zeinen

A G T S T E B O E K , 9
Artikel. Betekenis yan let Zein, en wat daar by in agt te nemen is.
724 DCCXXIV, De Schepen tn de Linie zullen zig in het centrum openen, zo
veel als noodig is, om aan de Linie dezelfde uitgeftrektheid als die
der vyandlyke Linie te geven;
en
De Branders, of de gefignaleerde Schepen, zullen zig voor de opening yan
het centrum plaatzen.
De Admiraal met de Vloot zig te Leywaard van den Vyand parallel aan
denzelve in Linie van Bataille bevindende, en eenige weinige Schepen minder
as den Vyand in de Linie hebbende, begeerd dat om de verdubbeling te
verhmderen, de Schepen in de Linie, in het centrnm e 8 r l opening zuRen
laaten, om de Linie een gelyke uitgeftrektheid- als die van den Vyand te
doen hebben.
Wanneer de Admiraal begeerd twee zwaare Schepen zig zullen plaatzen
om de opening van 't centrum te DefFendeeren, zal hy zulks na de Repetitie
te kennen geven.
Wanneer het Zein by den Admiraal neergehaald word, zal
1. Het Schip aan 't Lloofd der Linie, DOORZEILEN, tot dat hetzelve het
Schip aan 't Hoofd der vyandlyke Linie peild, op de Perpendiculair van
de by de Wmd Linie, waar op de Vloot gerangeerd is; en dt andere
Schepen, van het voor einde, zullen hunne Diftantiën fluiten.
2. Het Agterfte Schip der Linie, ZELL MINDEREN, en zig zo veel agter
uit laaten zakken , dat hetzelve het agterfte Schip der vyandlyke Linie
Peild, op de Perpendiculair van de by de Wind Linie, waar öp de Vloot
Gerangeerd is; en de atïdere Schepen van het agterfte gedeelte, zullen
hunne Diftantiën op hetzelve fluiten.
3. De Fregatten en Branders, zullen zig in het centrum voor de opening
van de Linie plaatzen, om den Vyand het Doorfnyden te verhinderen.
Als ^ de Admiraal aan de einde der Linie, by de openingen in het centrum
een of twee, der zwaare Schepen plaatst, zal zulks zyn, om den Vyand het
Doorfnyden te verhinderen.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. IV. Afdeeling, Art. 1. en 2.
Voor de Inftruétie, - - - fXIli. Afdeeling, Art. 3. en 10.
LXIV. Afdeeling, Art. 3.
Grondb: der Zee Taéticq, OM HET VERDUBBELEN TE VERHLN
DEREN, bladz. 58.
Qqqq 2 DCCXXV.