strong>van</strong> de<br />

weg <strong>van</strong> Kloosterhaar naar Bruchterveld na,<br />

7


ook verdwenen. Het is afgegraven door en voor<br />

de Kalkzandsteenfabriek "de Anker", die in de<br />

naoorlogse jaren de streek rond Kloosterhaar<br />

veel welvaart heeft gebracht. Van de grootste<br />

voetballer die Nederland ooit heeft gekend,<br />

Johan Cruijf, is de uitspraak: "Elk voordeel heb<br />

zijn nadeel". Het grote voordeel <strong>van</strong> de<br />

gestegen welvaart is gepaard gegaan met het<br />

nadeel <strong>van</strong> het verloren gegane natuurschoon<br />

<strong>van</strong> "Barghoesspul" waarover ik in 1989 een<br />

artikel in "<strong>Rondom</strong> den Herdenbergh" heb<br />

mogen publiceren. Ook hierdoor wordt het<br />

steeds moeilijker beelden te vinden die het<br />

roemruchte verleden <strong>van</strong> de boerderij <strong>van</strong><br />

Weerts weer tot leven zouden kunnen brengen.<br />

De boerderij <strong>van</strong> Weerts en het land erom<br />

heen, dat een haard <strong>van</strong> verzet vormde tegen de<br />

Duitse bezetter, is dus geheel verdwenen.<br />

Mede daardoor zal voor het nageslacht de<br />

documentatie over en de herinnering aan<br />

Albertus Weerts en zijn vrouw Zwaantje, die<br />

dat allemaal hebben aangedurfd en waargemaakt,<br />

in de mist <strong>van</strong> het verleden vervagen<br />

en tenslotte verdwijnen. Het zal niet zo lang<br />

meer duren of ook de mensen die de oorlog<br />

hebben meegemaakt en ondergaan en het nog<br />

kunnen navertellen zullen er niet meer zijn.<br />

Het intrieste is ook dat er voor zover mij<br />

bekend geen goede foto's <strong>van</strong> de boerderij en<br />

de landerijen er omheen bestaan. Ik moet diep<br />

in mijn geheugen graven om de boerderij weer<br />

op mijn netvlies te krijgen en hier zo goed<br />

mogelijk voor u neer te zetten. Ik vind dat de<br />

moeite waard. Helaas kan ik niet tekenen.<br />

Aardappels<br />

Zoals bij zoveel boerderijen "<strong>Rondom</strong> den<br />

Herdenbergh" bevond de ingang <strong>van</strong> het huis<br />

zich aan de zijkant, dus aan de noordkant, want<br />

de boerderij was oost-west gelegen. Je kwam<br />

dan in een soort bijkeuken waar men zijn<br />

handen waste als je <strong>van</strong> het land kwam.<br />

Moeder Weerts bewaarde altijd het water waar<br />

ze de aardappels in had gekookt (tussen de<br />

mi<strong>dd</strong>ag werd de warme maaltijd genuttigd) en<br />

in dat aardappel-afgietwater werden ieders<br />

handen in een oogwenk schoon. Natuurlijk<br />

gebruikten we allemaal hetzelfde sop. Er stond<br />

een pomp (leidingwater was nog niet beschikbaar)<br />

waaronder men zijn handen kon afspoe-<br />

Moeder en vader Weerts op de bank in de hof. Op de achtergrond de grijze muur <strong>van</strong> de paardenstal<br />

en links daar<strong>van</strong> de muur <strong>van</strong> het i( bakhuus ".


len en zich ook 's morgens waste. Vanuit die<br />

bijkeuken rechtdoor kwam je op de deel met<br />

aan de linkerkant plaats voor een rij koeien en<br />

rechts was o.a. een klein kamertje, dat ik het<br />

mijne mocht noemen. Boven de deel was een<br />

soort vide, met de slaapkamers <strong>van</strong> de dochters<br />

Weerts, die via een vurenhouten trap bereikt<br />

werd. Weerts en zijn vrouw ha<strong>dd</strong>en geen<br />

zonen, maar negen dochters <strong>van</strong> wie er een<br />

aantal al getrouwd en niet meer thuis was.<br />

Vanuit de bijkeuken rechtsaf kwam je in een<br />

grote keuken, tevens woonkamer. Je aandacht<br />

werd onmi<strong>dd</strong>ellijk getrokken door het zien en<br />

ruiken <strong>van</strong> de zijden spek en rookworsten die<br />

vlak achter de deur aan het plafond hingen.<br />

Spek en worsten waren afkomstig <strong>van</strong> het eigen<br />

varken dat in het najaar in het "bak-huus" door<br />

een ingehuurde slager werd geslacht; een<br />

groots evenement en een welkome<br />

onderbreking <strong>van</strong> de routine. Wederom<br />

rechtdoor was een trapje met drie treetjes<br />

omhoog die naar de opkamer voerde. Onder de<br />

opkamer bevond zich de kelder, die bereikt kon<br />

worden door het trappetje om te klappen. In die<br />

kelder bewaarde moeder Weerts haar<br />

levensmi<strong>dd</strong>elen voor dagelijks gebruik, zoals<br />

aardappels, appels uit de eigen hof en veel<br />

weckflessen met vlees <strong>van</strong> het varken, zelf verbouwde<br />

groente en jam.<br />

Kloosterhaar 2<br />

Naast de deur naar de opkamer hing de telefoon,<br />

die niet onbesproken mag blijven. Het<br />

was een houten kastje met een slinger eraan.<br />

De bovenkant helde schuin naar beneden, als<br />

een kleine lessenaar en daar lag een notitieblokje<br />

op met een potlood. Die slinger zat aan<br />

de rechterzijkant en leek op de slinger <strong>van</strong> een<br />

ander houten kastje, waar moeder Weerts de<br />

koffie mee maalde. Ze hield die koffiemaler<br />

tussen haar knieën en de gemalen koffie kwam<br />

in een klein laadje <strong>van</strong> het kastje terecht. Terug<br />

naar de slinger <strong>van</strong> de telefoon. Als je er aan<br />

draaide begon er een belletje te rinkelen in de<br />

"centrale" achter een winkeltje in Kloosterhaar;<br />

5 km verderop. De centrale bestond uit <strong>10</strong><br />

stekkers voor de <strong>10</strong> aangesloten telefoons in de<br />

regio. Het telefoonnummer <strong>van</strong> Weerts was 2.<br />

Het gebruikmaken <strong>van</strong> de tele-<br />

foon was het prerogatief <strong>van</strong> Weerts zelf. Buren<br />

mochten bij hem telefoneren als hij thuis was.<br />

Weerts draaide aan zijn slingertje, het belletje<br />

rinkelde in de Centrale. Daar antwoor<strong>dd</strong>e men<br />

met "Hier Kloosterhaar" en Weerts zei dan:<br />

"Hier Kloosterhaar 2, kunt u mij verbinden met<br />

... enz". Ik kwam uit Almelo en mijn ouders<br />

beschikten niet eens over een telefoon, maar het<br />

Kloosterhaarse systeem kwam toch wel erg<br />

primitief over. De telefoondraden liepen <strong>van</strong>af<br />

de boerderij via palen langs de weg naar<br />

Kloosterhaar. Aangezien Weerts de enige was<br />

in de wijde omtrek die over een telefoon<br />

beschikte, had men waarschijnlijk speciaal voor<br />

hem al die palen moeten plaatsen. De telefoon<br />

werd weinig gebruikt; men kon er de later<br />

gefusilleerde dokter Post en veldwachter de<br />

Jong in Bergentheim mee bereiken, en de<br />

veearts in Hardenberg. Per telefoon werden er<br />

afspraken voor de diensten <strong>van</strong> de stier in de<br />

potstal mee gemaakt. Dat moest kennelijk snel<br />

want de koeien waren maar een korte periode<br />

ont<strong>van</strong>kelijk.<br />

De telefoon zoals die in de keuken <strong>van</strong> de boerderij<br />

hing. Deze foto is afkomstig <strong>van</strong> de website<br />

<strong>van</strong> het "Dutch On Line Telephone<br />

Museum ".


Weerts had geen symbolen nodig om status te<br />

hebben, maar die telefoon verhoogde zonder<br />

twijfel zijn, toch al aanzienlijke, status. Zo<br />

beklee<strong>dd</strong>e hij talrijke maatschappelijke functies;<br />

hij was ouderling <strong>van</strong> de kerk en vóór de<br />

oorlog lid <strong>van</strong> de gemeenteraad. Verder was<br />

hij, in het <strong>van</strong> vrijzinnig tot streng gereformeerde<br />

protestantse milieu waarin hij verkeerde,<br />

een fervente voorstander <strong>van</strong> de openbare<br />

lagere school. Hij beweerde (toen al) dat de<br />

tweedeling in de samenleving al begon in en<br />

vooral een gevolg was <strong>van</strong> gescheiden lagere<br />

scholen op religieuze grondslag.<br />

De nette kamer<br />

De opkamer was de slaapkamer <strong>van</strong> Weerts en<br />

zijn vrouw. Die slaapkamer lag dus op de kop<br />

<strong>van</strong> de woning. Als ik me goed herinner zat<br />

daar wel een deur naar buiten in, maar die werd<br />

nooit gebruikt. Er werd wel één keer hard op<br />

gebeukt door Duitsers die zich toegang tot het<br />

huis wilden verschaffen en kennelijk dachten<br />

dat daar de ingang was, maar dat is een verhaal<br />

apart. In de keuken speelde zich het hele<br />

sociale leven <strong>van</strong> de familie Weerts en hun<br />

gasten af. Naast de opgang naar de slaapkamer<br />

<strong>van</strong> Weerts en zijn vrouw bevond zich nog een<br />

deur, die toegang verschafte naar de "nette"<br />

kamer die eigenlijk nooit gebruikt werd, tot ons<br />

gezelschap eind 1942 werd uitgebreid met nog<br />

twee onderduikers, de neven Ies Kan en Jo<br />

Frank uit Coevorden. Jo Frank is niet oud<br />

geworden maar Ies Kan, nu woonachtig in<br />

Israël, heeft ons in dit tijdschrift ook al een<br />

aantal keren deelgenoot gemaakt <strong>van</strong> zijn<br />

oorlogsbelevenissen. In die kamer was ook de<br />

radio verstopt waarmee naar de Engelse zender<br />

werd geluisterd. Als Koningin Wilhelmina<br />

sprak, kon Weerts zijn tranen niet bedwingen;<br />

verder was hij niet stuk te krijgen. Jo Frank en<br />

Ies Kan ha<strong>dd</strong>en niet het voorrecht, zoals ik, als<br />

boerenknecht op het land te mogen werken. Zij<br />

brachten overdag hun tijd door in die nette<br />

kamer en 's avonds, als de gordijnen dicht<br />

waren en geen bezoek meer werd verwacht,<br />

schoven ze in de keuken aan in de kring rond<br />

de tafel en bij de zwarte kachel.<br />

<strong>10</strong><br />

De kachel en het fornuis<br />

Weerts' stoel stond bij die kachel. Vanuit die<br />

stoel vertelde hij <strong>van</strong> zijn avonturen die hij tijdens<br />

de Eerste Wereldoorlog beleefd had en<br />

<strong>van</strong> zijn wederwaardigheden en conflicten met<br />

marechaussees die, tussen de twee wereldoorlogen<br />

in, de Nederlands-Duitse grens bewaakten<br />

en het daarbij vooral op smokkelaars<br />

gemunt ha<strong>dd</strong>en. Weerts hield niet erg <strong>van</strong> deze<br />

mensen. Zij kwamen zelden uit de eigen<br />

streek, ha<strong>dd</strong>en geen gevoel voor humor en<br />

sloegen bij hem steeds de plank mis. De kachel<br />

werd met de eerder in het jaar moeizaam<br />

gestoken turf gestookt. Tussen zijn verhalen<br />

door schraapte Weerts zijn keel, opende de<br />

deur <strong>van</strong> de kachel en mikte zijn vergaarde<br />

spuug feilloos in het vuur, dat daar met een<br />

kortdurend maar nadrukkelijk sisje op reageerde.<br />

Als Weerts niet thuis was of het lokale<br />

nieuws bestudeerde zaten we rondom de tafel.<br />

Er werd gekletst, meestal over de oorlog, of<br />

gelezen en de meisjes, evenals hun moeder,<br />

breiden sokken of verstelden kleren. Op de<br />

kachel stond een grote ketel eigenlijk altijd<br />

zachtjes te koken en zorgde voor warm water<br />

voor koffie en thee. In de keuken stond ook het<br />

fornuis waar overdag het eten op werd<br />

gekookt. Vrouw Weerts bestuurde het fornuis<br />

met de vaardigheid en vingervlugheid <strong>van</strong> een<br />

beroepsgoochelaar. Naarmate de avond vorderde<br />

ging het vuur in het fornuis steeds zachter<br />

branden. Het doofde nimmer geheel. Als<br />

het bedtijd was geworden, nooit veel later dan<br />

negen uur, verzamelde vrouw Weerts de as die<br />

in het fornuis lag en bedekte daarmee het resterende<br />

nog brandende vuur. De volgende<br />

morgen-moeder Weerts was altijd het eerste<br />

op-wist ze, met een aantal voor mij magische<br />

handelingen, de verse turf in het fornuis weer<br />

op te laten vlammen en al spoedig kookte<br />

water voor thee of koffie en melk voor de pap,<br />

voor het vroege ontbijt.<br />

Melk<br />

De meisjes ha<strong>dd</strong>en dan al gemolken en met de<br />

speciaal daarvoor ontworpen kruiwagen de<br />

melkbussen aan de weg gezet. Tegen acht uur<br />

werd de melk opgehaald en op een platte<br />

wagen geladen. Die wagen boeide mij want er


zaten wielen met autobanden onder en dat leek<br />

me heel comfortabel vergeleken met de karren<br />

en wagens <strong>van</strong> de boerderij waar houten wielen<br />

met een stalen loopvlak onder zaten. Ik kon<br />

redelijk melken, maar hoefde dat maar zelden<br />

te doen. Het was typisch vrouwenwerk althans<br />

op de boerderij <strong>van</strong> Weerts met een<br />

vrouwenoverschot. Tegen de avond werden de<br />

melkbussen teruggebracht, een enkele met<br />

ondermelk voor de kalveren en meestal een<br />

paar flessen karnemelk en pakjes echte boter<br />

voor eigen gebruik, de hele oorlog door. Dit<br />

melktransport leek aan het eind <strong>van</strong> de oorlog<br />

wel eens gevaarlijk omdat de geallieerde laagvliegende<br />

jachtvliegtuigen op alles schoten wat<br />

zich over de weg bewoog. Ze (her)kenden<br />

kennelijk onze melkboer want die werd altijd<br />

ongemoeid gelaten. Hij deed dan ook de hele<br />

oorlog onbekommerd zijn werk. Daar was<br />

nooit discussie over, want koeien moesten,<br />

oorlog of niet, gemolken worden en de melk<br />

moest, wat er ook gebeurde, naar de melkfabriek<br />

in Hardenberg gebracht worden. Tijdens<br />

de bezetting reed de melkman tussen de Duitse<br />

colonnes door en na de bevrijding werd hij<br />

vrolijk wuivend voorbij gereden door Canadese<br />

trucks en pantserwagens. Van dat beeld krijg ik<br />

nog tranen in mijn ogen.<br />

De inwendige mens<br />

Keren wij terug naar de inwendige mens. Er<br />

werd ook altijd koffie gezet voor de mensen<br />

die op het land werkten en aan wie zo tegen<br />

tien uur stapels boterhammen met koffie werd<br />

gebracht. Daar zaten we dan tussen de bergen<br />

aardappels of het gemaaide graan met mo<strong>dd</strong>erige<br />

handen ons kuchje te eten en uit een kan<br />

geschonken kommen hete koffie te slurpen,<br />

waaraan we bij slecht weer onze koude handen<br />

warmden. Deze door Weerts' meesterknecht,<br />

Hendrik Eggengoor, genoemde "vijf minuten<br />

<strong>van</strong> de baas" waren de mooiste momenten <strong>van</strong><br />

de dag. Om ongeveer twaalf uur klonk er een<br />

ver geroep <strong>van</strong> één <strong>van</strong> de bij huis gebleven<br />

