zeinen

3o V I E R D E B O E K .
Artikel. Betekenis van het Zein, en wat daar by in agt te nemen is.
VI. A F D E E L I N G ,
Zeinen voor het voor uit zeilen om te Looden ; de
Koers te bepaalen, voor het vermyden van Banken
of Droogtens-, en zig regt voor of agter
den Admiraal te houden-
384 CCCLXXXIV. Alle ofwel de gefignaleerde Fregatten of kleine Vaartuigen 3
.zullen zig in het breede voor de Vloot plaatzen en Looden.
Na de Loodingen zullen de Dieptens en de foort van Gronden van tyd tot
tyd opgegeven worden, door het Zein voor Art. 383. of 383. by welke Zein zy
10 V a d e m b e k o m e n E e n S c h o t
wanneeri
^zullen voegen.
C 8 Vadem bekomen Twee Schoten)
r II. Afdeeling, Art. 2.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. ^ A r L 2 e n 3.
Voor de Inftrudie, - - XI. Afdeeling, Art. 1, 2 en 3.
385 CCCLXXXV. Eenig gefignaleerd Schip zal voor de Floot zeilen, Looden en '
de Diepte en de foort van Grond te kennen geven, als ook de Koers ftellen
die hy denkt dat de Vloot moet ftuuren om Banken of Droogtens te ver­
meiden.
Na de Loodingen, zal zodanig Schip, na de tyd en omftandigheid, door
Het Zein voor Art. 383. de Diepte en de foort van Grond, en door
Het Zein voor Art. 119. de Koers bepaalen, die hy oordeeld dat de Vloot moet
ftuuren.
Wanneer de Admiraal naderhand Zein doed voor Art. 119. zal zulks dienen om
de Zeinen van zodanig Schip te repeteeren, enz.
r II. Afdeeling, Art. 2.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. ^ A f d e e l i n g ? Art. 3 en 4.
Voor de Inftructie, - - XI. Afdeeling, Art. 1,2,3 en 7.
CCCLXXXVL