zeinen

A m k e L
S E S D E B O E K. lï
Betekenis van het Zein, en wat daar by in agt te nemen is.
510 CC C CC X. Be Vloot in de March Order in Br is Colonnen, op een der by de
Wind Linien Ruitzyze Zeilende: ALLE BE SC IIEP EN TE GELTK
VOOR BE WIND OM WENDEN.
Wanneer het Zein by den Admiraal neergehaald word, zal
1. Het Loefwaardfte Schip van ieder Colon, te gelyk beginnen VOOR DE
WIND OM TE WENDEN; en op
2. Alle de andere Schepen van ieder Colon, zal gewagt worden, daar mede
te beginnen, tot dat het naast te Loefwaard leggende Schip van hun
Colon reeds aan het AFVALLEN is.
Na de Wending zullen de Schepen, van ieder Colon, zig weêr in het
Kielwater van het Schip aan 't Hoofd van hun Colon, agter den andere
Rangeeren.
51 1
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. II. Afdeeling, Art. 2. en 6.
Voor de Inftruétie, - - - . XII. Afdeeling, Art. 10.
Grondb: der Zee Taéticq, XVI. Manoeuvre, Fig. 29.
C C C C C X I. De Vloot in de March Order in Drie Colonnen op een der by
de Wind Liniën agter den andere Zeilende: door de Contra March op
het Schip aan 't Hoofd VOOR DE WIND OM WENDEN.
Wanneer het'Zein by den Admiraal neêrgehaald word, zal
1. Het Schip aan 't Hoofd, van de Leywaardfte Co-~\ beginnen AFTEHOUlon,
het eerst . . . . DEN2.0 na mogelyk Jangs
2. Het Schip aan het Hoofd van.de Middelfte 'Colon, de Schepen van deszelfs
„, ,, j '., , Colon neen Zeilen; en agzal
blyven doorzeden, tot dat het zig bevind, t e r h e t A g t e rft e Schip by
op de Windftreek van het Punt, waar in de de wind opfteken; en de
Schepen van de Leywaardfte Colon beginnen andere Schepen van die
te wenden; en dan . . . >Colon zullen den eene na
n tr * c tv u 1 T f ',„ den andere zo dra hun
3- Liet Schip aan t Hoofd yan de Loefwaardfte Co-1 voorman gepasfeerd is,
Ion, zal blyven doorzeilen, tot dat het zig be- beginnen A FTE HOUvind
op de windftreek van her Punt, waar in D£2V en in het Kielwater
do Scheper, van de Middelfte Colon beginnen
te wenden; en dan J de wind opfteken.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. II. Afdeeling, Art. 2. en 6".
Voor de Inftruétie, - - - - XII. Afdeeling, Art. 10.
Grondb: der Zee Taéticq, XLV. Manoeuvre, Fig. 26.
Aaa 2 II. AF-