meisjes: "MIDDAG". Het verbaasde me altijd<br />

hoe ver dat geluid droeg, maar er was geen<br />

verkeer en onze knorrende magen zorgden<br />

voor gespitste oren. We begaven ons, lopende<br />

of gezeten op de hotsende aardappelkar, naar<br />

de boerderij. Daar wachtte de mi<strong>dd</strong>agmaaltijd.<br />

Een vast onderdeel waren aardappels, uitgebakken<br />

spek en met heet water aangelengd<br />

spekvet. Ik vond het heerlijk. Er was veelal ook<br />

groente en vaak een appeltje toe. Vrouw<br />

Weerts kookte de heerlijkste bietjes <strong>van</strong> de hele<br />

wereld. Nadien heb ik ze nooit meer zo lekker<br />

gegeten. Na het eten las vrouw Weerts voor uit<br />

de bijbel, de paragraaf die bij die dag hoorde.<br />

Weerts luisterde altijd met zijn ogen dicht en<br />

de pet op zijn buik. Het duurde altijd even voor<br />

hij zijn ogen weer opende, nadat zijn vrouw<br />

met lezen klaar was. Tot <strong>van</strong>daag de dag ben ik<br />

er nog niet zeker <strong>van</strong> of hij nu wel of geen<br />

klein uiltje knapte. Vrouw Weerts las altijd<br />

heel ernstig en versprak zich nooit, maar een<br />

hoofdprijs als voorleesster verdiende ze niet. Ik<br />

heb in die twee en een halfjaar veel <strong>van</strong> de<br />

bijbel geleerd. Het Oude en het Nieuwe<br />

Testament kwamen in de loop <strong>van</strong> de tijd<br />

voorbij. Daarna was er een uur of zo rust. Ik<br />

ging dan naar mijn lotgenoten in de nette<br />

kamer en er werd door ons gebridged. Van<br />

Barts Drenthen, de schoonzoon <strong>van</strong> Weerts die<br />

met Gees getrouwd was en in huis woonde,<br />

ha<strong>dd</strong>en we leren bridgen. Het kostte iedere dag<br />

moeite het kaartspel te beëindigen en weer aan<br />

het werk te gaan. Na de oorlog op het<br />

Lorentzlyceum in Eindhoven heb ik veel<br />

plezier gehad <strong>van</strong> mijn bridge-ervaring en won<br />

samen met een helaas te vroeg overleden klasgenoot<br />

voor de school menige bridgedrive.<br />

Eerlijk gezegd weet ik niet meer waar in de<br />

boerderij het verblijf <strong>van</strong> de familie Drenthen<br />

was. Gees Drenthen (de oudste dochter <strong>van</strong><br />

Weerts en de vrouw <strong>van</strong> Barts) is in de oorlog<br />

tijdens een zwangerschap aan een longembolie<br />

overleden. Het was een moeilijke tijd voor<br />

iedereen. De levensmoed <strong>van</strong> Weerts en zijn<br />

vrouw waren, zeker als ik nu terugkijk, ongekend.<br />

Barts bleef met zijn twee kindertjes op de<br />

boerderij achter. Hij hertrouwde na de oorlog<br />

en nam de boerderij <strong>van</strong> Weerts over.<br />

De deel<br />

Achter het woonhuis bevond zich de deel met<br />

aan de ene kant een rij koeien en aan de andere<br />

kant mijn kamertje en ruimte voor allerlei<br />

gereedschap. Daarachter bevond zich de pot-<br />

11


stal waar de machtige coöperatieve stier verbleef,<br />

door Weerts de Joodse wachter (Jesaja<br />

62:6) genoemd omdat hij de ingang <strong>van</strong> een<br />

supergeheim nachtverblijf voor Weerts' onderduikers<br />

bewaakte. Ik kom daarop terug. Geen<br />

Duitser die zich ooit in die potstal waagde. De<br />

potstal was <strong>van</strong> de deel gescheiden door zware<br />

ijzeren staven waar de stier zich <strong>van</strong> tijd tot tijd<br />

kwaad op maakte. De potstal werd tevens<br />

gebruikt voor het opslaan <strong>van</strong> de mest die<br />

wekelijks uit de "gruppe" <strong>van</strong> achter de koeien<br />

werd gekruid. De koeienstront werd in de potstal<br />

afgedekt met een laag stro en de vrijlopende<br />

stier en kalveren zorgden dan weer<br />

voor een optimale vermenging. Zo verzamelde<br />

zich in de loop <strong>van</strong> tijd een enorme laag mest<br />

die in het voorjaar naar het land werd uitgereden.<br />

De vloer <strong>van</strong> de deel was <strong>van</strong> beton. In de<br />

winter bij slecht weer, als de dorsmachine nog<br />

niet geweest was, werd er rogge op gedorst met<br />

houten dorsknuppels. We deden dat met ons<br />

vieren waarbij we om de beurt een klap<br />

uitdeelden. Dat leverde een prachtig vierkwartsmaat<br />

ritme op. Die rogge bracht ik met<br />

de wipkar en paard naar de molenaar in<br />

Kloosterhaar. Deze maalde de rogge en het<br />

roggemeel ging weer naar de bakker die er<br />

voor moeder Weerts brood <strong>van</strong> bakte. Als de<br />

voorraad rogge bijna op was werd er opnieuw<br />

gedorst en zo werd er op de boerderij nooit<br />

honger geleden. Weerts en zijn vrouw lieten<br />

altijd anderen delen in hun relatieve overvloed.<br />

De deel was zo groot dat je met de wipkar en<br />

paard naar binnen kon rijden. De brede deur<br />

bevond zich tussen de potstal en de koeienrij.<br />

Je moest wel goed mennen anders raakte je de<br />

sponning en die heb ik dan ook wel eens aan<br />

flarden gereden. Weerts werd nooit kwaad,<br />

althans niet op mij, maar zei wel: "Je had je<br />

hand ertussen moeten houden want die geneest<br />

<strong>van</strong>zelf en die deurpost moet ik laten<br />

repareren". De uit Groningen afkomstige<br />

wipkarren in die tijd ha<strong>dd</strong>en drie wielen en<br />

daardoor een zeer korte draaicirkel omdat het<br />

voorste wiel helemaal rond kon draaien. Op<br />

den duur werd ik zeer bedreven in het omgaan<br />

met die karren, verklaar ik hier niet zonder<br />

trots. Tussen de twee achterwielen bevond zich<br />

een laadbak die kon kiepen en daarvoor één<br />

enkele balk waar het voorwiel aan zat. Aan de<br />

voorkant zat een ijzeren haak waar het tuig <strong>van</strong><br />

het paard aan werd vastgemaakt met een<br />

enkele dwarsbalk met een ijzeren oog. Het<br />

paard kon dus in een wipje voor de kar<br />

gespannen worden. Hoe kan het toch zijn dat<br />

ik daar zoveel <strong>van</strong> ben gaan houden?<br />

Paarden en ploegen<br />

Als we de deel door die grote deur verlaten<br />

komen we op een soort binnenplaats, aan de<br />

ene kant begrensd door de<br />

grote schuur die zich achter<br />

het huis bevond en die ik<br />

zojuist heb beschreven, en<br />

aan de andere kant door het<br />

"bakhuus" en de paardenstal.<br />

Op de binnenplaats<br />

bevond zich een grote<br />

regenput. Het regenwater,<br />

afkomstig <strong>van</strong> het dak <strong>van</strong><br />

het bakhuus, was een<br />

kostbaar bezit en werd<br />

gebruikt voor het koken,<br />

want het was smaak- en<br />

reukloos in tegenstelling<br />

tot het water uit de pomp<br />

datje wel kon drinken maar<br />

Foto <strong>van</strong> een Groninger wipkar zoals in gebruik op de boerderij <strong>van</strong><br />

Weerts. Met dank aan het Museum Historische Landbouwtechniek te toch een metalli-<br />

Wageningen.<br />

<strong>12</strong>


sche bijsmaak had. In de zomer werd de<br />

regenput gebruikt om de melk <strong>van</strong> het avondmelken<br />

in koel te houden. We deden nog niet<br />

in ijskasten of gekoelde ruimtes. In het bakhuus<br />

verbleven de varkens, voorzover ze niet<br />

buiten waren. Ik hield er een koppeltje konijnen,<br />

maar heb het als konijnenfokker nooit ver<br />

gebracht. Verder kookte moeder Weerts er de<br />

aardappels voor de varkens in. Dat ging in<br />

grote open ketels boven een turfvuur. De paardenstal<br />

was groot genoeg voor vier paarden,<br />

maar er waren er meestal maar drie. Als ik aan<br />

de boerderij terugdenk zie ik eerst aardappels<br />

en dan paarden. Boer Weerts was zelfs in staat<br />

vriendschap te sluiten met zijn koeien en ook<br />

met de stier. Ik heb het niet verder gebracht dan<br />

een haat-liefde verhouding met de paarden. In<br />

het begin bekeken ze me niet en trokken zich<br />

niets <strong>van</strong> me aan. Geleidelijk begonnen ze enig<br />

respect voor me te krijgen omdat ik aardig voor<br />

ze was, ze af en toe een aardappeltje of een<br />

knolletje toestopte en nooit mijn geduld<br />

verloor. Ik werd door Weerts het land op<br />

gestuurd om enorme lappen grond te ploegen.<br />

Het waren ploegen met een enkele schaar, dus<br />

je trok maar één voor. En die voor moest<br />

kaarsrecht zijn. Weerts kwam een paar keer per<br />

dag kijken, ging aan het eind <strong>van</strong> de voor staan,<br />

kneep één oog dicht en knikte afhankelijk <strong>van</strong><br />

zijn instemming goedkeurend of zei: "Doe dat<br />

stukje nog maar eens over". Er bleef geen<br />

hoekje ongeploegd en als het klaar was en<br />

Weerts tevreden, was ik voldaan en trots. Ik<br />

deed wel 14 dagen over zo'n stuk land, <strong>van</strong> 's<br />

morgens vroeg tot 's avonds laat altijd met<br />

hetzelfde paard of stel paarden en dan leer je<br />

elkaar wel kennen. Weerts heeft me geleerd dat<br />

als iets waard is om gedaan te worden het dan<br />

waard is om goed gedaan te worden.<br />

De hof en de schuur<br />

Aan de voorkant <strong>van</strong> de boerderij bevond zich<br />

een met populieren omringde hof. Het was een<br />

moestuin annex boomgaard. De moestuin was<br />

natuurlijk het domein <strong>van</strong> moeder Weerts. Ze<br />

verbouwde er sla, wortels, bieten, uien en<br />

sperciebonen. Verder uiteraard spruitjes, radijs<br />

en boerenkool niet te vergeten. Ze verbouwde<br />

ook wel groene kool, maar het succes daar<strong>van</strong><br />

sprak mij minder aan. Iets niet eten was er bij<br />

Weerts niet bij, maar gelukkig heeft hij me<br />

nooit gedwongen karnemelk te drinken en een<br />

melkdrinker was ik ook al niet want de melk<br />

werd gekookt met als gevolg vellen erop; in de<br />

lokale taal hemdslippen genoemd. Ik noem ze<br />

nog zo. Vrouw Weerts had ook een bed aardbeien<br />

en rode- en kruisbessenstruiken waar<strong>van</strong><br />

dan weer jam voor de boterham werd gemaakt.<br />

In mijn ogen was alles wat in de hof verbouwd<br />

werd <strong>van</strong> superkwaliteit. Voor zover niet<br />

meteen genuttigd, werd alles in glazen geweckt<br />

en in de kelder onder de opkamer bewaard om<br />

's winters te worden gegeten. Eigenlijk kwam<br />

groente alleen maar op zondag op tafel. Sla<br />

werd wel door de week gegeten, in het seizoen<br />

vrijwel dagelijks. In de boomgaard stonden<br />

appel- en perenbomen en een enkele<br />

kersenboom ten gerieve <strong>van</strong> de spreeuwen. Wij<br />

kwamen er nooit aan te pas. Na de<br />

mi<strong>dd</strong>agmaaltijd gingen we als het fruit nog aan<br />

de boom hing de boomgaard in om een<br />

afgevallen appeltje te rapen. Ik heb nooit in<br />

mijn leven lekkerder appeltjes gegeten. De<br />

naam er<strong>van</strong> ben ik vergeten; ze ha<strong>dd</strong>en een<br />

ruwe schil en waren hard en zacht zuur. De<br />

appels werden in de kelder onder de opkamer<br />

in manden bewaard met wat stro erussen om<br />

het voortijdig rot worden tegen te gaan. Ze<br />

werden gebruikt voor de bereiding <strong>van</strong> appelmoes<br />

en ook wel om zo te eten, maar alles met<br />

mate en zuinigheid. Niemand kwam ooit iets<br />

tekort. In die tijd groeiden er ook nog rode-ster<br />

appeltjes in Nederland dus ook in de<br />

boomgaard <strong>van</strong> Weerts. Nu moet je daarvoor<br />

naar de chicste groentezaak in Amsterdam en<br />

daar zijn ze onbetaalbaar. Wie weet komen ze<br />

uit Chili of Nieuw Zeeland. "Toen was geluk<br />

heel gewoon".<br />

Als we de hof verlaten in de richting <strong>van</strong> de<br />

weg <strong>van</strong> Kloosterhaar naar Bruchterveld<br />

komen we (kwamen we) langs een enorme<br />

zwarthouten schuur, waar Weerts zijn landbouwmachines<br />

in bewaarde, zoals ploegen,<br />

eggen, cultivators en een aardappelschudmachine.<br />

Die aardappelschudmachine had een<br />

drietal roosters boven elkaar, <strong>van</strong> groot naar<br />

klein, waarmee de aardappels op grootte werden<br />

gesorteerd. De schu<strong>dd</strong>ende roosters wer-<br />

13


den met de hand via een overbrenging in<br />

beweging gebracht, hetgeen bepaald geen licht<br />

karwei was. Ik heb later deze aarappelsorteerder<br />

tijdens college voor studenten als model<br />

gebruikt om een bepaalde functie <strong>van</strong> het hart<br />

bij ritmestoornissen uit te leggen. In het najaar<br />

of de winter werd er altijd een dorsmachine<br />

naast de zwarte schuur geplaatst. Geen enkele<br />

boerderij beschikte over een eigen dorsmachine.<br />

Het was een gigantisch apparaat dat met<br />

een aparte stoommachine werd aangedreven.<br />

Het monster stond dan een aantal dagen in een<br />

enorme stofwolk te hijgen en te puffen. Met<br />

verontschuldigde eerbied, maar het moet<br />

gezegd worden, het snot kwam zwart uit je<br />

neus. Het ging vrijwel altijd om rogge. Tarwe<br />

was op de landbouwgrond in Noordoost-<br />

Overijsel geen succes, maar werd evenals de<br />

haver voor de paarden in beperkte mate wel<br />

verbouwd. De dorsmachine schei<strong>dd</strong>e letterlijk<br />

het kaf <strong>van</strong> het koren en produceerde het graan<br />

in grote zakken en met ijzerdraad<br />

samengebonden strobalen. Het graan werd<br />

verkocht en de strobalen overdekt opgeslagen<br />

opzij <strong>van</strong> de potstal. Binnen in die strobalen<br />

was ruimte voor een nachtverblijf voor de<br />

onderduikers uitgespaard. Die ruimte kon<br />

alleen maar via de potstal bereikt worden<br />

waarbij Weerts de stier in bedwang hield.<br />

Foto <strong>van</strong> een dorsmachine zoals die ieder najaar of winter bij Weerts<br />

verscheen voor het oogsten <strong>van</strong> het graan. De aandrijving werd verzorgd<br />

