06.09.2013 Views

blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen

blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen

blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

duidelijk omschreven. Niet altijd is de verantwoordelijkheid voor de verwerking eenduidig<br />

<strong>49</strong><br />

vastgelegd, hetgeen een eis is volgens art. 1 Wbp.<br />

Wat betreft de verstrekking door de vele (verschillende) partijen aan partners als politie en<br />

justitie wordt soms aangegeven dat deze zich beperkt tot zogeheten buitenkant informatie.<br />

Gelet op de doelstelling van een Veiligheidshuis kan betwijfeld worden of deze informatie<br />

zich hiertoe beperkt en of dat wel geoorloofd is. Onduidelijkheid is er ook met betrekking tot<br />

de keuze welke partijen bij het overleg of afhandeling betrokken worden. Naast de vele voor<br />

de hand liggende partijen worden ook partijen genoemd, waarvoor dit minder helder is, zoals<br />

Leger des Heils en kredietbanken. Ook van deze partijen zal steeds moeten worden<br />

aangegeven welke verstrekking noodzakelijk is en waarom dat geoorloofd is. In dat verband<br />

wordt soms een merkwaardige invulling gegeven aan het begrip ‘derde’, in de WBP<br />

omschreven als ieder, niet zijnde de betrokkene, de verantwoordelijke, de bewerker of enig<br />

persoon die onder rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke of de bewerker gemachtigd is<br />

om persoonsgegevens te verwerken. Wanneer deze derde vervolgens in een convenant wordt<br />

omschreven als de partij die niet betrokken is bij de integrale persoonsgebonden aanpak, dan<br />

wordt vergeten dat deze partijen meestal ten opzichte van elkaar als derde moeten worden<br />

aangemerkt, waarbij het de vraag is of de vestrekking wel verenigbaar is met het doel<br />

waarvoor de gegevens zijn verkregen.<br />

Een derde opmerking betreft de positie van de betrokkene, zijnde de persoon die in het<br />

casusoverleg wordt besproken. Uit de diverse stukken wordt duidelijk dat ook gegevens<br />

verwerkt worden van andere personen: gezinsleden, vrienden, getuigen, slachtoffers en<br />

kinderen. Gezien de rol die zij spelen in het geheel moeten ook zij onzes inziens als<br />

betrokkenen worden aangemerkt. Er zal voor deze betrokkenen eveneens een grondslag voor<br />

verwerking moeten worden gevonden.<br />

Een vierde opmerking betreft de naleving van de meldingsplicht. Uit het openbare<br />

meldinge<strong>nr</strong>egister van het CBP zou kunnen worden afgeleid dat slechts 1 van de 45<br />

Veiligheidshuizen een melding heeft gedaan. Indien Veiligheidshuizen mogelijk twijfelen<br />

over het wel of niet vrijgesteld zijn van deze verplichting tot melden kan verwezen worden<br />

naar een uitspraak van het CBP. In 2005 heeft het CBP in een uitspraak inzake de Werkgroep<br />

Intimidatie in Den Bosch gewezen op de noodzaak van een melding, wanneer een Werkgroep<br />

opgaat in het Veiligheidshuis. “Het CBP ziet de melding van de gegevensverwerking inzake het<br />

Veiligheidshuis graag tegemoet.” (CBP 2005). In elk geval zal met betrekking tot de melding<br />

duidelijker geïnventariseerd moeten worden welke verwerkingen er zoal plaatsvinden, wie als<br />

verantwoordelijke optreedt en wanneer er gemeld moet worden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!