01.09.2013 Views

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3. Wijzig de instellingen in het deelvenster Animatie.<br />

Opties voor bewegingsvoorinstellingen<br />

De opties voor bewegingsvoorinstellingen worden weergegeven in het deelvenster Animatie. Klik op de optie Eigenschappen om geavanceerde<br />

instellingen weer te geven.<br />

Naam Geef een naam op voor de animatie. Een beschrijvende naam is vooral handig als u een actie instelt waarmee de animatie wordt<br />

geactiveerd.<br />

Voorinstelling Maak een keuze in de lijst met vooraf ingestelde bewegingsinstellingen.<br />

Gebeurtenis(sen) Standaard is Bij laden van pagina geselecteerd. Dat betekent dat het object met animatie wordt afgespeeld wanneer de<br />

pagina in het SWF-bestand wordt geopend. Kies Bij klikken op pagina om de animatie te activeren wanneer er op de pagina wordt geklikt. Kies Bij<br />

klikken (automatisch) of Bij rollover (automatisch) om de animatie respectievelijk te activeren wanneer iemand op het object zelf klikt of de muis<br />

erboven houdt. Bij knopgebeurtenis wordt geselecteerd als u een knopactie instelt waarmee de animatie wordt geactiveerd. (Zie Acties toevoegen<br />

aan knoppen.) U kunt meerdere gebeurtenissen opgeven om de animatie te starten.<br />

Als u de gebeurtenis Bij rollover (automatisch) selecteert, kunt u ook Omkeren bij rolloff selecteren. Met deze optie draait u de actie van de<br />

animatie om als u de muis van het object haalt.<br />

Knopactivering maken Klik op deze knop om de animatie te activeren vanaf een bestaand object of een bestaande knop. Klik op de knop<br />

Knopactivering maken en daarna op het object waarmee de animatie wordt geactiveerd. Het object wordt, indien nodig, omgezet in een knop<br />

en het deelvenster Knoppen wordt geopend.<br />

Duur Geef op hoe lang het duurt voordat de animatie wordt weergegeven.<br />

Afspelen Geef op hoe vaak de animatie wordt afgespeeld of selecteer Continu om de animatie steeds opnieuw af te afspelen totdat deze wordt<br />

gestopt.<br />

Snelheid U kunt kiezen of de animatie bij een constante snelheid wordt afgespeeld (Geen), langzaam begint en dan steeds sneller wordt<br />

afgespeeld (Versnellen) of tegen het einde wordt vertraagd (Vertragen).<br />

Opmerking: De volgende opties zijn beschikbaar wanneer Eigenschappen wordt uitgevouwen.<br />

Animeren Kies Op basis van huidige vormgeving om de huidige eigenschappen (schalingspercentage, rotatiehoek en positie) te gebruiken als het<br />

beginpunt voor de animatie.<br />

Kies Naar huidige vormgeving om de eigenschappen van het object te gebruiken als het eindpunt van de animatie. Het gebruik van deze optie is<br />

vooral handig in presentaties. Objecten die het beeld in komen vliegen, kunnen bijvoorbeeld worden weergegeven op de pagina in plaats van op<br />

het plakbord, zodat het afgedrukte document er veel beter uitziet.<br />

Kies Naar huidige locatie om de huidige objecteigenschappen te gebruiken als het beginpunt van de animatie en de positie van het object als het<br />

eindpunt. Deze optie lijkt op Naar huidige vormgeving, alleen eindigt het object op de huidige locatie en wordt het bewegingspad verschoven.<br />

Deze optie is vooral handig in geval van bepaalde voorinstellingen, zoals vervagingen en fades, omdat zo wordt voorkomen dat het object er aan<br />

het einde van de animatie niet goed uitziet.<br />

Instellingen voor animeren<br />

A. Object en pad voor animatie B. Van huidige vormgeving C. Naar huidige vormgeving D. Naar huidige locatie<br />

Klik op Animatieproxy weergeven onder aan het deelvenster Animatie om de proxy aan het einde van het bewegingspad weer te geven.<br />

Roteren Geef een rotatiehoek op die het object tijdens de animatie voltooit.<br />

Oorsprong Gebruik de proxy om de oorsprong van het bewegingspad voor het geanimeerde object op te geven.<br />

Schalen Geef een percentage op om te bepalen of het object tijdens het afspelen groter of kleiner wordt.<br />

Dekking Kies een optie om te bepalen of de animatie onveranderd blijft (Geen), langzaam maar zeker zichtbaar wordt (Infaden) of langzaam maar<br />

zeker onzichtbaar wordt (Uitfaden).<br />

Zichtbaarheid Selecteer Verbergen tot animatie wordt gestart of Verbergen na animeren om een object voor of na het afspelen onzichtbaar te<br />

maken.<br />

Bewegingsvoorinstellingen beheren<br />

Naar boven<br />

U kunt in <strong>InDesign</strong> animatie-instellingen opslaan als bewegingsvoorinstellingen die u gemakkelijk opnieuw kunt gebruiken. U kunt ook<br />

voorinstellingen importeren uit XML-bestanden die kunnen worden geopend in Flash Professional of uitgewisseld met andere <strong>InDesign</strong>-gebruikers.<br />

Bewegingsvoorinstellingen opslaan voor later gebruik<br />

Aangepaste voorinstellingen staan boven aan het menu Voorinstellingen in het deelvenster Animatie.<br />

428

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!