door een klassieke stoommachine. Met dank aan het<br />

Veenkoloniaal Museum te Veendam.<br />

Tenslotte<br />

Hiermee neemt mijn verhaal een (voorlopig)<br />

einde, niet omdat alles verteld is, maar omdat<br />

ik op de 60ste verjaardag <strong>van</strong> de bevrijding<br />

recht wilde doen aan de nagedachtenis <strong>van</strong><br />

Weerts en <strong>van</strong> de boerderij en haar bewoners.<br />

Voor mezelf was het een nostalgische gang<br />

naar het verleden. Ik hoop tevens een kleine<br />

bijdrage geleverd te hebben aan het levend<br />

houden <strong>van</strong> de herinnering aan iets bijzonder<br />

waardevols. Weerts overleed na een rijk, avontuurlijk<br />

en boordevol leven op 31 oktober<br />

1967; hij was 84 jaar oud; ik was 42 en stond<br />

in het volle leven. Op zijn sterfbed zei hij, helder<br />

en kernachtig zoals ik hem kende, tegen<br />

me: "George (mijn onderduiknaam, die hij<br />

altijd is blijven gebruiken) ik heb het eran, mar<br />

ie mut nog vort, maak dr wat <strong>van</strong>". Ik heb mijn<br />

best gedaan. De tijd bij Weerts en zijn vrouw<br />

doorgebracht blijft mij, ondanks het verdriet<br />

<strong>van</strong> het verlies <strong>van</strong> mijn ouders en het grootste<br />

deel <strong>van</strong> mijn familie in de oorlog, vervullen<br />

met dankbaarheid voor hun genegenheid, hun<br />

moed en de morele en mentale bagage die ze<br />

me in die oorlog hebben meegegeven op mijn<br />

verdere levensreis; een levensreis die op 4<br />

april 1945 pas echt begon.<br />

Gebruikte bronnen:<br />

Meijler F.L. Kun jij een aardappel maken?.<br />

1987; Wetenschappelijke<br />

uitgeverij Utrecht:<br />

Hoofdstukken 1,2,3 en 15.<br />

(niet in de handel<br />

verkrijgbaar) Hof J. Brood<br />

voor stenen. De<br />

geschiedenis <strong>van</strong> een<br />

streek en een kalkzandsteenfabriek,<br />

geschreven<br />

t.g.v. het 25 jarig bestaan<br />

<strong>van</strong> de Anker<br />

Kalkzandsteenfabriek in<br />

Kloosterhaar. 1960-1985<br />

(niet in de handel verkrijgbaar)<br />

3. Meijler F.L. Barghoesspul,<br />

1989; <strong>Rondom</strong><br />

den Herdenbergh, 6e<br />

jaargang: 551-554<br />

14


Hongerwinter 1945<br />

In de hongerwinter <strong>van</strong> het laatste oorlogsjaar kwamen veel mensen uit het westen <strong>van</strong> ons land<br />

naar Overijssel om eten te halen. Ook twee vrouwen uit Gouda ondernamen die barre tocht (168<br />

km). Hun doel was om naar Vedelaar te gaan in Heemserveen bij de Haarmolen. Ze kenden deze<br />

mensen <strong>van</strong>wege eerdere contacten in de oorlog (Kinderuitzending).<br />

De belofte om na de volbrachte tocht een bericht te sturen over hun ervaringen onderweg werd<br />

ingelost. Op rijm zelfs. Gericht aan de familie Vedelaar, inzonderheid aan Mans, die de vrouwen<br />

hielp met de bepakking <strong>van</strong> de fietsen. (Red.)<br />

Jac. <strong>van</strong> Heeren - Jongkoen (1906-1996)<br />

Op een morgen in Januari<br />

-wat ik U zeg is geen larie-<br />

gingen twee dames vroeg op pad<br />

uit de Goudsche pijpenstad.<br />

Ze waren om vijf uur uit de veren gekropen<br />

en zouden in Overijssel eten gaan kopen.<br />

Maar, in 't donker viel het een klein beetje tegen:<br />

wat waren dat deksels gla<strong>dd</strong>e wegen.<br />

Het stuur deed niets anders dan bibberen<br />

en 't achterwiel ging <strong>van</strong>zelf aan 't slibberen.<br />

Opeens viel Dina tegen de vlakte.<br />

Maar denk niet dat de moed in haar schoenen zakte;<br />

welnee, ze besloten moedig een eind te gaan lopen.<br />

Maar, toen ging het stuur malle fratsen verkopen.<br />

Het stond lelijk scheef; maar een mijnheer kwam te borde<br />

en bracht het stuur weer fijntjes in orde.<br />

Ze bereikten al spoedig Oudewater<br />

onder vrolijk wijvengesnater.<br />

Gelukkig begon het toen in 't Oosten te dagen<br />

en ze besloten het nu op de fiets weer te wagen.<br />

Dat ging naar wens: ze bereikten spoedig Montfoort.<br />

Toen zei Dina: "Owee, mijn trapper doet niet zo 't hoort.<br />

Hij slaat telkens door, we zullen het wagen<br />

eens aan gindsen marechaussee om hulp te vragen".<br />

Die man dacht: "Och hé, wat een schat <strong>van</strong> een kind"<br />

en was onze Dina heel vriend'lijk gezind.<br />

Maar, terwijl hij meefietste en hoorde <strong>van</strong> een verloofde<br />

was het, of 's mans enthousiasme wat doofde:<br />

hij zei: "Dat is werk voor een fietsenmaker, hoor",<br />

en fietste toen gauw er lustig <strong>van</strong> door.<br />

Die fietsenmaker vonden we in Utrecht al gauw.<br />

En die zei ons: "Het zit hem alleen in de kou".<br />

Gerustgesteld fietsten we kalm zo als 't hoort<br />

en bereikten al spoedig Amersfoort.<br />

Daar zouden we nuttigen onze erwtensoep,<br />

al was het desnoods op de rand <strong>van</strong> een stoep.<br />

Maar zeg, lieve mensen, nu moet je eens horen:<br />

15


de erwtensoep was onderweg stijf bevroren. Wat nu met bevroren<br />

soep te beginnen? Dat zaakje krijgen we zo nooit naar binnen. We<br />

hebben toen maar bij een huis aangebeld. En de vrouw, die daar<br />

woonde, de geschiedenis verteld. Dat goede mens wist natuurlijk<br />

wel raad: ze warmde ons soepje, en weer helemaal paraat,<br />

fietsten we weer verder, vol moed en vertrouwen, want we<br />

wisten, dat dit reisje ons nooit zou berouwen. Door Nijkerk<br />

heen, langs Putten en zo kwamen we vrij spoedig in<br />

Ermelo. Maar, owee, daar had men flink zout gestrooid, 't<br />

Was goed bedoeld, maar 't hielp ons niets, we konden er<br />

niet verder met de fiets. Toen maar gaan lopen tot<br />

Harderwijk. Eenmaal daar gekomen, voelden we ons toch<br />

rijk. We ha<strong>dd</strong>en 't er aardig afgebracht en zochten onderdak<br />

voor de nacht. Maar eerst wilden we nog wat eten, want dat<br />

moet je onderweg niet vergeten. Er passeerde ons een<br />

mijnheer, die zei: "U moet weten: je kan in de Finofabriek<br />

soep gaan eten." Toen kwamen we terecht bij heel gastvrije<br />

mensen en ha<strong>dd</strong>en 't zo goed, als we maar konden wensen.<br />

We werden onthaald op melk, pannekoek en brood. Dus die<br />

avond ha<strong>dd</strong>en we met 't eten geen nood. Voor de nacht een<br />

fijn bed, en onder vrolijk gesnap gingen we 's morgens<br />

vroeg weer op stap. We moesten weer lopen, de sneeuw lag<br />

te dik. En toen ging het dooien, werd het allemaal slik. Toen<br />

gingen we langzaam op Wezep aan. Daar kwamen we voor<br />

een lastig geval te staan. Het wiel <strong>van</strong> tante Co ging raar<br />

marchanderen. Ze dacht: "Wat zal daar nu weer aan<br />

mankeren." De as was gebroken; o lieve grut, wat zaten we<br />

toen toch lelijk in de put. Was Mans nu maar bij ons, die<br />

wist wel weer raad, want dat is altijd een man <strong>van</strong> de daad.<br />

Na veel zoeken en heen en weer gestuur - ze wezen ons <strong>van</strong><br />

het kastje naar de muurwas er een man, die vond nog een<br />

as. Wat waren we toen toch ineens weer in onze sas. Toen<br />

ging het vrolijk op Zwolle aan en belden daar bij een<br />

dominee aan. Die goeie man zei: "Komen jullie maar<br />

binnen." Ze wilden er net met de maaltijd beginnen. Daar<br />

kregen we toen ook weer heerlijk te eten. De ondervonden<br />

gastvrijheid zullen we nimmer vergeten. 's Morgens vol<br />

moed opgestaan, want nu ging het op Heemse aan.<br />

16<br />

De twee vrouwen, Co en Dina, die de<br />

tocht maakten en het gedicht schreven.


Maar o, wat viel dat toch bitter tegen;<br />

wat waren het schrikkelijk slechte wegen.<br />

Dan weer eens fietsen, dan weer lopen.<br />

We kregen 't gevoel dat we kwamen gekropen.<br />

Toen zei tante Co: "Wat is dat voor geluid?"<br />

Daar puilde de binnen- de buitenband uit.<br />

Wat nu te beginnen? Een stuk buitenband gepakt<br />

-want Dina had wel eens meer met dat bijltje gehakt-<br />

het bandje gelapt en, waarempel, 't ging goed.<br />

We togen weer verder, per fiets en te voet.<br />

Toen kwamen we bij een verboden terrein<br />

en dachten: "Wat zal dat nu weer zijn?"<br />

We gingen een zij wegje in en toen over een spoorlijntje.<br />

Heus mensen, het was om de drommel geen geintje<br />

't Was hobbeldebobbel met de fiets aan de hand.<br />

We dachten: "Waar zijn we nu toch beland?"<br />

Toen ging daar opeens zo'n vuurspuwend monster<br />

vlakbij ons de lucht in; we verstijfden <strong>van</strong> schrik.<br />

Een V 1, die, volgens gewoonte, mislukte.<br />

We ha<strong>dd</strong>en weg kunnen zijn in één ogenblik.<br />

We begonnen pas later goed te beseffen<br />

wat een vreeslijk lot ons daar had kunnen treffen.<br />

We fietsten weer verder met de beef in ons benen<br />

en gingen zo gauw mogelijk <strong>van</strong> die vreselijke plek henen.<br />

Toen daar opeens tante Co viel met de fiets.<br />

De voet er dwars onder; dat was toch weer iets<br />

om even te lachen, wat we dan ook deden.<br />

En toen maar weer lopend verder gegleden.<br />

Tot, daar opeens, de weg werd weer beter.<br />

We kregen wind mee, nu, dat was me wat.<br />

Maar, na een half uur fietsen, we opeens moesten merken,<br />

dat we ons bevonden op een heel verkeerd pad.<br />

Maar weer terug, dan natuurlijk wind tegen.<br />

Wat werden we het nu <strong>van</strong> lieverlee zat.<br />

Maar eindelijk, daar kwamen we een postbode tegen.<br />

We dachten: "Die man heeft verstand <strong>van</strong> het pad."<br />

"Mijnheer, hoe lang is het nu nog naar Heemse?"<br />

"Een goed uurtje lopen, dan heb je 't gehad."<br />

Maar, na een goed uur, toen al weer eens vragen<br />

aan een man, die daar aan kwam: "Hoe lang nog mijnheer<br />

is het lopen naar Heemse?" Toen hoorden we weer<br />

"Een uurtje nog dames."<br />

We stonden te kijken, of we water zagen branden<br />

en kregen 't gevoel, nooit in Heemse aan te landen.<br />

Maar weer een uur lopen en onderwijl hopen,<br />

dat we er dan toch nog die dag zouden zijn.<br />

Toen gingen we naar een viersprong aan 't zoeken.<br />

Als we daar eenmaal waren, dan kwam het wel goed.<br />

Als we de molen maar zien, dan komen we er zeker.


En die gedachte gaf ons steeds moed.<br />

Tot daar opeens, daar zien we het liggen:<br />

Het huis, waar ons hunk'ren steeds op was gericht.<br />

O mensen, wat was in ons hart toen een jubel.<br />

Jullie rondom de kachel, dat was een gezicht.<br />

Daar brak de spanning; 't was even te veel.<br />

Maar wat een vreugde werd toen ons deel.<br />

De dagen, die volgden, waren één feest.<br />

Maar nu begeeft me de dichtersgeest.<br />

We zullen dit gewoon vertellen<br />

en de terugreis weer op rijm gaan stellen.<br />

Nu, beste mensen, hoe we de dagen bij U doorgebracht hebben, is U bekend. Maar nooit kunt U<br />

zich voorstellen wat het voor ons geweest is; om nooit te vergeten! Dat heerlijke eten; dat hartelijk<br />

meeleven <strong>van</strong> alle kanten! Wij zijn overladen met weldaden. Nee maar nu geloof ik, dat ik geen<br />

gewone brief meer kan schrijven. Het rijmen gaat <strong>van</strong>zelf. Dat heb je <strong>van</strong> grote geesten. Maar<br />

soms zitten we een uur op het puntje <strong>van</strong> ons potlood te bijten; daar praatje natuurlijk niet over.<br />

Mans, we zullen ons best doen, dat het knal wordt. Je hebt aan ons zoveel tijd en moeite besteed,<br />

dat, al zou het uren of dagen kosten, een gedicht moetje hebben. Maar we krijgen een brief terug,<br />

hè? En nu de terugreis. Vooruit, daar gaat-ie!<br />

Beladen met een rijke buit<br />

trokken wij 's morgens Heemse uit.<br />

Maar wat een tegenvaller was dat:<br />

De wegen waren vreeslijk glad.<br />

Zo konden wij niet fietsen gaan,<br />

of we moesten de helft <strong>van</strong> ons eten laten staan.<br />

Maar bij ons thuis wachtten hongerige magen,<br />

daarom kozen wij moedig de benenwagen.<br />

Wat een geglij, wat een geglibber<br />

en wat had ons stuur toch geweldig de bibber!<br />

En zakte ons fietsje, dan konden we 't niet houwen.<br />

We leerden toen wel als een kerel te sjouwen.<br />

Zo kwamen wij weldra in Lutten aan<br />

en dachten: "Ziezo hoor, 't zal verder wel gaan."<br />

Daar klapte Dina's band, over de brug.<br />

O, we wilden zo wel weer naar Mans terug.<br />

Maar toen kwam er een man met een meelijdend hart<br />

die zag er ons Dientje staan met haar smart.<br />

Hij riep toen zijn zoon, die op bed lag, en zei:<br />

"Maak jij nu dat arme kind eens gauw blij."<br />

Wat deed die spontane hulp ons weer goed.<br />

We togen weer verder met nieuwe moed.<br />

Toen bij een bakker onze pap opgegeten.<br />

Die aardige mensen zullen we ook niet gauw vergeten. (Uit Dr. L. de Jong, de bezetting deel 5<br />

Nu maar weer lopen op Zwolle aan. uitg. Querido, Amsterdam 1965)<br />

We dachten: "Dat krijgen we <strong>van</strong>daag wel gedaan."<br />

18


Stephanoten<br />

Mededelingen <strong>van</strong> het bestuur en werkgroepen<br />

Bijlage <strong>Rondom</strong> den Herdenbergh<br />

UITNODIGING<br />

Voor de jaarvergadering <strong>van</strong> de Historische Vereniging Hardenberg e.o. op maandag 23 mei <strong>2005</strong> om 20.00<br />

uur in De Schakel te Hardenberg.<br />

Agenda jaarvergadering.<br />

1. Opening<br />

2. Jaarverslag 2004<br />

3. Financieel verslag 2004<br />

De jaarverslagen zullen in de zaal worden uitgereikt.<br />

4. Verslag kascommissie en benoeming nieuw lid kascommissie.<br />

5. Bestuursverkiezing<br />

Voordracht: Fred Hamhuis en Lucas Odink (vacatures 2004)<br />

Aftredend Jan Sierink (<strong>2005</strong>)<br />

6. Eventuele overname <strong>van</strong> museale taken <strong>van</strong> de Gemeente Hardenberg.<br />

Toelichting punt 6 volgt tijdens de vergadering.<br />

7. Mededelingen publieksactiviteiten (excursies)<br />

8. Rondvraag en sluiting.<br />

Aansluitend een video-presentatie <strong>van</strong> verenigingsactiviteiten uit de afgelopen jaren.<br />

