04.09.2013 Views

No, 499 13 Maart 1934

No, 499 13 Maart 1934

No, 499 13 Maart 1934

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

krant zou ontgaan. En in die opgewektheid waarmee<br />

hij, na een langen dag van vermoeienis, des nachts er<br />

nog weer op uittrok en van geen rust wilde weten, trokken<br />

ook wij er op uit, onze rust verschuivende naar een<br />

moment, waarop de krant door die rust niet zou worden<br />

geschaad.<br />

Ik herinner mij, hoe ik op een Zaterdagmiddag, toen<br />

Tersteeg en ik behoorden tot de nacht-redactie van het<br />

Handelsblad, hem mededeeling kwam doen van de plotselinge<br />

ongesteldheid van den derden collega in die<br />

nachtploeg, zonder wien het werk in den komenden<br />

nacht — er moesten drie bladen worden gemaakt, wat<br />

in dien tijd voor de ochtendéditie een heele opgaaf was<br />

— wellicht te zwaar zou worden, met het oog waarop<br />

ik Tersteeg kwam vragen, of geen vervanger voor den<br />

absent moest worden ontboden. Maar hij wees het vragen<br />

van een derden man onmiddellijk gedecideerd van<br />

de hand. „Jij en ik beginnen eenvoudig twee uur eerder<br />

en wij werken van nacht dubbel zoo hard als anders,<br />

begrijp je dat? Prachtig, dan knappen wij met ons tweeën<br />

de zaak wel op. Het halen van een remplacant is wel<br />

drommels makkelijk; moeilijker is, het zónder hem te<br />

doen. En daarom kiezen wij het laatste." Er werd dien<br />

nacht rond twaalf uur aan één stuk gewerkt en de pers<br />

draaide op tijd. Toen wij in het eerste glanzen van den<br />

Zondagmorgen naar huis wandelden, alsof er niemendal<br />

was gebeurd, zei Tersteeg: „Zie zoo, na het pleizier van<br />

zóó'n nacht is de dag die komt, dubbel schoon". En de<br />

jongere collega, die naast hem ging, erkende in het voorbeeld<br />

hem gegeven: de verrukking van den arbeid, die<br />

buitengewone inspanning had geëischt. Aangepakt zonder<br />

overwegen. Direct, toen die arbeid gevraagd werd.<br />

Wat heeft hij het ons dikwijls gezegd: alsjeblieft niet<br />

praten over iets, maar dat iets liever dadelijk doen. Daar<br />

heeft de krant méér aan dan aan woorden.<br />

Hij heeft ons wel bewaarheid:<br />

Rustloos werken, vroeg en laat.<br />

Heiige wet van 't leven;<br />

Vrij en blij maakt eerst de daad,<br />

Blijf naar 't hoogste streven.<br />

Ik hoor hem nög vragen, als wij, verslaggevers 's<br />

avonds met onze copie binnen kwamen: „Sta je voor<br />

de volle honderd procent in? Drie regels moeten even<br />

nauwkeurig zijn als een heele kolom. Denk er om, de<br />

krant heeft recht op al je tijd. Niet zeuren, over wat je<br />

DE J O U R N A L I S T 33<br />

zélf graag zou willen. Dan moet je het krantenleven niet<br />

ambieeren."<br />

Hij heeft ons dikwijls z'n vlijm-scherpe critiek niet gespaard.<br />

Hij kon de dingen ongezouten zeggen. Despaanders<br />

vlogen er dan over en weer af. Maar achter die<br />

laaiende heftigheid wisten wij allemaal den kerel, waarin<br />

een onbetaalbare kameraad school, het prachtige voorbeeld<br />

van werklust en arbeidsliefde, die geen grenzen<br />

kende.<br />

Na 1907 gingen onze wegen door wisseling van woonplaats<br />

uit elkander.<br />

Maar Tersteeg liet nu en dan merken: moeten wij<br />

elkaar weer niet eens ontmoeten?<br />

De dood een einde?<br />

Weineen. De dood is voortzetting.<br />

Voortbouwen aan wat wij over-krijgen, van hen, die<br />

ingaan tot de rust der eeuwen.<br />

A. C. ROCHAT.<br />

III.<br />

Volkomen onverwacht kwam Zaterdag 17 Februari<br />

tegen het middaguur op de redactie van het Handelsblad<br />

het telefonisch bericht, dat Tersteeg gestorven was. Een<br />

mededeeling, die er ontsteltenis en ontroering bracht,<br />

want wel wisten we, dat Tersteeg zwaar ziek lag en<br />

vreesden wij zelfs, dat hij nooit meer tot werken in staat<br />

zou zijn, maar dat deze ziekte zoo snel en zoo plotseling<br />

een einde aan zijn leven zou maken, had geen onzer<br />

kunnen denken.<br />

In den vroegen ochtend van Maandag 5 Februari was<br />

Tersteeg ingestort. Hij kon mij toen nog telefonisch een<br />

enkele aanwijzing geven voor de bestuursvergadering<br />

van de A. P. van dien dag, en reeds dadelijk zeide mij<br />

zijn gebroken stem, dat Tersteeg erg ziek moest zijn.<br />

Voor het laatst had ik zijn stem gehoord...<br />

Wij kunnen het ons eigenlijk op dit moment nóch op<br />

de redactie van het Handelsblad, nóch in de A. P. als<br />

volle droeve werkelijkheid voorstellen, dat de chef van<br />

„Binnenland", de voorzitter der vereeniging, is heengegaan.<br />

Want hoe is Tersteeg geweest een voorbeeld<br />

van forsche kracht ondanks het klimmen der jaren, een<br />

man, terecht trotsch, dat hij niet behoefde te buigen<br />

voor den naderenden ouderdom, een en al vitaliteit en<br />

onverzwakt in het dagelijksch leven en werken. Het oog<br />

vol felle tinteling, het woord wel eens zonder breidel,<br />

doch altijd op den man af en recht uit het hart. Collega<br />

Von Balluseck heeft op „Zorgvlied" Tersteeg vergeleken<br />

bij den stoeren zeevader, die op de oude vloot jongmaatjes<br />

wegwijs placht te maken, het type van den zeeman<br />

van ruwen bolster, maar gouden inborst. Ik geloof,<br />

dat dit beeld heel raak is geweest. Tersteeg kon op de<br />

redactie niet zelden met een heftig woord iemand den<br />

goeden weg wijzen, opponeeren tegen wat hem niet aan-<br />

Tersteegs laatste kiek.<br />

Op het Kring-diner bij het 50-jarig bestaan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!