zeinen

Z E V E N D E B O E K .
Betekenis van het Zein, en wat daar by in agt te nemen is.
X. A F D E E L I N G .
Zeinen voor het slgterjle Schip van de Linie >
voor het doen van eenige beweeging, enz.
DCXXXI1I. De Admiraal zal voor het Agterfte Schip van de Linie,
eenig Zein doen.
Na de Repetitie, zal de Admiraal door het Nommer-Zein met de Vlaggen,
zyn begeerte te kennen geven; als door
N°, t. By de Wind Overwenden, en over de andere boeg, BT DE WIND OP­
STEEKEN.
2. By de Wind Overwenden, en over de andere boeg, op de tegenövergeftelde
Koers gaan leggen.
3. By de Wind Overwenden, en na de wending zo veel Streeken AFHOU­
DEN; als het Nommer-Zein met de Wimpels te kennen geeft.
4. Foor de Wind Omwenden, en na de wending BT DE WIND OP­
STEEKEN
5. Foor de Wind Omwenden , en na de Wending op de tegenövergeftelde
Koers gaan leggen.
6. Voor de Wind Omwenden; en na de Wending de Koers ftuuren, die de
Admiraal na de Repetitie ingev: de Gen. Inftr. I. Afdeeling, Art. 18.
zal bepaalen.
7. Het getal Streeken naar Stuurboord AFWTKEN, dat door het Nommer-Zein
met de Wimpels, te kennen gegeven word.
8. Het getal Streeken naar Bakboord AFWTKEN, dat door het Nom­
mer-Zein met de Wimpels, te kennen gegeven word.
9 Het getal Streeken AFHOUDEN, dat door het Nommer-Zein met de
Wimpels, te kennen gegeven word.
10 Het getal Streeken OPLOEFEN, dat door het Nommer-Zein met de
Wimpels, te. kennen gegeven word.
11. Over Bakboord met Stuurboords halfen toe, BT DE WIND OPSTEE­
KEN.
12. Over Stuurboord met Bakboords halfen toe, BT DE WIND OPSTEE­
KEN.
13. Het Groot Marszeil TEGENBRASSEN.
14. Het Kruiszeil TEGENBRASSEN
15. AFBRASSEN.
16. ZEIL MEERDEREN.
17. ZEIL MINDEREN.
18.
20.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. IV. Afdeeling, Art, 1. en 2.
V. HOOFD-