NIEUWE LEDEN<br />

E.J. Hekman<br />

T. Hartgerink<br />

DJ. Nijeboer<br />

J. Lugies<br />

J. Hazelaar<br />

G. Pullen<br />

A.G.M, <strong>van</strong> der Wurff<br />

J.C. Minnes<br />

J. Geertjes<br />

G. Veldhuis<br />

J.M. <strong>van</strong> der Gorcum-ten Wolde<br />

R. Jonkhans<br />

R. Veneman<br />

J. Luisman<br />

DJ. Breukelman-Grendelman<br />

L. Dekker<br />

E.J. Luisman<br />

H. Bakker-Heldt<br />

J. Boers<br />

H.L de Lange<br />

C. <strong>van</strong> der Klauw<br />

Emtenbroekerdijk 29<br />

Elzenlaan 17<br />

Z|waluwstraat 2<br />

Hoogenweg 67 Adm.<br />

Helfrichstraat 59<br />

Krüserbrink 8 Beekberg<br />

89 Luxemburglaan 273<br />

Koppellaan <strong>10</strong><br />

Tollenstraat 82 M.C.<br />

Verloopweg 59<br />

Stobbenhaarweg 20<br />

Hoopsteeweg 21 W.<br />

Hentostraat 4 Jac. v.<br />

Riemsdijkstraat 24<br />

Ooievaarstraat 263 Adm.<br />

Helfrichstraat 73<br />

Spaanskamp 8<br />

Spaanskamp <strong>12</strong><br />

Rheezerweg <strong>10</strong>9<br />

Vechtvoorde 92<br />

1e kwartaal <strong>2005</strong><br />

7694 TJ Kloosterhaar<br />

7771 DJ Hardenberg<br />

7772 AS Hardenberg<br />

7792 VE Venebrugge<br />

7772 BZ Hardenberg<br />

7772 XM Hardenberg<br />

7772 DS Hardenberg<br />

1966 BM Heemskerk<br />

7772 AK Hardenberg<br />

3881 JV Putten 3956<br />

BM Leersum 7791<br />

HE Radewijk<br />

7695 SJ Bruchterveld<br />

7692 AM Marienberg<br />

7772 AS Hardenberg<br />

2162XNLisse<br />

7772 BZ Hardenberg<br />

7771 BT Hardenberg<br />

7771 BT Hardenberg<br />

7694 RJ Rheeze<br />

7772 VC Hardenberg


J. Th. Jonkman Vechtvoorde <strong>12</strong>0 7772 VC Hardenberg<br />

G. Timmerman Jasmijnweg 67 3852 GH Ermelo<br />

A.M. Stoevelaar Rembrandtstraat 9 7771 XE Hardenberg<br />

A.J. Kompagne Hoogenweg 63 7792 VE Venebrugge<br />

S. Bouma Hardenbergerweg 431 7696 BS Bruchterveld<br />

G.J. Gerritsen Kollergang 2 7773 NH Hardenberg<br />

B. <strong>van</strong> der Veen Rijssensestraat 92 7641 NL Wierden<br />

F. <strong>van</strong> Laar Roggestraat 82 7683 AJ Den Ham<br />

EXCURSIE ARNHEM<br />

De jaarlijkse grote excursie gaat deze zomer naar Arnhem en omgeving. Op het programma staan bezoeken<br />

met rondleidingen aan kasteel en tuin Mi<strong>dd</strong>achten in De Steeg, de wijnkelders met daarbij het Nederlands<br />

wijnmuseum <strong>van</strong> Robbers & Van der Hoogen (sinds 1842) in Arnhem en het Airborne Museum in Oosterbeek<br />

, het voormalige Britse hoofdkwartier <strong>van</strong> de Slag om Arnhem in 1944. De glazen lift in de uit de as verrezen<br />

Eusebiustoren brengt de bezoeker desgewenst tot op 73 meter hoogte met grandioos uitzicht rondom de 'brug<br />

te ver' en passeert (met 53 klokken) het zwaarste nog spelende carillon <strong>van</strong> Europa. Via een bezoekje aan het<br />

winkelcentrum <strong>van</strong> Arnhem langs de Hoge Veluwe terug naar huis.<br />

Bij voldoende belangstelling kan men kiezen uit drie data: vrijdag 17, dinsdag <strong>22</strong> en woensdag 23 juni. Prijs<br />

? 40,00 p.p. Vertrek 8.00 uur <strong>van</strong>af Stephanusplein / gemeentehuis.<br />

Terug ca 20.30 uur. Kaartverkoop in de Historiekamer, Voorstraat 34, Hardenberg.<br />

(een idee: broodje mee / koffie in de bus gratis)<br />

KASTEEL MIDDACHTEN<br />

Mi<strong>dd</strong>achten wordt voor het eerst vermeld in het jaar 1190. De huidige vorm dateert uit het eind <strong>van</strong> de 17e<br />

eeuw. Door vererving is het beheer <strong>van</strong> het landgoed nu in handen <strong>van</strong> de 24ste Vrouwe <strong>van</strong> Mi<strong>dd</strong>achten,<br />

Isabelle Gravin Ortenburg-Gravin <strong>van</strong> Aldenburg Bentinck. Omdat Mi<strong>dd</strong>achten nooit is verkocht en <strong>van</strong> de<br />

ene generatie op de andere is overgegaan, is het zo 'compleet' gebleven. Daarom is het kasteel ingericht met de<br />

oorspronkelijke inboedel <strong>van</strong> vier eeuwen. De fraaie tuinen vinden eveneens hun oorsprong in de 17e eeuw.<br />

AIRBORNE MUSEUM<br />

In september 1944 vochten ruim tienduizend man Britse en Poolse luchtlandingstroepen in Arnhem en omgeving.<br />

Hun doel was het veroveren <strong>van</strong> de Rijnbrug. Zeshonderd <strong>van</strong> hen wisten de brug te bereiken. Wachtend<br />

op versterking vochten zij vier dagen lang om het behoud er<strong>van</strong>. De rest <strong>van</strong> de troepen lukte het niet hen te<br />

bereiken. Slechts <strong>22</strong>93 militairen lukte het om naar hun land terug te keren.<br />

Het museum geeft met authentiek materiaal, originele filmbeelden, levensechte diorama's en een audiovisuele<br />

presentatie een indringend beeld <strong>van</strong> de tragedie die zich in en bij Arnhem heeft afgespeeld.<br />

EMSLANDLAGER<br />

Vijftien verschrikkelijke kampen net over de grens. Kamp Alexisdorf / Neugnadenfeld in de gemeente<br />

Emlichheim was er één <strong>van</strong>. In totaal werden er in de jaren 1933 tot en met 1945 circa 80.000 concentratie-en<br />

strafge<strong>van</strong>genen vastgehouden, terwijl de schatting krijgsge<strong>van</strong>genen oploopt tot 180.000. Ongeveer 29.000<br />

mensen overleefden de kampen niet.<br />

Pieter Albers uit Emmen vertelt op dinsdag 19 april in De Schakel om 20.00 uur aan de hand <strong>van</strong> een dia-presentatie<br />

over deze Emslandlager. Ook zal dan het bekende lied "Wir sind die Moorsoldaten" te horen zijn.<br />

Geen enkel lied, dat in de kampen in de nazi-tijd is geschreven heeft zo'n grote populariteit gekregen als juist<br />

dit lied <strong>van</strong> net over de grens. Reeds voor 1945 was het in alle landen <strong>van</strong> Europa en in Amerika bekend. Het<br />

werd als strijdlied onder meer gezongen tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) en door de verzetsmensen<br />

in Frankrijk<br />

Gezien de grote belangstelling tijdens de diapresentatie over kasteel Rechteren door Ab Goutbeek op 23 februari<br />

(tot de laatste plaats bezet) lijkt het ons beter belangstellenden te vragen dit keer vooraf een gratis toegangskaart<br />

te halen in de Historiekamer, Voorstraat 34 Dan weten we <strong>van</strong> te voren hoeveel tafels er al of niet<br />

in de zaal kunnen blijven staan.<br />

2


Op zaterdag 24 september volgt een dag-excursie langs de voormalige kamplocaties. Hiervoor zijn eveneens<br />

kaarten verkrijgbaar in de Historiekamer (prijs ? 27,50 / inclusief expositie en lunch in Papenburg)<br />

VJT - BEVRIJDINGSTOER<br />

Op de zaterdagen 9 - 16-23-30 april worden rondritten langs gedenkplaatsen uit de oorlog in de gemeente<br />

Hardenberg georganiseerd. Bij voldoende belangstelling om 9.30 uur en om 14.00 uur. Deelnemers die in<br />

Dedemsvaart een kaart kopen bij de Multi Media Shop (Julianastraat <strong>12</strong>) vertrekken <strong>van</strong>af de parkeerplaats bij<br />

de kalkovens. Zij die op het Stephanusplein / gemeentehuis in Hardenberg willen instappen, kopen een kaart<br />

in de Historiekamer, Voorstraat 34 (tussen 9 en <strong>12</strong> uur) De kaarten <strong>van</strong> Dedemsvaart en Hardenberg zijn niet<br />

verwisselbaar. Het betreft dezelfde route (bijna 4 uur) voor dezelfde prijs. ( ? <strong>10</strong> p.p /jeugd ? 5 p.p)<br />

KLEPPERTOER <strong>2005</strong><br />

Traditiegetrouw start in de maand mei weer een nieuwe Kleppertoer. Zoals te doen gebruikelijk met dezelfde<br />

beproefde (vertel) formule maar met een totaal andere route. De route slingert dit keer aan weerszijden <strong>van</strong> de<br />

provinciegrens tussen Drenthe en Overijssel.<br />

Een grens die voor een groot gedeelte wordt gevormd door het sterk kronkelend riviertje de Reest, ook wel<br />

genoemd de 'grootvorstin der Drentse stromen'. Het Reestdal is het resultaat <strong>van</strong> een uniek samengaan tussen<br />

mens en natuur. De boeren zijn de Reestlanden eeuwenlang op dezelfde manier blijven beheren door ze regelmatig<br />

te hooien en niet te bemesten. Zo ontstonden er aan weerszijden <strong>van</strong> de beek bloemrijke hooilanden waar<br />

plantensoorten groeien die elders in Nederland buitengewoon zeldzaam zijn. Ook bezienswaardigheden als<br />

Oud Avereest, de Ommerschans en het Kalkovencomplex in Dedemsvaart doen oude tijden herleven.<br />

Verkoop <strong>van</strong> buskaarten (ad ? <strong>10</strong> p.p) in de Historiekamer, Voorstraat 34 te Hardenberg (tussen 9 en <strong>12</strong> uur).<br />

De eerste rit is op dinsdag 17 mei <strong>van</strong>af het Stephanusplein / Gemeentehuis om 18.00 uur (<strong>van</strong>af 2 augustus<br />

om 17.00 uur) In principe rijden er wekelijks bussen op dinsdag- en woensdagavond tot de maand september.<br />

Rolstoelgebruikers vooraf melden. Groepen kunnen ook afspraken maken voor ritten op afwijkende tijden en<br />

opstapplaatsen.<br />

VAN 'T IEN OP 'T AANDER<br />

Een nieuwe bundel met verhalen en gedichten in de streektaal <strong>van</strong> Henduk <strong>van</strong> 't Westende is op zaterdag 19<br />

maart in de Historiekamer gepresenteerd. Henduk weet ook nu weer (na zijn eerste bundel Tiedverdrief) allerlei<br />

herinneringen uit het verleden op een fijnzinnige manier tot de verbeelding <strong>van</strong> de lezer te laten spreken. Zo<br />

wordt een stukje herkenbare geschiedenis <strong>van</strong> de eigen streek doorgegeven aan de volgende generaties: Van 't<br />

ien op 't aander. Verkrijgbaar in de Historiekamer. Prijs ? 6.00<br />

EXPOSITIE HISTORIEKAMER<br />

Van 8 april t/m eind september is er in de Historiekamer, Voorstraat 34 een expositie met de titel "Van mobilisatie<br />

tot dekolonisatie" Met allerlei materialen, zoals dagboeken, brieven, aanplakbiljetten, kleding en oude<br />

films wordt geprobeerd een beeld te schetsen <strong>van</strong> de oorlogsjaren en <strong>van</strong> het leven <strong>van</strong> Hardenbergse militairen<br />

in Nederlands-lndië en Nieuw Guinea. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag <strong>van</strong> 13.30 tot 16.30 uur.<br />

Groepen op afspraak.<br />

NOG MEER 60 JAAR BEVRIJDING<br />

Van 20 april t/m 7 mei : parallel aan de Anne Frank tentoonstelling een expositie over werkkamp Molengoot<br />

in de Voorveghter (<strong>van</strong> 9 tot 15 uur). RTV Oost zendt op 29 maart een documentaire <strong>van</strong> dit werkkamp uit.<br />

Mensen die daar verbleven vertellen daarin hun verhaal. Van 20 april t/m 7 mei: expositie werkkampen<br />

Balderhaar en Kloosterhaar in het dorpshuis te Kloosterhaar.


AANWINSTEN<br />

Apeldoorne. Woord veur woord ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> Dialectwerkgroep Hermen Bomhof in<br />

Apeldoorn Ugchelen (in ruil voor Plat ni-js uit <strong>Rondom</strong>) Krek-<br />

Wa'j - Zek, zegswiezen uut 't Oost-Veluws dialekt (Dialectgroep Hermen Bomhof)<br />

- Transcripties -, door Gezinus Grissen:<br />

Register <strong>van</strong> aangegeven lijken Vriezenveen 1806-18<strong>12</strong>,<br />

Trouwboek Vriezenveen 1681-1795, Lidmatenboek<br />

Vriezenveen 1792-1858, Doopboek Vriezenveen 1697-<br />

1816.<br />

- Ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> Piet Hemmes Hardenberg:<br />

boekje Hervormde Kerk Hardenberg 1848-1998, en Hardenberg de eeuwen door,<br />

pentekening Hardenbergh 1725, enkele folders en oude <strong>Rondom</strong>'s.<br />

- <strong>van</strong> K. Vinke Hardenberg: boek "Vinke en Co 1860-1985"<br />

- <strong>van</strong> Mev. Klooster uit Arnhem: schoolfoto Chr.Nat.school Hardenberg 1920, en bonkaarten <strong>van</strong> 1948.<br />

- Jaarboek CBG 2004.<br />

- boek, Het vechtdal overstroomd.<br />

- Memoires <strong>van</strong> Bönne Ruijs.<br />

- Overijsselsche Historische Bijdragen.<br />

- Natuur en Wandelgebieden in Nederland.<br />

- Euregio Museumgids.<br />

- Jubileum boek MC. De Gasschoeve 30 jaar.<br />

- <strong>van</strong> Jan Wolthuis, bacosleutel en benzinedop uit oorlogsvliegtuig.<br />

- door Gerrit <strong>van</strong> Faassen, Almelo:<br />

Index geboorten Hardenberg 1 mei 1941 - 31 december 1960<br />

Index huwelijken 1923 - 31 december 1960 Index overlijden<br />

1930-31 december 1960<br />

- Mil. Zakboekje <strong>van</strong> Antonie en Hendrik Jan Santman.<br />

- <strong>van</strong> G.J.Veldhuis: folder Ruilverkaveling Hardenberg Oost maart 1980.<br />

- <strong>van</strong> de Fam Mulder-Hulsegger: katoenen broeken met kant en een rol linnen.<br />

- <strong>van</strong> Fam. Rengeling: 1 houten PTT kist gebruikt door postbode Meijer.<br />

- <strong>van</strong> v.d.Wulp: Jubileum uitgave, De Koppeling <strong>10</strong>0 jaar Aleida Kramer,<br />

boekje, Abraham gezien, 50 jaar Parochie Onze Lieve Vrouw <strong>van</strong> Fatima 1951-2001 De Belte (Slagharen).<br />

- <strong>van</strong> Mevr. Wolthuis: foto's <strong>van</strong> echtpaar Balderhaar-te Velde en Mevr. Balderhaar, verdronken in het Zwarte<br />

Water tijdens de oversteek met pont. Hij was Burgemeester <strong>van</strong> Genemuiden. Ze zijn begraven op het oude<br />

kerkhof in Hardenberg.<br />

- <strong>van</strong> Mevr. De Jong-Zweers: boek, Tussen Sawahs en Bergen en Daar werd wat groots verricht.<br />

