Burgerlijke bewegingen in Steenwijk - Historisch Centrum Overijssel
Burgerlijke bewegingen in Steenwijk - Historisch Centrum Overijssel
Burgerlijke bewegingen in Steenwijk - Historisch Centrum Overijssel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
schutterijen, de wijkvergader<strong>in</strong>gen waar de hervormers naar omzagen, waren<br />
alle kle<strong>in</strong>burgerlijke groeper<strong>in</strong>gen; regentenvrienden wilden bijvoorbeeld wel<br />
officier van een schuttersvendel zijn.<br />
In <strong>Steenwijk</strong> zien wij een ander beeld bij de opricht<strong>in</strong>g van de Oranje-Vrij-<br />
Compagnie. Wanneer wij er van uit gaan dat de magistraat het niet op prijs<br />
stelde dat anderen <strong>in</strong> zijn keuken keken, valt het wellicht te verklaren waarom<br />
de regenten probeerden snel te handelen. Zij waren bang dat er teveel bekend<br />
zou worden over hun activiteiten. In dat licht bezien is het des te <strong>in</strong>teressanter<br />
de positie van H.C. Fledderus te bekijken. Hij was getrouwd met Wyts ten<br />
Wolde, eerder weduwe van Joan Zeger Ram en dus ooit de schoonzuster van<br />
burgemeester Fredrik Ram. Het ligt dus voor de hand te veronderstellen dat<br />
Fledderus via zijn vrouw op de hoogte kon zijn van de onoirbare praktijken van<br />
de burgemeesters van <strong>Steenwijk</strong>. Daarom is het aan te nemen dat vooral Fredrik<br />
Ram de felste tegenstander werd van Fledderus toen die de kwaliteit van<br />
burgergecommitteerde aannam. Dat werd vermoedelijk als verraad beschouwd.<br />
Het lijkt er allesz<strong>in</strong>s op dat ook ord<strong>in</strong>aire familieruzies aan het conflict ten<br />
grondslag liggen. Ter illustratie: het stiefdochtertje van H.C. Fledderus heette ...<br />
Hendr<strong>in</strong>a Ram, het nichtje van burgemeester Fredrik Ram! Het lijkt er sterk op<br />
dat de magistraat er alles aangelegen is geweest om deze zo belangrijke getuige<br />
zo snel mogelijk te elim<strong>in</strong>eren, maar daarmee bereikte hij wel dat diezelfde<br />
Fledderus een martelaarsfiguur werd.<br />
In de periode 17°4-1745 waren er <strong>in</strong> <strong>Steenwijk</strong> nauwelijks grote problemen,<br />
maar <strong>in</strong> 1745 deden die zich wel voor. Begonnen met een kerkelijk conflict,<br />
deden zij sterk denken aan de woel<strong>in</strong>gen gedurende de Plooierijen (1703-1704).<br />
Evenals <strong>in</strong> 1745 was de benoem<strong>in</strong>g van een nieuwe predikant <strong>in</strong> 1703 de aanleid<strong>in</strong>g<br />
geweest tot felle tegenstell<strong>in</strong>gen, die niet alleen de kerkenraad, maar ook<br />
grote delen van de burgerij <strong>in</strong> conflict met de magistraat brachten. In 1704<br />
werd het conflict nog bijgelegd door middel van een conventie, doch <strong>in</strong> 1745<br />
bleven de magistraat en de kerkenraad elkaars rechten <strong>in</strong>zake de benoem<strong>in</strong>gsprocedure<br />
voor een nieuwe predikant bestrijden. Evenals <strong>in</strong> 1703 koos <strong>in</strong> 1745<br />
een deel van de burgerij voor de magistraat en een ander deel voor de kerkenraad.<br />
Doch <strong>in</strong> de periode 1745-1748 werden de problemen omvangrijker, omdat een<br />
deel van de burgerij zich niet alleen achter de kerkenraad schaarde <strong>in</strong>zake het<br />
benoem<strong>in</strong>gsrecht van een nieuwe predikant, maar ook met een burgerrekwest<br />
kwam waar<strong>in</strong> de praktijken van de magistraat werden gehekeld. Opvallend is<br />
niet alleen de grote gelijkenis van dit burgerrekwest met de 'brieven van beswaer'<br />
van 1703, maar ook de grote gelijkenis van de familienamen welke<br />
onder beide stukken worden aangetroffen. Daaruit kan de conclusie getrokken<br />
worden dat de ondertekenaars van het burgerrekwest van 1748 <strong>in</strong> verband zijn<br />
te brengen met de Nieuwe Plooiers van 1703- Alles duidt er op dat net als <strong>in</strong><br />
1703 ook <strong>in</strong> de periode 1745-1748 de onderliggende factie van de moeilijke<br />
omstandigheden waar<strong>in</strong> het stadsbestuur was komen te verkeren, gebruik probeerde<br />
te maken door een pog<strong>in</strong>g te wagen zich van de macht meester te<br />
maken. Het grote verschil is echter dat daar waar men <strong>in</strong> 1703 probeerde de<br />
bakens te verzetten bij afwezigheid van de stadhouder, men zich juist <strong>in</strong> 1748<br />
74 H.Spreen