01.09.2013 Views

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

veranderen, klikt u op Basis herstellen. Hiermee wordt de opmaak van de onderliggende stijl gelijk gemaakt aan de stijl waarop de<br />

onderliggende stijl is gebaseerd.<br />

5. Om een sneltoets te kunnen toevoegen, plaatst u de invoegpositie in het vak Sneltoets (de toets Num-Lock moet zijn ingeschakeld). Houd<br />

Shift, Alt en Ctrl (Windows) of Shift, Option en Command (Mac OS) ingedrukt en druk op een toets op het numerieke toetsenblok. U kunt<br />

sneltoetsen voor stijlen alleen definiëren met de toetsen van het toetsenblok.<br />

6. Selecteer onder Standaardkenmerken de extra categorieën met de opties die u wilt definiëren, en stel de opties naar wens in. Schakel het<br />

selectievakje links van elke categorie in om aan te geven of de categorie in de stijl moet worden opgenomen of moet worden genegeerd.<br />

7. U past effecten toe door een optie in Effecten voor (object, lijn, vulling of tekst) te kiezen en vervolgens categorieën effecten te selecteren en<br />

instellingen voor die effecten op te geven. U kunt voor elke categorie andere effecten opgeven. Geef aan welke effectcategorieën in de stijl<br />

moeten worden ingeschakeld, uitgeschakeld of genegeerd.<br />

8. Selecteer een optie onder Exportopties, en geef exportparameters op voor die optie. U kunt Alt-tekst voor geplaatste afbeeldingen<br />

definiëren. U kunt labels en actuele instellingen voor tekst toepassen op gelabelde PDF's. U kunt verschillende conversie-instellingen<br />

opgeven voor elk object bij HTML- en EPUB-indelingen zodat ze goed worden weergegeven bij verschillende schermgroottes en<br />

pixeldichtheden.<br />

Opmerking: Exportopties voor object worden gebruikt om exportparameters op te geven. Deze parameters zijn vereist voor het exporteren<br />

naar verschillende indelingen zoals EPUB, HTML of toegankelijke PDF's. Exportopties voor object worden op zowel tekst- en<br />

afbeeldingskaders als groepen toegepast. Zie Exportopties voor objecten | CC, CS6, CS5.5.<br />

9. Klik op OK.<br />

Categorieën objectstijl<br />

Als u de stijl alleen op bepaalde kenmerken wilt toepassen en de overige instellingen niet wilt wijzigen, moeten alleen de categorieën waarop u de<br />

stijl wilt toepassen, zich in de juiste status bevinden. U kunt elke categorie op een van de volgende statussen instellen: ingeschakeld,<br />

uitgeschakeld of genegeerd. Als u bijvoorbeeld het selectievakje Slagschaduw inschakelt, wordt de opmaak voor een slagschaduw aan de<br />

objectstijl toegevoegd. Is het selectievakje Slagschaduw uitgeschakeld, dan wordt in de stijl de opmaak voor slagschaduw genegeerd en wordt<br />

elke slagschaduw die op een object is toegepast, als een overschrijving weergegeven. Als u het selectievakje Slagschaduw op 'negeren' (een klein<br />

vakje in Windows of een koppelteken in Mac OS) instelt, wordt de opmaak voor slagschaduw uit de stijl verwijderd. Slagschaduwen die aan de stijl<br />

waren toegevoegd, worden dan niet als een overschrijving weergegeven.<br />

Categorieën objectstijl<br />

A. Ingeschakeld B. Genegeerd C. Uitgeschakeld<br />

Opmerking: Categorieën waarin elke instelling afzonderlijk kan worden in- of uitgeschakeld, zoals vulling, lijn en transparantie, hebben twee<br />

statussen. Deze statussen kunnen worden ingeschakeld of genegeerd.<br />

De categorie Alineastijlen wordt standaard genegeerd, zelfs als u een tekstkader maakt. Deze categorie is alleen van toepassing als het object een<br />

niet-verbonden tekstkader is.<br />

Objectstijlen toepassen<br />

Naar boven<br />

Wanneer u een objectstijl op een groep objecten toepast, wordt de objectstijl op elk object in de groep toegepast. Als u een objectstijl op een groep<br />

objecten wilt toepassen, dient u de objecten in een kader te nesten. (U kunt bijvoorbeeld met de opdracht Bewerken > Plakken een object in een<br />

kader plakken.)<br />

1. Selecteer een object, kader of groep.<br />

2. Klik op een objectstijl in het regelpaneel of in het deelvenster Objectstijlen om een stijl toe te passen.<br />

Als u de optie Overschrijvingen wissen bij toepassen van stijl in het deelvenster Objectstijlen kiest en u klikt op een objectstijl, worden<br />

overschrijvingen standaard gewist. Als deze optie niet is ingeschakeld, kunt u Alt ingedrukt houden en klikken (Windows) of Option ingedrukt<br />

houden en klikken (Mac OS) op de objectstijl om tijdens het toepassen van de stijl overschrijvingen te wissen.<br />

U kunt een stijl ook toepassen zonder eerst het object te hoeven selecteren door de objectstijl naar het object te slepen.<br />

Als er een groep is geselecteerd wanneer u een objectstijl toepast, wordt de stijl op elk object in de groep toegepast.<br />

Nadat u een stijl hebt toegepast, kunt u desgewenst andere instellingen op het object toepassen. Hoewel u een instelling die in de stijl is<br />

330

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!