- <strong>van</strong> de fam. Ensink: 2 paar schaatsen, houten noren.<br />

- <strong>van</strong> de fam. Meijer-Nijland: 4 zwarte jurken, gedragen circa 1935 te Hardenberg-Gramsbergen.<br />

- boekje, De Martelaars der eerste Christengemeente. Door G.C.Hoogenwerff.<br />

KALENDER<br />

Vanaf 8 april t/m september expositie Van mobilisatie tot dekolonisatie. Historiekamer<br />

Zaterdagen 9 /16 /1 3/3 0 april VJT-Bevrijdingstoer 9.30 en 14.00 uur <strong>van</strong>uit Dedemsvaart<br />

en Hardenberg (kaartverkoop zie boven)<br />

Dinsdag 19 april dialezing over Emslandkampen / 20.00 uur De Schakel<br />

Van 20 april t/m 7 mei expositie Anne Frank en Kamp Molengoot. Voorveghter.<br />

Van 20 april t/m 7 mei expositie Kampen Balderhaar / Kloosterhaar. Dorpshuis Kl.haar.<br />

Vanaf 17 mei wekelijks op dinsdag en woensdag - Klepperavondtoer / 18.00 uur<br />

Stephanusplein (in augustus 17.00 uur)<br />

Maandag 23 mei jaarvergadering met video presentatie / 20.00 uur De Schakel<br />

Vrijdag 17 juni bus 1 excursie Arnhem en omgeving / 8.00 uur Stephanusplein<br />

Dinsdag 21 juni bus 2 excursie Arnhem en omgeving / 8.00 uur Stephanusplein<br />

Woensdag <strong>22</strong> juni bus 3 excursie Arnhem en omgeving / 8.00 uur Stephanusplein<br />

Zaterdag 24 september busexcursie Papenburg / langs locaties Emslandkampen<br />

8.00 uur Stephanusplein<br />

4


Maar tegen de tijd dat het duister ging vallen, moesten<br />

we zorgen voor 't slapen gaan. Dat viel ons tegen:<br />

overal waren al mensen en daarom kregen wij het zo<br />

gauw niet gedaan. Tot, 's avonds half acht-het was bij<br />

Zwolle Karspeldaar liepen we in 't donker-wat waren<br />

we moetoen in de verte zagen we een lichtje: 't Was een<br />

man op een fiets en die kwam naar ons toe. "Wat zoek<br />

jullie, dames?" "Een huis om te slapen. We wilden<br />

graag onderdak zijn voor de nacht." "Dan kan ik U<br />

helpen. Gaat hier maar dit pad op, het derde huis links,<br />

U haalt zeker geen strop." De man reed door en wij<br />

volgden zijn raad, maar raakten verward in een hoop<br />

prikkeldraad. Daar stonden we in 't donker, bedroefd en<br />

verslagen. We riepen om hulp en die kwam gauw<br />

opdagen. Maar toen was de band <strong>van</strong> tante Co weer te<br />

vellen. Gelukkig konden we gauw bij een fietsenmaker<br />

bellen. Die wilde ons helpen, ook met verblijf voor de<br />

nacht. We hebben die bij de koeien doorgebracht.<br />

Tante Co zat geducht in de rats over haar man, want de<br />

razzia's in Gouda hoorden we steeds <strong>van</strong>. Dat hield ook<br />

de slaap wel wat uit de ogen en 's morgens zijn we<br />

weer verder getogen. Maar dat was geen doen haast; de<br />

wind was zo sterk. Nee, dat was eigenlijk geen<br />

vrouwenwerk. We zeulden maar voort met onze<br />

kostbare last en hielden maar stevig ons stuurtje vast.<br />

O, wat een gemartel! We hielden ons goed. Maar tante<br />

Co had geducht pijn aan haar voet. "Als ik maar over<br />

de brug ben", zei ze telkens weer, dan zet ik wel ergens<br />

mijn vrachtje neer. Dan kan ik weer fietsen, want<br />

lopen, o nee, dat valt met mijn pootje niet mee. Toen<br />

kregen we een geweldig hoge brug. Daar schrokken we<br />

wel wat voor terug. Maar we moesten erover, dus<br />

tanden op elkaar. En we zijn er gekomen, ja, reken<br />

maar. Maar ampertjes ha<strong>dd</strong>en we 't achter de rug, daar<br />

had je waarempel al weer zo'n hoge brug. Van paaltje<br />

tot paaltje steeds maar rusten weer. En o, wat deed dat<br />

nare pootje toch zeer! Geweldig, wat was er die storm<br />

toch een straf. Hij sneed er je adem gewoonweg af.<br />

Maar over de brug, daar zagen we een kerk. We zeiden<br />

tegen elkander: "Dat is goed werk." We gingen er heen<br />

en belden toen aan. Door een vriendelijke juffrouw<br />

werd open gedaan. Ze zei: "Kom maar binnen." We<br />

aten ons brood;


we kregen heerlijke koffie en klaagden ons nood.<br />

De pastoor, die daar woonde, was een zeer goede man.<br />

Hij wilde ons helpen en bood ons toen an<br />

een deel <strong>van</strong> ons eten voor ons te bewaren;<br />

ook een poosje te rusten, om kracht te vergaren,<br />

tegen die geweldige stormwind weer verder te gaan.<br />

Na een poosje begonnen we wat op te knappen<br />

en besloten toen maar weer op te stappen,<br />

om onderdak te zoeken voor de nacht.<br />

Aan de overkant in een school konden we terecht.<br />

Maar dat beviel de Duitse soldaten maar slecht.<br />

We moesten allemaal weer vertrekken gaan.<br />

Twee kilometer verder had je weer een school staan.<br />

Dan daar maar weer heen, door sneeuw en door regen.<br />

We ha<strong>dd</strong>en natuurlijk de wind nog steeds tegen.<br />

Kletsnat kwamen we toen in de school aangelopen<br />

en zijn eerst een poosje bij de kachel gekropen.<br />

Om half negen werd er taptoe geblazen.<br />

We hoorden de wind buiten steeds nog razen.<br />

Ha<strong>dd</strong>en we toen maar een deken bij ons gehad!<br />

Van slapen kwam niet veel: we waren zo nat.<br />

De andere dag gingen we bijtijds weer verder.<br />

Het stormde nog steeds, wat was dat toch een strop!<br />

En, ofschoon we die dag toch weer moedig begonnen,<br />

gaven wij het na vijf kilometer weer op.<br />

In Wezep aan een boer vroeg ik: "Mogen we hier zijn?<br />

Tot de wind wat gaat liggen? Mijn voet doet zo'n pijn."<br />

Dat werd aarzelend toegestaan.<br />

Toen zijn we voor de boerin flink aan het breien gegaan.<br />

Daar schenen we wel de goede snaar mee te raken,<br />

want dadelijk ging ze het ons toen gezellig maken.<br />

Een fijne avond volgde. We kregen heerlijk eten.<br />

Daardoor was het leed weer een beetje vergeten.<br />

Maar 's nachts toen we boven de koeien lagen in 't stro,<br />

kwam er weer niet veel <strong>van</strong> slapen: het stormde toch zo.<br />

Toen lag tante Co mi<strong>dd</strong>en in de nacht nog te praten:<br />

ze besloot hier de koffer maar achter te laten.<br />

"Het kost, wat het kost: ik moet nu naar huis.<br />

Wie weet, wat ze gedaan hebben, dat razziagespuis?"<br />

De andere dag stond er nog een stevige wind.<br />

Maar we stapten toch op en kwamen gezwind<br />

dien dag nog tot Utrecht. Dat was prachtig werk.<br />

Och, och, wat bran<strong>dd</strong>e het verlangen toch sterk.<br />

Maar, hoe dichter we kwamen op Gouda aan,<br />

des te meer kreeg ik spijt, dat ik zoveel eten had laten staan.<br />

Maar toen we in Utrecht weer waren, bij die aardige mensen,<br />

toen dacht ik; "Wat zal ik nu verder nog wensen?<br />

Het eten komt wel thuis, ik ga naar man en kinderen toe."<br />

Als ik daaraan dacht, was ik opeens niet meer moe.<br />

20


De volgende morgen om kwart over tien,<br />

fietsten we Utrecht weer uit, dat had je moeten zien:<br />

dikke mist om ons heen; rulle sneeuw op de wegen.<br />

Wat viel dat laatste eindje toch ook weer tegen!<br />

't Was tegen den mi<strong>dd</strong>ag dat we kwamen door Montfoort.<br />

Maar daar opeens werd de reis verstoord;<br />

Het wiel <strong>van</strong> tante Co ging weer danig aan 't beven,<br />

daar de band had besloten het op te geven.<br />

Ze zei tegen Dina: "Ga jij nu maar door.<br />

Ik zal me wel zien te re<strong>dd</strong>en hoor!"<br />

En Dientje ging verder op Gouda aan.<br />

Toen bleef tante Co in haar eentje staan.<br />

Daar ging het weer sneeuwen, dat beviel haar ook slecht.<br />

Toen kreeg ze weer moed, want ze had tegen Dina gezegd:<br />

"Als mijn man soms nog thuis is, vraag, of hij me komt halen".<br />

Daar dacht ze steeds aan, toen ze alleen liep te dwalen.<br />

En in Oudewater woonde een vriendelijke man.<br />

Die lapte haar bandje, nu blij op Gouda an.<br />

En daar buiten Haastrecht, ik kon het haast niet geloven,<br />

daar kwam mijn man aangestoven.<br />

Wat er toen is gebeurd, heb ik U al verteld,<br />

Dat krijg ik heus niet op rijm gesteld.<br />

Daarom zullen we 't hier nu maar bij laten blijven<br />

en nog een klein woordje toe gaan schrijven.<br />

Aardig gedaan, hè Mans? Je moet maar denken: Het is lekenwerk. We ha<strong>dd</strong>en het beloofd en nooit<br />

zal een belofte met zoveel genoegen nagekomen zijn. Toen jij het steeds maar had over "die arme<br />

zondaars" heb je wel zo'n klein beetje kunnen voorzien, wat ons stond te wachten. Maar als jij onze<br />

vracht toen niet zo goed had verzorgd en opgebonden, ook onze fietsen verzorgd en wat al niet<br />

meer? Wie weet, wat we dan nog ha<strong>dd</strong>en afgetobd. Maar nu we thuis waren en ook ons eten kwam,<br />

waren we toch zo gelukkig. En, als de brug niet gesloten was, geloof me, we deden het weer. Al was<br />

het onder dezelfde omstandigheden. En nu, hartelijk gegroet <strong>van</strong> die twee Goudsche, die ook vast<br />

rekenen op een brief <strong>van</strong> jou.<br />

In 1950 maakte Mina<br />

Vedelaar (re), samen met<br />

Truus <strong>van</strong> Heeren (li) de<br />

tocht per fiets <strong>van</strong> Heemse<br />

naar Gouda in één dag.<br />

(168 km.)<br />

Met dank aan M. Rieks-<br />

Vedelaar.<br />

21


Plat ni-js<br />

Februari, sprokkelmoand. (Een sproc is in 't mi<strong>dd</strong>elnederlands een dun takkie). Meestal wordt er<br />

noa een streng en laank winter met meer verlangen en ongeduld uut ekeken noar de lente dan noa<br />

een zacht winter. In 't joar 1963 zaten de bouwvakkers 13 weken in 't vorstverlet en kwam er half<br />

meert pas zachte lucht. Dan wordt de lente optimaal waardeerd maar as in januari de sni-jklokkies<br />

en de crocussies al bluit, wordt ze wantrouwend bekeken. Toch verlangt elk mense noar 't veurjoar,<br />

noar licht en lange dagen.<br />

In de februarimoand <strong>van</strong> dit joar hef de warkgroep dialect zich loaten inspireren deur de lente,<br />

lederiene heftakkies an edragen en zo hebbe wi-j <strong>van</strong> alles bi-j mekare esprokkeld over dit<br />

onderwarp. Samen-ebundeld hef 't onderstoand artikel op eleverd.<br />

Olde zegswiezen<br />

* De dagen wordt alweer een hanentred langer<br />

* Lichtmis, (2 febr.) dan krabt de hane weer<br />

wat lös<br />

* Lichtmis helder en kloar gef een goed<br />

iemenjoar<br />

* De hoender krabt de braand lös (takkies<br />

veur 't kachel anmaken)<br />

* As in februari de muggen zwarmen, ku'j in<br />

meert de oren warmen<br />

* Bi<strong>dd</strong>ag: zundag zonder schoon hemd<br />

* De moand meert hef venien in de steert<br />

* Zo drok as de kippen veur Poasen<br />

* A'j niet te zunig bint met de mest dan rooi ie<br />

straks op zien best<br />

* 't Regent gros en enten-eier (vruchtbaar<br />

weer)<br />

* Lopen as een kiefte<br />

* Gien borstrok uut veur 1 april<br />

* De witte bi-jen vliegt ('t sni-jt)<br />

* Din heurt de koekkoek niet weer roepen<br />

* Woar de bujjen 's veurjoars langs trekt, goat<br />

ze de hele zomer langs<br />

* Die hef 't nöst onder de boom liggen (verkering<br />

uut)<br />

* Din kan 't gros heuren gruien (dat is een<br />

opschepper)<br />

* Meertse katten (leuten zich dit joar begun<br />

februari al heuren)<br />

* Koekoek, bri-jboek, leg een ei, in de mei,<br />

zonder dop, dikkop<br />

<strong>22</strong><br />

J. Luisman-de Jonge<br />

Eier zuken<br />

Dwalen in de vri-je natuur was vrogger een<br />

attractie veur de jeugd. Jongens gungen in 't<br />

veurjoar het veld in um nösten met eier te<br />

zuken. Veural kievitseier. Die eier worden in<br />

een sloot eschierd, en as ze bevrucht waren<br />

(voel) legden ze ze terugge in 't nöst. De rest<br />

<strong>van</strong> de eier worden uut ebloazen en an eri-jd.<br />

Ok worden d'r akster- en kraaienösten uutehaald.<br />

Soms a'j 't geluk um een jonge kraaie te<br />

vinden die uut 't nöst evallen was. Die ko'j zo<br />

mooi tam maken en allerlei kunsies leren.<br />

Bi<strong>dd</strong>ag<br />

De tweede woensdag in meert is het bi<strong>dd</strong>ag<br />

veur het gewas. Zo'n 50 joar eleden heetten dat<br />

een halve zundag of bi-j-zundag. D'r worden<br />

karkdiensten ehoalden en de kinder ha<strong>dd</strong>en vrij<br />

<strong>van</strong> de schoele en ok het verdere wark lag zo<br />

veule mogelijk stille. Veur de geestelijke<br />

vorming <strong>van</strong> jongeren worden er een<br />

jeugdappèl of meeting organiseerd.<br />

Gekscherend ok wel Jennegiesmarkt enuumd<br />

want vake worden doar de grondslagen elegd<br />

veur duurzame relaties, evenas op de zang- en<br />

toneeluutvoeringen op de oamd <strong>van</strong> bi<strong>dd</strong>ag.


