01.09.2013 Views

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

verankerd kader maken als plaatsaanduiding voor inhoud die later kan worden toegevoegd. U kunt de grootte van een verankerd kader op elk<br />

gewenst moment aanpassen. De positie van het kader wordt dan automatisch bijgewerkt.<br />

1. Ga op een van de volgende manieren te werk:<br />

Om een verankerd object toe te voegen, gebruikt u het gereedschap Tekst om een invoegpositie te plaatsen op de locatie waar het<br />

anker voor het object moet worden weergegeven. Vervolgens plaatst of plakt u het object.<br />

Als het kader voor het object groter is dan de tekstregel waarin het kader wordt weergegeven, kan de geïmporteerde afbeelding<br />

worden overlapt door tekst of wordt de ruimte boven de regel groter. U kunt een andere positie voor het verankerde object kiezen,<br />

een zacht of hard regeleinde invoegen, het formaat van het inline-object aanpassen of een andere regelafstand voor de omringende<br />

regels opgeven.<br />

U kunt een bestaand object verankeren door dit object te selecteren en Bewerken > Knippen te kiezen. Plaats vervolgens met het<br />

gereedschap Tekst de invoegpositie op de locatie waar u het object wilt invoegen en kies Bewerken > Plakken. Standaard wordt het<br />

verankerde object op de regel (inline) geplaatst.<br />

Als u een kader voor plaatsaanduidingen wilt toevoegen voor een object dat niet beschikbaar is (bijvoorbeeld tekst voor een zijbalk die u<br />

nog moet schrijven), gebruikt u het gereedschap Tekst om de invoegpositie op de gewenste positie voor het anker voor het object te<br />

plaatsen en kiest u Object > Verankerd object > Invoegen.<br />

U kunt teksttekens verankeren door contouren van de tekst te maken. Bij het maken van contouren wordt automatisch elk tekstteken<br />

omgezet in een verankerd inline-object.<br />

2. U kunt het object plaatsen door het te selecteren met een selectiegereedschap en vervolgens Object > Verankerd object > Opties te kiezen.<br />

Geef de gewenste opties op.<br />

Als u het dialoogvenster Verankerd object wilt overslaan, gebruikt u de sneltoets Verankerd object invoegen/naar ankerpuntmarkering. In de<br />

sneltoetseditor moet u toetsen toewijzen voor deze sneltoets (deze editor is te vinden in het gebied Tekst en tabellen). Als u tweemaal op de<br />

sneltoets drukt, wordt de selectie van het object ongedaan gemaakt en wordt de cursor weer in de hoofdtekst geplaatst. (Zie Sneltoetssets<br />

gebruiken.)<br />

Opties voor ingevoegde verankerde objecten<br />

Wanneer u een plaatsaanduiding voor een verankerd object invoegt, kunt u de volgende opties voor de inhoud opgeven:<br />

Inhoud Hiermee geeft u het type object op dat in het kader voor plaatsaanduidingen wordt opgenomen.<br />

Opmerking: Als u Tekst kiest, staat er een invoegpositie in het tekstkader. Kiest u Afbeelding of Niet toegewezen, dan wordt het objectkader<br />

geselecteerd in <strong>InDesign</strong>.<br />

Objectstijl Geeft de stijl op waarmee u het object kunt opmaken. De objectstijlen die u hebt gedefinieerd en opgeslagen, staan in dit menu.<br />

Alineastijl Geeft de alineastijl op waarmee u het object kunt opmaken. De alineastijlen die u hebt gedefinieerd en opgeslagen, staan in dit menu.<br />

Opmerking: Als voor de objectstijl een alineastijl is geactiveerd en u kiest een andere stijl in het menu Alineastijl, of als u wijzigingen aanbrengt<br />

in de opties voor Verankerde positie voor een stijl, staat er een plusteken (+) in het menu Objectstijl ten teken dat er overschrijvingen hebben<br />

plaatsgevonden.<br />

Hoogte en breedte Geef de afmetingen van het kader voor plaatsaanduidingen op.<br />

Opties voor inline-positionering en positionering boven de regel<br />

Als u Inline of Boven regel selecteert in het menu Positie in het dialoogvenster Opties verankerd object, zijn de volgende opties beschikbaar voor<br />

het instellen van de positie van het verankerde object. (U kunt deze opties ook gebruiken via het dialoogvenster Verankerd object invoegen.)<br />

Inline Lijnt de onderkant van het verankerde object op de basislijn uit. Voor inline-objecten gelden bepaalde beperkingen als deze worden<br />

verplaatst langs de y-as: de bovenkant van het object kan niet voorbij de witruimte aan de onderkant worden verplaatst en de onderkant van het<br />

object kan niet boven de witruimte aan de bovenkant uitkomen.<br />

Y verschuiven Past de positie van de basislijn aan. U kunt het object ook verticaal met de muis over de pagina slepen.<br />

Boven regel Lijnt het object uit boven de tekstregel waarin het ankerpunt staat, en onder de tekstregel boven het ankerpunt.<br />

Uitlijning Kies een van de volgende opties:<br />

Links, Rechts en Gecentreerd Lijnt het object uit binnen de tekstkolom. Bij deze opties worden de inspringingswaarden genegeerd die<br />

op de alinea worden toegepast, en wordt het object in de gehele kolom uitgelijnd.<br />

Naar rug en Weg van rug Lijnt het object links of rechts uit, afhankelijk van de plaats op de spread waar het object zich bevindt. Bij deze<br />

opties worden de inspringingswaarden genegeerd die op de alinea worden toegepast, en wordt het object in de gehele kolom uitgelijnd.<br />

(Tekstuitlijning) Lijnt het object uit op basis van de uitlijning die is gedefinieerd door de alinea. Bij deze optie worden bij het uitlijnen van<br />

het object de inspringingswaarden voor de alinea gebruikt.<br />

Ruimte voor Geeft de positie van het object ten opzichte van de onderkant van de witruimte in de voorafgaande tekstregel aan. Bij positieve<br />

waarden worden zowel het object als de onderstaande tekst naar beneden verplaatst. Bij negatieve waarden wordt de tekst onder het object<br />

omhoog verplaatst richting het object. De maximale negatieve waarde is de hoogte van het object.<br />

Ruimte na Geeft de positie van het object aan ten opzichte van de hoogte van de hoofdletter van het eerste teken in de tekstregel onder het<br />

object. Bij een waarde van 0 wordt de onderkant van het object uitgelijnd op de positie van de hoogte van de hoofdletter. Bij een positieve waarde<br />

wordt de tekst onder het object omlaag verplaatst (weg van de onderkant van het object). Bij een negatieve waarde wordt de tekst onder het object<br />

omhoog verplaatst (richting het object).<br />

250

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!