01.09.2013 Views

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

Handleiding InDesign - Adobe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Labels in het deelvenster Structuur en het deelvenster Labels<br />

Pagina-items handmatig labelen<br />

1. Kies Venster > Hulpmiddelen > Labels om het deelvenster Labels te openen.<br />

2. Kies Weergave > Structuur > Structuur tonen om het deelvenster Structuur links van het venster Document weer te geven.<br />

3. Kies Niet-gelabelde items toevoegen in het menu van het deelvenster Structuur.<br />

4. Selecteer een pagina-item in het document.<br />

5. Selecteer een label in het deelvenster Labels. Let bij bepaalde geïmporteerde labels op het volgende:<br />

Artefact Met het label Artefact kunt u pagina-items verbergen, zoals paginanummers of onbelangrijke objecten, als het PDF-bestand in de<br />

weergave Opnieuw plaatsen is geopend waarin alleen de gelabelde items zijn te zien (zie de documentatie van <strong>Adobe</strong> Acrobat). Dit is vooral<br />

bedoeld voor het weergeven van PDF-bestanden op een handheldapparaat of in andere PDF-leesprogramma's.<br />

Cel Gebruik dit label voor tabelcellen.<br />

Figuur Gebruik dit label voor geplaatste afbeeldingen. Het label Figuur wordt toegepast op alle ongelabelde afbeeldingen die in het<br />

document zijn geplaatst wanneer u Niet-gelabelde items toevoegen kiest.<br />

Alinealabels (P, H, H1-H6) Deze labels hebben geen effect op de geëxporteerde PDF-tekst wanneer deze wordt weergegeven in de<br />

weergave Opnieuw plaatsen. In bepaalde situaties kunnen die labels echter wel nut hebben wanneer een PDF-bestand naar de HTMLindeling<br />

wordt geëxporteerd.<br />

Artikel Gebruik dit label voor artikelen. Het label Artikel wordt toegepast op alle ongelabelde tekstkaders wanneer u Niet-gelabelde items<br />

toevoegen kiest. Stel dat u een <strong>InDesign</strong>-document hebt dat is opgemaakt met drie alineastijlen: Kop1, Kop2 en Tekst. Wijs deze<br />

alineastijlen eerst toe aan respectievelijk H1-, H2- en P-labels. Exporteer vervolgens naar PDF. Wanneer u het PDF-document naar HTML<br />

of XML in Acrobat exporteert, worden de alinea's die zijn gelabeld als H1, H2, en P overeenkomstig weergegeven in een webbrowser (zoals<br />

grote, vette letters in H1). Zie de documentatie van <strong>Adobe</strong> Acrobat voor informatie over het exporteren van het PDF-document naar HTML<br />

of XML.<br />

Afbeeldingen labelen voor gebruik bij schermlezers<br />

Naar boven<br />

Als u schermlezers de grafische elementen wilt laten beschrijven die belangrijke concepten in het document illustreren, moet u de gewenste<br />

beschrijving opgeven. Figuren en multimedia worden niet herkend en niet gelezen door een schermlezer, tenzij u alternatieve tekst aan de<br />

labeleigenschappen toevoegt.<br />

Met het kenmerk Alt-tekst kunt u alternatieve tekst maken die kan worden gelezen in plaats van een afbeelding die kan worden bekeken.<br />

ActualText is vergelijkbaar met Alt-tekst omdat deze een afbeelding vervangt. Met het kenmerk ActualText kunt u een afbeelding vervangen dat<br />

deel is van een woord, zoals een mooie afbeelding die als initiaal wordt gebruikt. In dit voorbeeld kunt u met het kenmerk ActualText de initiaal als<br />

deel van het woord lezen.<br />

Wanneer u naar <strong>Adobe</strong> PDF exporteert, worden de kenmerken Alt-tekst en ActualText in het PDF-bestand opgeslagen. Deze kenmerken kunnen<br />

worden weergegeven in Acrobat 6.0 en hoger. De gegevens van deze alternatieve tekst kunnen worden gebruikt wanneer het PDF-bestand vanuit<br />

Acrobat als HTML- of XML-bestand wordt opgeslagen. Zie de documentatie van <strong>Adobe</strong> Acrobat voor meer informatie.<br />

451

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!