Tegenwoordig is er gien sprake meer <strong>van</strong> een<br />

vri-je dag. 't Is een gewone warkdag. Meestal<br />

worden die dag ok benut um de moestuun ('n<br />

hof) te spitten en spinazie te zeien. Dat spitten<br />

gung heel vakkundig. Noadat de tuun bemest<br />

was, worden er in de lengte een vore espit en<br />

doar mos de mest in verwarkt worden. Dat<br />

heetten inbleuten. Een bovenste loage<br />

ofspitten was ofbleuten. (bleu-te=kaft) . Soms<br />

kon de kalle nog in de grond zitten (loagie<br />

vorst) en as er nog sni-j lag, moch dat er niet<br />

onder espit worden, want dat deud ofbreuk an<br />

de kiemkracht <strong>van</strong> 't zoad.<br />

Poastied<br />

Weken veur poasen worden er deur de jeugd<br />

al drok esleept met takken veur 't poasvuur dat<br />

op de oamd <strong>van</strong> poasenmaandag mos<br />

braanden. Met palmpoasen kregen de kinder<br />

een palmbos. Die palmpoasenstok was versierd<br />

met gekleurd crèpe papier en slingers<br />

<strong>van</strong> angeregen eigies en rozienties.<br />

Broodhaanties en een sinaasappel maakten de<br />

stok compleet. Ze gungen dan in optocht deur<br />

de buurte en zungen: haantie op een stokkie,<br />

rood rood rokkie, geef mien haantie een stukkie<br />

brood aanders giet mien haantie dood.<br />

Met poasen at men zich zat in eier en de kinder<br />

kregen bovendien een nettie met gevarfde<br />

eier um te kuuln. As het lekker warm veurjoarsweer<br />

was zeurden de kinder um "blote<br />

mouwen en korte piepen." Op palmzundag of<br />

eerste poasdag worden d'r in de karken ni-je<br />

lidmaten an eneumen. Veul jonge mensen (soms<br />

wel tachtig teglieke) deden zo ongeveer tussen<br />

heur 18e en <strong>22</strong>e joar, beliedenis <strong>van</strong> 't geleuf.<br />

Dat waren feestelijke diensten. Uterlijk was 't<br />

een complete modeshow want elk was op zien<br />

poasbest gekleed. Toen de Saksische<br />

klederdracht nog in zwang was, dreugen de<br />

"jongedochters" bi-j die gelegenheid de witte<br />

musse. Later worden d'r hoeden edragen, .<br />

Törf stekken<br />

Mensen die gien eigen vennegrond ha<strong>dd</strong>en,<br />

huurden een stukkie grond. Zodra de vorst uut<br />

de grond was begunnen ze met törf te stekken.<br />

Hardnbargers huurden meestal in 't<br />

Hardnbargerveld. 't Was zwoar wark, dat turfgraven.<br />

Veurda'j alles an de rimme ha<strong>dd</strong>en,<br />

waren d'r heel wat zweetdruppels evallen. Noa<br />

een lange dag keken de gravers verlangend in de<br />

richting <strong>van</strong> Hardnbarg of ze de toren ok zagen,<br />

"'n Arnbarg, doarmuttopaan", zeden ze dan.<br />

Schoonmaak<br />

't Veurjoar ko'j roeken, veural an de koemest<br />

want de boeren begunnen direct noa de winter<br />

23


de mest over 't laand te brengen met peerd en<br />

wipkarre. Een heel intensief wark. En as dan<br />

het lentezunnegie d'r bi-j kwam kregen de huus<br />

vrouwen de schoonmaakkriebels. D'r worden<br />

wel is ezegd: De aksters sleept met takken en<br />

de vrouwluu met be<strong>dd</strong>egoed. Maar ze deden<br />

niet zomaar wat raak, d'r zat wel degelijk<br />

systeem in die hele onderneming. Eerst de<br />

kachel wegzetten en schörstienvegen, dan <strong>van</strong><br />

boven noar beneden warken, dus <strong>van</strong> zolder<br />

noar kelder. Alles worden grondig<br />

onderhaanden eneumen, en dat was wel neudig<br />

ok. De hele winter törf en kolen stoken gaf<br />

geweldig veul asse en stoeveri-je. Het stof zat<br />

in alle hoeken en gaten. En niet te vergeten het<br />

ongedierte, zoas moezen en rotten! De kleren,<br />

die noar kamferballen reuken, worden<br />

allemoale buten elucht. Overal zag ie op<br />

zunnige dagen complete garderobes an de<br />

liende hangen. Ok 't be<strong>dd</strong>egoed kwam noar<br />

buten. Dekens, matrassen, veren be<strong>dd</strong>en en<br />

strozakken, 't Olde be<strong>dd</strong>e stro worden verbraand,<br />

de be<strong>dd</strong>eplaanken (onderloage) ofeboend<br />

en d'r kwam ni-j stro in de be<strong>dd</strong>en. In<br />

de kussens en 't peul (= peluw, ok wel pöl<br />

enuumd) kwamen ni-je haverdoppen en de<br />

be<strong>dd</strong>esteden worden ewit. Alles mos in iene<br />

dag kloar want 's oamds mos ie weer kunnen<br />

liggen, 't Reuk dan heerlijk fris. De opkamer,<br />

sloapkamers en verdere vertrekken kregen in 't<br />

veurjoar vake ni-j behang. Dat heetten papier<br />

plakken. In de kasten kwam ok ni-j (kraanten-)<br />

papier op de plaanken en ze worden <strong>van</strong> een<br />

mooi raandtie veurzien. Op de toafel kwam noa<br />

de schoonmaak een ni-j Zwilkie. Ok mossen<br />

soms de stoelen opni-j emat worden. In oonze<br />

streek zag ie dan vrouw Pater goan met een<br />

volgeladen fietse met stoelen. Heur man was<br />

stoelenmatter en ze worden dan netties emat en<br />

terugge bracht. De boerinnen konden pas an de<br />

schoonmaak as het melkvee in de weide was.<br />

En dan was 't al mei. De mannen gooiden 't<br />

leste stro <strong>van</strong> de slieten en met riezebessems<br />

worden de kappe en de hanebalken eraagd en<br />

de deile, de stallen en de gruppe eschrobd. Een<br />

riezebessem worden emaakt <strong>van</strong> barketakken of<br />

<strong>van</strong> brem. De staldeuren en de muren worden<br />

ok flink onder haanden eneumen. Het bovenste<br />

deel<br />

24<br />

<strong>van</strong> de muren worden ewit met witkalk en het<br />

onderste deel ezwat met paraffine of teer. De<br />

vrouwen hanteerden meestal de wittelkwaste. 't<br />

Gezegde: een lange vrouw is een le<strong>dd</strong>er in<br />

huus, is vaste ontstoane in de schoonmaaktied.<br />

Reken maar dat winkeliers die schoonmaakartikelen<br />

verkochten het drok ha<strong>dd</strong>en. Bi-j Sierink<br />

in Hardnbarg kwam een vertegenwoordiger die<br />

wel zeumtig dingen uut de kop op kon numen:<br />

Wrijfwas, kachelpoets, koperpoets (brasso),<br />

schuurpapier (tante blanc), bezems, luiwagens,<br />

borstels, boenders, ragebollen emmers, teilen,<br />

mattenkloppers, witkwasten, puntdraad,<br />

koerepen, schoffels, harken enz.enz.<br />

Maar as dan het huus met bezemen ekeerd was,<br />

(keren is vegen) wilden ze d'r ok graag lange<br />

<strong>van</strong> genieten en doarum gung men 's zomers in<br />

't bakhuus of in 't stookhok wonen!<br />

Tegenwoordig kampe wi-j niet meer met stof en<br />

asse, en grote schoonmaak is een olderwets<br />

begrip maar wie op RTL 5 het programma "Hoe<br />

schoon is jouw huis?" volgt, schrikt <strong>van</strong> de<br />

puinhoop die sommigen er <strong>van</strong> maakt. Twee<br />

dames goat dan de boel weer schier (netjes)<br />

maken. Echter niet volgens de methode <strong>van</strong><br />

Geze die zee: "Ik hoale <strong>van</strong> schierigheid", en ze<br />

veegden met een riezebessem de kippeköttel<br />

<strong>van</strong> de toafel.


Van meitied<br />

In mei verwisselden de boerenknechten en -<br />

meiden vake <strong>van</strong> dienst. Ze maakten ofspraken<br />

met de ni-je baas en as garantie gaf de boer dan<br />

een rieksdaalder. Zo wun de boer een knecht. Dit<br />

heetten winkoop. As de knecht of meid <strong>van</strong> de<br />

dienst ofzag mos die winkoop terugge betaald<br />

worden. "Meitied-trouwtied" Huwelijken<br />

worden vrogger ok vake in mei esleuten. Iene<br />

<strong>van</strong> de redenen was dat de deile en de stal mooi<br />

schone waren en de brulfte dus thuus eholden<br />

kon worden.<br />

Hemelvoartsdag<br />

Een vri-je dag veur jong en old. De sportief-sten<br />

gungen 's morgens vrög dauwtrappen en verder<br />

was 't een "nationale fietsdag". D'r was argens<br />

een concours hippique of een voetbaltoernooi en<br />

's oamds trad er soms een gezelschap op in de<br />

openlucht (Gien popconcert maar de Boerties<br />

<strong>van</strong> Buten met Gait Jan Kruudmoes, of de<br />

Wama's). Toen men later in<br />

't bezit was <strong>van</strong> een auto worden er etoerd.<br />

Dominees pasten de preke an um 's mi<strong>dd</strong>ags<br />

op tied te kunnen deelnemen an een ster- of<br />

orienteringsrit.<br />

Woar gebeurd<br />

Een boer was an 't grösmeien met de mesine.<br />

Hi-j markte dat e kort langs een sloot een<br />

fazante eraakt had. Het dier mos 't met de<br />

dood bekopen. Zien nöst met 13 eier lag er<br />

onbeschadigd bi-j. Snel deud de boer de eier in<br />

zien pette en gung d'r met noar zien buurman<br />

die een broedstofie had. 't Was een geluk dat<br />

de eier direct eplaatst konden worden. Noa<br />

drie dagen kwamen alle 13 fazanties uut. Ze<br />

waren goed gezond en leefden nog lang en<br />

gelukkig!<br />

Lentepoëzie<br />

Ha<strong>dd</strong>en de mensen vrogger eigenlijk wel tied<br />

um echt <strong>van</strong> de lente te genieten? Het lag in<br />

ieder geval niet an de dichters <strong>van</strong> de talloze<br />

lenteliedties die wi-j in oonze jeugd op schoele<br />

leerden. In alle talen en toonaarden is de lente<br />

en in 't bijzunder de meimoand bezun-gen. D'r<br />

speult oons nog steeds een heel bekend<br />

nummer deur 't heufd, dat over ezet in de<br />

streektaal as volgt luudt: As de winter vlucht<br />

veur de lentelucht, en de zunne 't ni-je leven<br />

wekt, as een bloesemkroon met heur teder<br />

schoon in de hof de naakte twiegen dekt, dan<br />

zingt al wat leeft en zingen kan verblied: Wees<br />

gegroet volschone lentetiedl<br />

Ja, oons harte gluit,<br />

nou 't vioeltie bluit<br />

en oons 't madeliefie tegenlacht<br />

En met bliede klaank<br />

brengt wi-j oonze daank<br />

veur de zunneglaans en bloemenpracht.<br />

Zo weerklinkt oons vrolijk lied dan wied en<br />

zied: Wees gegroet volschone lentetiedl<br />

25


Dichter en lezer in Hardenberg (3)<br />

- gedichten over Hardenberg <strong>van</strong> Guillaume <strong>van</strong> der Graft -<br />

We vervolgen de bespreking <strong>van</strong> de gedichten over Hardenberg <strong>van</strong> Guillaume <strong>van</strong> der Graft.<br />

Zowel de Hervormde kerk <strong>van</strong> Heemse, het witte kerkje, als de Hervormde kerk <strong>van</strong> Hardenberg<br />

zijn onderwerp voor een gedicht geweest. Beide komen o.a. in deze bijdrage aan de orde.<br />

De gedichten worden met toestemming <strong>van</strong> de uitgever in hun geheel geciteerd uit de verzamelbundel<br />

'Mythologisch'<strong>van</strong> Van der Graft, uitgegeven door Uitgeverij de Prom, Baarn in 1997.<br />

opgenomen in de bundel Landarbeid (1950).<br />

Vorm<br />

Het gedicht is niet strofisch ingedeeld, waarschijnlijk<br />

omdat er 'maar' zes regels zijn. Ook<br />

heeft het geen bepaald rijmschema: het -aal<br />

rijm draagt bij tot de eenheid <strong>van</strong> het gedicht.<br />

Inhoud<br />

Opmerkelijk is in regel 1 het enkelvoud mi<strong>dd</strong>eleeuw.<br />

Meestal spreken we <strong>van</strong> mi<strong>dd</strong>eleeuwen,<br />

alleen in het meervoud. Het kerkje staat<br />

te veinzen: te doen alsof. Historisch onderzoek<br />

heeft aangetoond dat er in de 13 de eeuw in<br />

Heemse al een kerk was. Uiteraard staat die<br />

kerk er niet meer: verbouwingen, restauraties<br />

en uitbreidingen hebben in de loop der tijden<br />

het origineel ongedaan gemaakt. Toch wordt er<br />

nog gesproken <strong>van</strong> 'het mi<strong>dd</strong>eleeuwse kerkje<br />

<strong>van</strong> Heemse', maar dit is dan maar bij wijze<br />

<strong>van</strong> spreken, niet echt, dus geveinsd.<br />

26<br />

K. Oosterkamp Het korte gedicht Heemse is<br />

HEEMSE<br />

Het kerkje staat een mi<strong>dd</strong>eleeuw te veinzen<br />

in alle onschuld, als een eierschaal<br />

gebroken wit, de kleur <strong>van</strong> integraal.<br />

Binnen heerst nog altijd een stenen trance,<br />

wat men verwacht is een kiemende taal.<br />

Het daglicht maakt een knieval door de vensters.<br />

Bovendien suggereert een 'mi<strong>dd</strong>eleeuws'<br />

kerkje een illusie <strong>van</strong> een ononderbroken continuïteit<br />

<strong>van</strong> christelijke gemeenschap. Het<br />

kerkje kan het niet helpen: het staat daar in de<br />

kleur <strong>van</strong> de onschuld. Wit is de kleur <strong>van</strong> het<br />

daglicht, integraal samengesteld door de kleuren<br />

<strong>van</strong> het spectrum.<br />

Binnen heerst nog steeds een toestand <strong>van</strong> verrukking,<br />

<strong>van</strong> gespannen verwachting. Hier<br />

verwacht men een taal te horen die het leven<br />

laat kiemen, laat beginnen. We betrekken dat<br />

kiemende op eierschaal: de kerk als plaats<br />

waar het leven wordt aangekondigd. Het<br />

daglicht valt door de vensters naar binnen en<br />

<strong>van</strong>wege de gewijde ruimte maakt het een<br />

knieval.


