blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen
blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen
blackbox-onderzoek veiligheidshuizen webpublicatie nr. 49 - Oapen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50<br />
Een vijfde opmerking betreft de nieuwe Wet politiegegevens waarbij op grond van artikel 20<br />
meer ruimte geboden wordt aan de politie die nu de noodzakelijke gegevens beschikbaar mag<br />
stellen. Dit in tegenstelling tot het gesloten verstrekkingregime uit de vroegere Wet<br />
politieregisters. De voorwaarde voor uitwisseling is wel dat er een samenwerkingsverband is,<br />
waarin de doeleinden van het gebruik zijn vastgelegd. Ook artikel 39f van de Wet justitiële en<br />
strafvorderlijke gegevens (WJG) (Stb. 2004, 315) biedt ruimte voor verstrekking van<br />
strafvorderlijke gegevens in het kader van de taken die door een Veiligheidshuis worden<br />
uitgeoefend. Deze verstrekking is nader uitgewerkt in de Aanwijzing wet justitiële en<br />
strafvorderlijk gegevens 3 . Op basis van die Aanwijzing wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />
enerzijds de verstrekking aan een samenwerkingsverband, waarbij een apart bestand wordt<br />
gecreëerd én anderzijds de verstrekking aan afzonderlijke partners. De Wbp is alleen op de<br />
eerste situatie van toepassing. In die situatie is het vervolgens niet geoorloofd om deze<br />
gegevens verder te verstrekken. Gelet op het doel van de verwerking en de aard van de<br />
gegevens kan de vraag worden gesteld of in aanvulling op de melding bij het CBP in dat geval<br />
niet ook nog een voorafgaand <strong>onderzoek</strong> noodzakelijk is. Deze twijfel wordt gevoed door de<br />
behandeling van de wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens (Kamerstukken<br />
2008/09d). Eén van de wijzigingen betreft artikel 22, vierde lid, het verbod om<br />
strafrechtelijke gegevens te verwerken ten behoeve van derden. Voorgesteld wordt om deze<br />
verwerking wel toe te staan wanneer het om verwerkingen gaat door of ten behoeve van<br />
publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden, voor zover de verwerking noodzakelijk is voor<br />
de uitvoering van de taak van de verantwoordelijke. In de memorie van toelichting<br />
(Kamerstukken 2008/09d) wordt met verwijzing naar artikel 20 Wpol en artikel 39f WJG<br />
aangegeven dat de gegevens weliswaar verstrekt mogen worden, maar dat verdere<br />
verstrekking verboden is. Dat wordt nu met de wetswijziging van de Wbp toegestaan.<br />
Een zesde opmerking betreft het gebruik van persoonsnummers, in het bijzonder het<br />
Burgerservicenummer (BSN). Hoewel dat nummer door een aantal partijen op grond van de<br />
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) mag worden gebruikt, is het zeer de<br />
vraag of dit voor alle genoemde partners is toegestaan. Ook de Wet gebruik<br />
burgerservicenummer in de zorg zal in die gevallen niet steeds uitkomst bieden omdat veel<br />
partners geen zorgaanbieder zijn zoals wordt bedoeld in die wet. Het gebruik van het BSN zal<br />
nog nader onderzocht moeten worden en heeft mogelijk consequenties voor de i<strong>nr</strong>ichting van<br />
GCOS.<br />
Er kunnen vraagtekens geplaatst worden bij de mogelijkheden tot doorbreking van het<br />
beroepsgeheim zoals dat met name geldt voor de verwerking van gegevens omtrent de<br />
gezondheid binnen het casusoverleg met partners uit de strafrechtketen. Het soms gebruikte