Aaneenschrijfregelkennisbegripsbeïnvloeding - Igitur - Universiteit ...
Aaneenschrijfregelkennisbegripsbeïnvloeding - Igitur - Universiteit ...
Aaneenschrijfregelkennisbegripsbeïnvloeding - Igitur - Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Aaneenschrijfregelkennisbegripsbeïnvloeding</strong><br />
3 Onderzoeksopzet<br />
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet besproken. Allereerst wordt in paragraaf 3.1 een<br />
aantal onderzoeksvragen opgesteld. In 3.2 wordt de keuze voor de gebruikte methode met<br />
haar werking toegelicht. Als onderdeel daarvan worden de gebruikte materialen en vragenlijst<br />
uitgebreid beschreven (3.2.1). Welk nut dienen ze en hoe zijn ze tot stand gekomen? Tevens<br />
wordt informatie gegeven over de gevolgde procedure en de proefpersonen die aan het<br />
experiment meegedaan hebben (3.2.2). Tenslotte volgt een beschrijving van het verloop van<br />
de pretest (3.2.3).<br />
3.1 Vraagstelling en hypotheses<br />
Uit het theoretisch kader is gebleken dat het foutief spatiëren van samenstellingen een<br />
negatief effect op het begrip kan hebben. Het blijft onduidelijk of dit effect voor iedereen in<br />
dezelfde mate opgaat. In de inleiding kwam de samenstellingsparadox ook al naar voren:<br />
hoewel door de gemaakte fout een probleem voor de lezer ontstaat, is dit een fout van alledag.<br />
Waarom maken mensen deze fout als ze er zelf hinder van ondervinden? Dit onderzoek zal<br />
daarop ingaan, en hanteert de volgende onderzoeksvraag:<br />
“In hoeverre beïnvloedt het wel of niet beheersen van de aaneenschrijfregel het proces van<br />
begripstoekenning tijdens het lezen van al dan niet gespatieerde samenstellingen?”<br />
De deelvragen die samen tot een antwoord op de bovenstaande vraag moeten leiden, luiden:<br />
1. Wat zijn samenstellingen?<br />
2. Welke spelling schrijft de aaneenschrijfregel voor?<br />
3. Wat verstaat men onder begrip en hoe is dit te meten?<br />
4. Welk effect heeft het onterecht spatiëren van delen van samenstellingen op begrip?<br />
Indien in (4) een effect optreedt:<br />
5. In hoeverre beïnvloedt de factor regelkennis het effect op begrip door het al dan niet<br />
spatiëren van samenstellingen?<br />
Indien in (4) en/of (5) een effect optreedt:<br />
6. Is het eventuele effect van (4) en/of (5) in dezelfde mate van toepassing op<br />
samenstellingen die onterecht vast-, als samenstellingen die onterecht losgeschreven<br />
zijn?<br />
De eerste drie vragen werden reeds in het vorige hoofdstuk beantwoord. Voor de<br />
beantwoording van de vragen 4 tot en met 6 wordt een leesexperiment opgezet, waarover in<br />
de volgende paragrafen meer te lezen is.<br />
De volgende alternatieve hypotheses zijn opgesteld:<br />
H1: Het foutief spatiëren van samenstellingen leidt tot een significant ander proces van<br />
begripstoekenning.<br />
H2: Het effect van foutief gespatieerde samenstellingen is voor kenners van de<br />
aaneenschrijfregel significant anders dan voor de niet-kenners van deze regel.<br />
H3: De gemaakte foutsoort, onterecht los- of onterecht vastgeschreven, heeft een<br />
significante invloed op de leestijden van de effecten gevonden in H1.<br />
H4: De gemaakte foutsoort, onterecht los- of onterecht vastgeschreven, heeft een<br />
significante invloed op de leestijden van de effecten gevonden in H2.<br />
De nulhypothese luidt:<br />
H0: Er wordt geen verschil in Hx gevonden.<br />
7