In de bundel Het oude land (1957) wordt in een aantal gedichten gereflecteerd op de periode in<br />

Vorm<br />

Wat de vorm <strong>van</strong> de gedichten betreft zien we dat<br />

'typische dichtvormen' als (eind)rijm en metrum<br />

meer en meer worden losgelaten. Op het eerste<br />

gezicht en gehoor lijkt het alsof er gewoon wordt<br />

verteld, in een pratende - parlando - stijl. De zinnen<br />

worden echter wel gestructureerd in regels met een<br />

eigen ritme. Deze zichtbare lay-out maakt het<br />

gedicht als zodanig herkenbaar. Daarnaast, en dat is<br />

veel wezenlijker, is er het geconcentreerde taalgebruik,<br />

de beeldspraak en gelaagdheid.<br />

Inhoud<br />

Hardenberg was geen gedicht: te waar (te<br />

werkelijk) om mooi te zijn? Het woord gedicht in<br />

tegenstelling tot het geschiedenisboek: fictie<br />

tegenover werkelijkheid! Dat geschiedenisboek is<br />

echter wel enigszins problematisch. De titel<br />

Vaderlandsche Historiën was nergens in verband te<br />

brengen met een auteur Van Lennep. We moeten het<br />

Hardenberg.<br />

HARDENBERG<br />

Hardenberg was geen gedicht.<br />

Het had in Van Lenneps Vaderlandsche<br />

Historiën zijn sporen diep nagelaten<br />

met Rudolf <strong>van</strong> Coevorden, Gijsbrecht <strong>van</strong> Aemstel<br />

en de bisschop <strong>van</strong> Utrecht.<br />

Nu echter<br />

bestond het uit maar twee straten,<br />

twee kerken, twee scholen<br />

en daaromheen al dat mi<strong>dd</strong>elbare<br />

<strong>van</strong> een welvarende burgerjuffrouw -<br />

maar lief altijd beter dan nuffen<br />

als Bussum of Aerdenhout,<br />

een mens waar men <strong>van</strong> houdt<br />

en met een gezicht waarin men<br />

de regels <strong>van</strong> het gedicht<br />

toch meent te herkennen.<br />

Vanouds<br />

op haar schoot als een poes de markt,<br />

aan haar voet als een hond het land.<br />

verweer <strong>van</strong> W Barnard (brief 15-4-2004) dus maar<br />

voor lief nemen: Ik betwijfel of ik dat heb<br />

geverifieerd. Een dichter is een leugenaar. Hij<br />

boetseert de realiteit naar zijn beeld. (...) Maar het<br />

kwam mij goed uit.' De namen Rudolf <strong>van</strong><br />

Coevorden en de bisschop <strong>van</strong> Utrecht worden in<br />

elk geval terecht met de Hardenbergse geschiedenis<br />

verbonden. Nu echter: de tegenstelling toen/nu<br />

drukt teleurstelling uit. Niet meer roemrucht, maar<br />

klein en burgerlijk: mi<strong>dd</strong>elbaar niet jong, niet oud-,<br />

maar ook in de betekenis <strong>van</strong> mi<strong>dd</strong>elmatig. De<br />

herhaling <strong>van</strong> twee ondersteunt dat: twee straten,<br />

Voorstraat en Achterstraat, maar ook de<br />

overzichtelijke indeling <strong>van</strong> kerken en scholen.<br />

Toch is Hardenberg ook gewoon zichzelf, zoals het<br />

nu eenmaal is, - niet nuffig en zonder al te veel<br />

kapsones - en waar je <strong>van</strong> kunt gaan houden. In de<br />

mensen wordt (soms) het gedicht zichtbaar: haast te<br />

mooi om waar te zijn!<br />

27


In de laatste regels wordt de tegenstelling tussen<br />

vroeger en nu opgeheven: Vanouds = vroeger<br />

en nu, gevat in de beelden <strong>van</strong> de poes<br />

Vorm<br />

Een ongeleed gedicht <strong>van</strong> zestien regel,<br />

opnieuw zonder rijm en metrum.<br />

IN DE HUISKAMERS<br />

(huiselijk, gezellig) en de hond (trouw, onafscheidelijk).<br />

Hardenberg, in de huiskamers<br />

Ter Gedachtenis aan uw Belijdenis,<br />

Uw goud-op-fluwelen Huwelijk,<br />

twee koekjes bij de doorlopende koffie<br />

en een ereplaats in de hitte<br />

<strong>van</strong> het verterende haardvuur<br />

bij een begrafenis.<br />

Hardenberg, 's winters de slacht in de schoorsteen,<br />

koeien vlak achter de kalk <strong>van</strong> de bedstee<br />

diep loeiend bij liefde en ziekte<br />

en de stilte die klam<br />

om het hart <strong>van</strong> de velden slaat<br />

als het herfstvuur is uitgebloeid,<br />

de visites beginnen<br />

met januari.<br />

Zeven jaar nu al geleden.<br />

Inhoud<br />

Terugdenkend aan Hardenberg, zeven jaar<br />

geleden al: waar blijft de tijd! De dichter ziet<br />

de huiskamers nog helder voor zich. Het<br />

gedicht bestaat, even de slotregel niet meegerekend,<br />

uit twee parallelle woordgroepen (geen<br />

zinnen!), beide ingezet met het woord<br />

Hardenberg. De wandteksten ter herinnering<br />

aan belijdenis en huwelijk (die volgorde!)<br />

omlijsten het dagelijks leven met twee koekjes<br />

bij de koffie en er was doorlopend, voortdurend<br />

koffie. De ereplaats - voor de voorganger<br />

- was bij het haardvuur, verterend: <strong>van</strong>wege de<br />

warmte en ook <strong>van</strong>wege het opgelaten gevoel<br />

<strong>van</strong> 'leven boven je stand'. Het tweede deel<br />

spreekt <strong>van</strong> de winterse beslotenheid, hier<br />

symbolisch voor het isolement. In dat<br />

isolement is men zelfvoorzie-<br />

28<br />

nend: de slacht zorgt ervoor dat men de winter<br />

wel doorkomt. Onder hetzelfde dak de dieren<br />

en de mensen, zeer op elkaar betrokken: de<br />

dieren zijn slechts gescheiden <strong>van</strong> liefde en<br />

ziekte <strong>van</strong> boer en boerin door een enkele<br />

muur: zij begeleiden hen met hun geloei.<br />

Buiten wordt het stil en doods op het veld. In<br />

januari, na nieuwjaarsdag beginnen de visites.<br />

Volgens een vast patroon <strong>van</strong> bezoek en tegen<br />

bezoek komen buren en familie bij elkaar.<br />

'Tja, dat eindeloos bij elkaar de ronde doen,<br />

dat alsmaar verkeren in de kring <strong>van</strong> 'ons<br />

volk', ik begreep er niets <strong>van</strong>. Het leek mij<br />

benauwend ...... en toch ook benijdenswaar<br />

dig'!! De geborgenheid! Maar ook de 'opge<br />

slotenheid'!! (W.Barnard, brief 15-4-2004)<br />

De laatste regel drukt niet alleen bewustwor<br />

ding <strong>van</strong> de vliedende tijd uit, maar er is ook<br />

iets <strong>van</strong> vertederende herinnering in te lezen,<br />

zeven jaar later (en zeven is meer dan zes plus<br />

één).


DE KERK<br />

Dit is dan de kerk <strong>van</strong> het bloed<br />

op de stoep,<br />

gedateerd 1847.<br />

Een soort broodtrommel met aan het eind<br />

Een heel brood recht overeind.<br />

De ramen zijn gotisch of wat<br />

daarvoor dan doorgaat.<br />

De ingang was aan de Voorstraat,<br />

min of meer corintisch;<br />

men ziet dat in deze provincies<br />

Meer, het betekent niet veel:<br />

een renpaard op de deel.<br />

De preekstoel binnen, de ruif<br />

was ook nogal hoog verheven,<br />

een bergrede op zichzelf.<br />

Ik stootte de kuif <strong>van</strong> mijn preek<br />

tegen het houten gewelf:<br />

ik keek niet genoeg naar beneden.<br />

Ik herinner mij levendig<br />

toen de kerk pas was verbouwd,<br />

hoe Nijzink, de oudste <strong>van</strong> ons,<br />

de bijbel trede voor trede<br />

naar boven gedragen heeft.<br />

Dat was toen heel plechtig s avonds<br />

met al het glimmende koper ...<br />

Het orgel was net een opera,<br />

die vertrouwde drie poppen erop,<br />

geloof links en rechts hoop<br />

en de liefde, die was de hoogste<br />

Vorm<br />

Een lang gedicht zonder strofische geleding,<br />

geschreven in de parlandostijl.<br />

Inhoud<br />

De Hervormde kerk, gedateerd 1847, wordt in het<br />

boek Oostloorn <strong>van</strong> S. Ulfers genoemd in de schets<br />

<strong>van</strong> de Doleantie. Ten tijde <strong>van</strong> deze kerkelijke<br />

twist was er onenigheid ontstaan wie er op<br />

oudejaarsavond dienst zou houden: de dolerenden<br />

of de hervormden. De gemoederen liepen zo hoog<br />

op dat het kwam tot een handgemeen waarbij bloed<br />

vloeide. Vandaar de kerk <strong>van</strong> het bloed op de stoep.<br />

Men heeft wel eens gedacht dat de dichter de kerk<br />

niet mooi vond: een broodtrommel als vergelijking<br />

voor een kerk zou niet flatteus<br />

met een hart <strong>van</strong> goud.<br />

Henk Grooters zit nu in de States<br />

maar die stemde het orgel steeds<br />

als het koud was geweest.<br />

Vooral de trompet, die schreeuwlelijk,<br />

was vaak ongezouten vals,<br />

maar de houten stemmen zoals<br />

Die holpijp was balsem. Er speelde<br />

nu al sinds langer dan een eeuw<br />

een Koeslag (Zandrie de laatste),<br />

hij sloeg er ook wel eens naast.<br />

Hij werd oud, hij is al niet meer.<br />

En Soer die Ernst Soer heette<br />

en krom was als een vraagteken<br />

<strong>Beheer</strong>de de ijzeren sleutel.<br />

Dat was onze kerk. Mijn God!<br />

wat heb ik daarbinnen ... maar goed,<br />

dat was onze kerk. Er stond<br />

vroeger, volgens gravures,<br />

een andere, met echte muren,<br />

half onder de grond als een ziener<br />

die zong bij de harp <strong>van</strong> de bomen,<br />

een strottehoofd <strong>van</strong> een kerk,<br />

een holpijp, een balsem <strong>van</strong> steen<br />

die zelfs in de grote brand<br />

<strong>van</strong> 1708<br />

op wacht en in stand is gebleven.<br />

Maar die is dus opgeheven.<br />

Hij was zeker te zacht.<br />

Zo 'n trompet maakt meer leven.<br />

zijn. Toch is het een heel bijzonder beeld: een<br />

broodtrommel bergt ons dagelijks brood, onmisbaar<br />

voor het leven. Zo herbergt de kerk het<br />

avondmaalsbrood dat het lichaam <strong>van</strong> Christus<br />

wordt genoemd. In dat licht gezien krijgt het triviale<br />

beeld <strong>van</strong> een broodtrommel een grote en positief<br />

beeldende kracht. Dit wordt nog eens bekrachtigd<br />

door de toren als een heel brood.<br />

De broodtrommel is door enkele architectonische<br />

ingrepen wat verfraaid: gotisch aandoende ramen en<br />

een ingang die geflankeerd wordt door twee<br />

klassiek aandoende zuilen: corintisch. Eigenlijk<br />

doen deze verfraaiingen er niet toe, ze doen eerder<br />

afbreuk aan de functionaliteit: ze zijn overbodig<br />

mooi, als een renpaard waarmee een boer niets kan<br />

uitrichten.<br />

29


Het beeld wordt even doorgetrokken naar de<br />

ruif, de preekstoel. Nogal hoog, een bergrede<br />

op zich: een zeer positief beeld - in de bergrede<br />

<strong>van</strong> Jezus klopt immers het praktijkhart <strong>van</strong> het<br />

e<strong>van</strong>gelie. De ik wilde in zijn preek daarnaar<br />

reiken, naar de bergrede, maar werd daarin<br />

letterlijk belemmerd door het gewelf en<br />

preekte in een te hoogdravende stijl en woordkeus<br />

over de hoofden heen . Na de verbouwing<br />

zag alles er weer prachtig uit en heel plechtig<br />

bracht Nijzink, de oudste ouderling de bijbel<br />

naar binnen. De figuren op het orgel waren de<br />

speelsters (als in een opera) <strong>van</strong> de muziek:<br />

geloof, hoop en liefde. Zoals ook aangegeven<br />

in 1 Cor. 13 staat de liefde met het hart <strong>van</strong><br />

goud het hoogst.<br />

Henk Grooters, president-kerkvoogd later geëmigreerd<br />

naar de Verenigde Staten, stemde het<br />

orgel wanneer het weer eens te koud was<br />

geweest. De houten stemmen, zoals de holpijp,<br />

klonken zacht en welluidend. De trompet<br />

klonk boven alles uit en was moeilijker in het<br />

melodieuze gareel te krijgen. Hij klonk vals,<br />

maar met de toevoeging ongezouten is er iets<br />

aan de hand. Doorgaans wordt ongezouten<br />

gezegd <strong>van</strong> de waarheid: ongenuanceerd en<br />

heftig. Misschien niet zo wellevend, maar wel<br />

oprecht.<br />

De dichter spreekt over de oude kerk nogal<br />

lovend: een ziener, meer in harmonie met de<br />

bomen en vooral standvastig, temi<strong>dd</strong>en <strong>van</strong> het<br />

vuur! Maar uiteindelijk toch te zacht!<br />

De regels Dat was onze kerk .......maken<br />

nieuwsgierig naar de rol <strong>van</strong> de ik: de uitroep<br />

Mijn God! En de gedachtepuntjes achter wat<br />

heb ik daarbinnen ..<br />

Dit laatste en ook het gehele gedicht roept de<br />

verleidelijke gedachte op om de ik de voorganger<br />

met de trompet te verbinden: de voorganger<br />

die op de kansel ongezouten de waarheid<br />

verkondigt. Niet als de zachte balsem die<br />

men graag wil horen, maar als een dissonant<br />

(vgl. De chirurg). De poging <strong>van</strong> Grooters,<br />

president-kerkvoogd om het orgel te stemmen<br />

lijkt ingegeven om de (lieve) vrede en de harmonie<br />

te bewaren. Alleen bij de trompet lukt<br />

dat maar niet. Gelukkig maar, want zo'n trompet<br />

maakt wel meer leven, letterlijk en figuurlijk.<br />

Blijft natuurlijk de vraag of de ik zich herkent<br />

in de trompet, of zich heimelijk die rol wenst.<br />

W. Barnard reageert hierop in zijn brief <strong>van</strong><br />

15-4-2004: 'Nee, die trompet als profetische<br />

tegenstem accepteer ik niet. En zeker niet dat<br />

de 'ik' <strong>van</strong> het gedicht zich daarin herkennen<br />

zou. Het is een leuke<br />

exegese, trouwens: je<br />

mag in een gedicht<br />

lezen wat de dichter<br />

niet besefte. Maar<br />

dan als ik, W.<br />

Barnard V.D.M., niet<br />

meer met die kerk in<br />

verband word<br />

gebracht. Uit de<br />

laatste regel blijkt<br />

m.i. trouwens, dat ik<br />

toch maar schamper<br />

spreek over die<br />

trompet. Geef mij<br />

maar een holpijp!<br />

een balsem <strong>van</strong> steen<br />

..<br />

30


Pastores in Heemse (I)<br />

Al meer dan duizend jaar gaan in Heemse de mensen op zondag naar de Witte of Lambertuskerk Zij<br />

zijn dan onder het gehoor <strong>van</strong> hun zielenherder, waar<strong>van</strong> er al ettelijke de gemeente gediend<br />

hebben. We zullen proberen ze te traceren om zodoende <strong>van</strong> hen een beeld te krijgen. In deze aflevering<br />

behandelen we de Rooms-Katholieke periode tot aan de Reformatie.<br />

In verschillende kerken in Nederland, maar<br />

ook wel in het buitenland, hangen - meestal in<br />

de consistorie - de schilderijen of foto's <strong>van</strong> de<br />

predikanten die de betreffende gemeente<br />

gediend hebben. Ook zijn er wel grote borden<br />

in de kerk aangebracht, waarop de pastoors en<br />

predikanten zijn vermeld. Ook in Heemse is<br />

dat het geval, zij het dan dat er geen grote borden<br />

in de kerk hangen. In de consistorie <strong>van</strong> de<br />

Witte of Lambertuskerk hangen twee lijsten,<br />

waarop de pastoors en dominees gekalligrafeerd<br />

zijn die Heemse gediend hebben.<br />

Lijst <strong>van</strong> pastoors en predikanten<br />

A. de Roo<br />

Op de eerste staan zij <strong>van</strong>af 15... tot en met<br />

1950. Op de achterzijde daar<strong>van</strong> staan ook een<br />

aantal pastoors vermeld die door verder onderzoek<br />

boven water gekomen zijn. Wie dat<br />

onderzoek gedaan heeft is niet bekend.<br />

Waarschijnlijk zal W Veldsink dat gedaan<br />

hebben. In zijn collectie aanwezig in het rijksarchief<br />

in Zwolle komen zij niet voor. Het zijn<br />

er bij elkaar een dertiental. Op de tweede lijst<br />

staan de dominees <strong>van</strong> 1950 tot heden. We<br />

zullen eerst proberen de pastoors de revue te<br />

laten passeren, wat niet gemakkelijk zal zijn,<br />

want de geschiedenis laat niet veel <strong>van</strong> hen<br />

zien.<br />

31


De pastoors <strong>van</strong> Heemse<br />

Bernardus(1<strong>12</strong>9)<br />

De eerste die we tegenkomen is een pastoor uit<br />

het jaar 1<strong>12</strong>9. Hij moet vermeld zijn in een<br />

oude kroniek waar<strong>van</strong> wij de vindplaats niet<br />

kennen. Wij citeren: "Anno Domini 1<strong>12</strong>9<br />

Xenodoghosum Luder servus Sacramenti consecratus<br />

... pro nostrum ecclesiae Christi thoe<br />

Heymus...."<br />

Als we de lijst in de consistorie mogen geloven,<br />

dan zou hij Bernardus hebben kunnen<br />

heten.<br />

De pastoors Arnoldus dye Jonghe (<strong>12</strong>67),<br />

Bartholdi Thoe V... (Vollenhovet?) (1311),<br />

Symonus ther Borghe alias Bachus (1397),<br />

Jacob <strong>van</strong> Bethlehem (1420), Joannes die<br />

Swarthe (1471), Volckert Volkerinck (1489)<br />

zijn tot nu toe alleen bekend met jaartal.<br />

Misschien is er meer over hen te vinden, maar<br />

dat vergt nader onderzoek<br />

Gheert Moll (voor 1501- ws. 1525)<br />

De eerste pastoor <strong>van</strong> wie meer bekend is, is<br />

Gheert Moll. Zijn naam komen we voor de<br />

eerste keer in Heemse tegen als hij als getuige<br />

optreedt bij een grondverkoop. Op 11 maart<br />

1501 verklaart Robert <strong>van</strong> Ittersum, Schulte te<br />

Hardenberge: "dat juffer Mechtelt <strong>van</strong> Diffell,<br />

dochter <strong>van</strong> wijlen Ffrederick <strong>van</strong> Diffell, met<br />

Johan Blancfort als momber, heeft verkocht<br />

aan Prior en Convent <strong>van</strong> het klooster<br />

Zibekeloe haar geheele erve Nijehues, gelegen<br />

in de buurschap te Diffell, kerspel <strong>van</strong><br />

Heemse, gericht <strong>van</strong> Hardenberge." Keurnoten<br />

waren Henrick Kamfferbeke en Egbert<br />

Scroder. Verder was als getuige heer Gheert,<br />

pastoor te Heemse, aanwezig.<br />

Op 9 januari 15<strong>22</strong> komen wij hem weer tegen<br />

in het "Cartularium <strong>van</strong> Sibculo, fol.lOOvo".<br />

Hij is dan aanwezig bij een geldlening die<br />

wordt aangegaan door het klooster <strong>van</strong><br />

Sibculo, de kerken <strong>van</strong> Hardenberg en<br />

Heemse. "Godfridus Delden, prior, en de conventsheeren<br />

<strong>van</strong> Sibekeloe, Laurentius<br />

Papenvelt, pastoor, Herman Holterman,<br />

Ludeke Herwerdinck, Albert toe Loezen en<br />

32<br />

Leffert Ommekens, kerkmeesters der kerk te<br />

Hardenbergen, Gherardus Moll, pastoor, Arndt<br />

Johanssoen, Evert Welinck, Hermen die Ffeer<br />

en Roleff Rutenberghe, kerkmeesters te<br />

Hemsen, verklaren verkocht te hebben aan<br />

Catherine Ro<strong>dd</strong>e .......... "<br />

Hij is overleden in 1525. In de kerk ligt zijn<br />

grafsteen, waarop staat te lezen: "Int jaer ons<br />

Heren 1525 ....... Gheert Moll pastorr in<br />

Hee(m)se". Met moeite overigens, want in de<br />

Grafsteen <strong>van</strong> Gheert Moll<br />

loop der tijd is de steen behoorlijk afgesleten.<br />

Bij zijn leven had Gheert Moll een testament<br />

gemaakt, dat al zijn opvolgers uit zijn goederen<br />

drie en een halve goudgulden zouden krijgen,<br />

als zij op zondag voor zijn zielenheil zouden<br />

bi<strong>dd</strong>en.<br />

Johannes Albertsz* de Herdenberch (1525 -<br />

1539)<br />

In het Historisch Centrum te Zwolle vinden we<br />

een oorkonde, waarin hij bij zijn aantreden als<br />

priester te Heemse verklaart onder welke<br />

voorwaarden hij <strong>van</strong> het Klooster Zwartewater<br />

de parochie <strong>van</strong> Hemys (Heemse) ont<strong>van</strong>gen<br />

heeft.


Circa 1525 "Ick heer Johan Alb er tsz priester,<br />

bekenne, betughe ende lye myt myner selves<br />

hantscrift ende der erbarer luden ende vrom-mer<br />

mannen, Herman Johansz ende Herman Holterman,<br />

hyr beneden opt spatium ghesath, die wij vulkennen<br />

als die notarius instrumenten (adstrumenten) ende<br />

subscriptien ende vulmechtich wesen sullen dess<br />

ghelyx in des-ser saken. Dat my die erweerdighe<br />

heir pra-efst, vrouwe ende ghemene jufferen des<br />

con-vents to Sunte Marien berghe, anders ghenoemt<br />

Zwarte water, die kerke to Hemys geverliken<br />

(guterliken? om Godswillen gegeven hebben in<br />

dessen vorwerden nabescr. Inden yrsten wil ick<br />

staen als een conventuaal priester onder<br />

ghehoersamheit ende correctie des weerdighen<br />

heren praefsts inder tyt ende dess convents voirg.<br />

neet teghenstaende die institutie dess weerdigen<br />

praefsts dess capit-tels <strong>van</strong> Deventer off enich hulp<br />

reden (omre-den?, die der ghehoirsamheit ende<br />

correctie voirscr. tegenstaen mogen. Ende dede ick<br />

dess neet, of enich wrevelicheit doir my off ander<br />

personen, dair teghens to hulpe ve..(neme?0 en dair<br />

ynne, twie off drie wyse vermanet war, sal moeghen<br />

die weerdighe praefst ende con-vente voirg. my<br />

amoviren ende <strong>van</strong> der kerken setten, ende enen<br />

anderen consecriren sunder myns off enighes anders<br />

wederseggen. Ten anderen lave ick, heer Johan<br />

voirscr. myt desse voirg. lude, ofte ick seeck off<br />

onnutte der kerken worde, offte my verbeteren konde<br />

ende wolde, dat ick die kerke nymant geven off<br />

overleveren sall, in enigher manyren, dan alleen in<br />

handen des vorser, praefst ende convents<br />

resigneren, vrij ende los sunder argelist ende sunder<br />

ymans wedersegge. Ten derden lave ick heir Johan<br />

voirscr. myt desse voirg. lude dat ick na al mynen<br />

vermoe-gen die kerke voirg. den praefst ende<br />

convent voirscr. in alle oiren rechticheiden,<br />

heerlichei-den ende guederen bewaren will, ende<br />

neet vermynderen noch vercorten, dan na mynen<br />

vermoegen vermeren ende promoviren, ende dair<br />

niemmer steghen (ws. aan elkaar bedoeld? B.v<br />

nimmers tegen?) te staen, to spreken off hinderlyck<br />

wesen in enigher manyren, dan altijt die kerken ende<br />

den cloestere tho helpen to oiren rechten<br />

heerlicheiden,<br />

guederen ende besith(bezit) to holden sunder<br />

argelist.<br />

Ten vyrden offte die praefst ende convent voirg. in<br />

enigher tyt <strong>van</strong> my eyscheden desse voirg. punte to<br />

kennen voir enen notarius ende tughen, ende dair<br />

<strong>van</strong> een off twee instrumenten (adstrumenten) to<br />

maken, dat ick dair tho bereit sal wesen sunder<br />

wederseggen, ende comen op die stede daer men my<br />

dan sal eyschen tho comen op mynen kost. Ten vyfte<br />

dat heir Johan voirscr. alle tymmer off reitschappen<br />

dat die selighe pastoir heer Geert Moll dair by der<br />

wedemen (pastorie ) ghelaten heft, dat hie dat oick<br />

by der we(d)emen laten sal ende neit laten<br />

vervallen, dan in beterscap holden.<br />

Joannes Alberti de Herdenberch Hermen<br />

Johans, Herman Holterman "<br />

Oorspr. HCO Zwolle, Arch. Zwartewater, inv. no. 15.<br />

Met andere woorden, hij zal niets ondernemen tegen<br />

de wil <strong>van</strong> de proost <strong>van</strong> het klooster, hij zal de kerk<br />

niet aan een ander geven en verder alles zo laten als<br />

hij het <strong>van</strong> zijn voorganger gekregen heeft.<br />

In het kerkenboek)'e <strong>van</strong> 1516 -1603 komt hij maar<br />

één keer voor. Men leest daar het volgende over:<br />

"Wij kerkekmeijsters, naamplike Arent Blanvort,<br />

Henrick Odynck, Albert Helkijnck, Henrick<br />

Marsinck hebben tsaement-like beleght 3 golden<br />

gulden in handen heren Johan Alberts, pastoer<br />

jaerlix een schepel rogh daervoer op Pinxtger int<br />

jaer <strong>van</strong> 1536, noch de pastor voers. heft ont<strong>van</strong>ghe<br />

VI go It gld. op zijn lanth toe Reese. Dar boeven<br />

ander sijn pach heft daer of jaerlix thoe geven een<br />

half mu<strong>dd</strong>e rogh."<br />

Herman Tapper (1539 - 1544)<br />

In het zelfde kerkenboekje lezen ook over Herman<br />

Tapper, als hij geld leent <strong>van</strong> de kerkmeesters. Hij<br />

leent dan 9 gold guldens <strong>van</strong> 28 stuiver het stuk en<br />

zal dit bedrag aflossen door jaarlijks 3 schepel rogge<br />

te geven. In 1544 komen wij hem weer tegen als<br />

"onze pastoer here Herman Tapper ontfanghen<br />

(heft) <strong>van</strong> de kerekmeijsters een mu<strong>dd</strong>e rogghe voer<br />

33


40 br. (abantse) stuivers. Noch ontfangen 4<br />

pont vlasses voer <strong>10</strong> gosselers (kleine munt-<br />

ies)"<br />

Dan verdwijnt hij weer uit de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> Heemse.<br />

Johan Leberinck (1545 - 1559)<br />

Van Johan Leberinck is bekend, dat hij een<br />

rechtszaak heeft gehad met een <strong>van</strong> zijn parochianen<br />

die land <strong>van</strong> hem gehuurd had. Op maandag <strong>van</strong><br />

Bartholomeusdag <strong>van</strong> het jaar 1555 kwam "int<br />

gericht Heer Johan Leberinck pastor tHijemse met<br />

Tthijmen Henrickszn. als sijn voirsprake" . Hij geeft<br />

aan dat Bernt ten Velscet(Berend Veldsink) het land<br />

gebruikte buiten de pachtjaren. De pastoor komt met<br />

de stukken ter tafel om te laten zien hoe de<br />

overeenkomst was. Na grondig onderzoek blijkt dat<br />

Bernt de pacht voldaan heeft en de pastoor niets<br />

schuldig is. Het bleek een misverstand, omdat de<br />

pastoor dacht dat de pacht achteraf betaald was in<br />

plaats <strong>van</strong> vooruit.<br />

Hij stond nog al eens bij de kerkmeesters in de<br />

schuld, wat blijkt uit de volgende regels uit het<br />

kerkenboekje: "de pas toer heren Johan Leberinck<br />

<strong>van</strong> hem ontholden teghens sijn schuit die he<br />

schuldich was 3 br. stuivers <strong>van</strong> dat jaer 1552 als<br />

<strong>van</strong> de 7 gold gl. die de cos-ter gheft jaerlix. Ende<br />

noch de een spint lijens. In jaer 1556 ende een spint<br />

rovesaat depas-toer schuldich 17 si br. <strong>van</strong> eijn<br />

vareken <strong>van</strong> Rotgherinck, noch ontfanghen 4 pont<br />

vlasses, daer op betalt 7 br. St (Brabantse<br />

stuivers)." Voor 1559 wordt hij begraven: "sijn doet<br />

clet he meede krech tot een besaet". Hij wordt voor<br />

het laatst genoemd in 1555, in 1559 worden zijn<br />

erfgenamen genoemd.<br />

Luken Aerninck (1559 - 1563)<br />

Een Heemsenaar als pastoor? Willem Veldsink<br />

veronderstelt het in zijn boek "Rond de Heemser<br />

toren ". Ook deze verkeert wellicht in geldnood,<br />

want hij krijgt <strong>van</strong> de kerkmeester geld. "Onse<br />

pastoer heer Lutken gheleent 2 daelers <strong>van</strong> 35 st.<br />

ende eijn croene <strong>van</strong> 33 st.<br />

34<br />

ontfanghen <strong>van</strong> de kerekmeysters ao 1559. noch<br />

hem ghedaen 3 st."<br />

In 1563 wordt hij weer genoemd als het testament<br />

<strong>van</strong> de pastoor Gheert Moll ter sprake komt. In dat<br />

testament heeft Gheert Moll bepaald, dat aan al zijn<br />

opvolgers uit zijn goederen drie en een halve gold<br />

gulden zou worden betaald, als zij 's zondags voor<br />

zijn zielenheil wilden bi<strong>dd</strong>en. Er wordt dan een<br />

overeenkomst gemaakt tussen de kerkmeesters en<br />

"den weerdighen here heer Luken Aerning pastoer<br />

tHyemse".<br />

Verder komt hij in de geschiedenis niet meer voor.<br />

Rudolphus <strong>van</strong> Hardenberg (15.. - 1605)<br />

Wanneer deze pastoor in Heemse gekomen is, is<br />

niet met zekerheid te zeggen. Waarschijnlijk aan het<br />

einde <strong>van</strong> de 16e eeuw. Een aantal vindplaatsen laat<br />

hem zien in 1600, 1602 en 1603. In ieder geval is<br />

hij de laatste pastoor die in Heemse de Rooms-<br />

Katholieke eredienst onderhoudt. Waarschijnlijk is<br />

hij niet tot de Reformatie overgegaan. Hij helpt met<br />

de heer <strong>van</strong> Collendoorn de stad Hardenberg met de<br />

financiën. Hij ondertekent een aantal malen de<br />

notulen <strong>van</strong> het Markeboek <strong>van</strong> Heemse, in 1605<br />

voor het laatst. In 16<strong>12</strong> heet hij al de "Olde<br />

pastoer". In het Statenarchief lezen wij in 1629<br />


Salland's Volksblad, eerste kwartaal 1905<br />

Een eeuw geleden kon men in de krant lezen dat de jaarwisseling met storm gepaard ging. Twee<br />

dochters <strong>van</strong> de Hardenberger winkelier en koopman Philip Meijer Bromet en diens vrouw Esther<br />

Cohen traden in het huwelijk. Op 7 februari 1905 gaf Jansje het jawoord aan Bernard Frank en<br />

Naatje werd op dezelfde dag de vrouw <strong>van</strong> Maurits Kropveld. De familie Bromet woonde evenals<br />

de schoenmaker Frederik Goris in de Voorstraat. Een zoon <strong>van</strong> Goris genaamd Everhardus<br />

vestigde zich daar op 25-jarige leeftijd als bakker. In het verlengde <strong>van</strong> de Voorstraat, aan de<br />

andere kant <strong>van</strong> de Vechtbrug, werd op de Brink te Heemse de nieuwe zaak geopend <strong>van</strong><br />

rijwielhandelaar Kip. In Hardenberg was nog wel aan woonruimte te komen, zo kon men de winkel<br />

<strong>van</strong> Grooters huren of het woonhuis <strong>van</strong> Hemke, dat na het vertrek <strong>van</strong> Olthoff, drukker <strong>van</strong><br />

het Salland s Volksblad, kon worden aanvaard. De bereikbaarheid <strong>van</strong> Hardenberg werd aanzienlijk<br />

verbeterd door de aanleg <strong>van</strong> een spoorlijn door de Noord Ooster Lokaal Spoorwegmaatschappij.<br />

In de maand februari verdiende men tweeduizend gulden aan kaartverkoop op het station<br />

Hardenberg. De passagiers <strong>van</strong> de tram waren echter minder gelukkig doordat die ontspoorde<br />

op het Heemserveen. In deze tijd werd er gecollecteerd voor een op te richten school in het<br />

Watergat. Op de aanbesteding <strong>van</strong> een nieuw te bouwen school in Ebbenbroek schreven drie aannemers<br />

in. In Heemse vierde wethouder Bolks zijn 40-jarig jubileum als raadslid en in<br />

Bergentheim zou een hulppostkantoor moeten komen. Bij H. Stoel op huize Eikenoord te Lutten<br />

werd een inboedel verkocht en in het zuiden <strong>van</strong> Hardenberg bestaan plannen om een Waterschap<br />

op te richten.<br />

D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!