zeinen

Z E V E N D E B O E K .
' ' ' — ; •—-
Artikel. Betekenis van het Zein, en wat daar by in agt te nemen is.
I
II. A F D É~Ë L I N G.
Zeinen voor de Floot of eenig Esquader, op, een der by cle
TVInd Liniën van "Bataille Gerangeerd zynde * dezelve of
eenig Esquader te doen BT DE TVIND OFER-
IVENDEN; en te Rangeeren op de andere by
de FT^ind Linie 3 agter den andere.
DCIII. De Vloot of eenig Esquader, op een der by de Wmd Liniën van
Bataille agter den andere 'Gerangeerd zynde :
dezelve of eenig gefignaleerd Esquader,
ALLE DE SC*HEPEN TE GELTK BT DE WIND OFERWENDEN;
en na de wending zig Rangeeren,
op de andere by de Wind Linie, agter den andere.
door .
De Agterfte Schepen, DE VOORSTE SCHEPEN, te doen worden.
Wanneer het Zein by den Admiraal neêrgehaald word, zal
1. Het Agterfte Schip van de Linie, beginnen BT DE WLND OVERSTE
WENDEN; en na de wending BT DE WLND OPSTEEKEN; en op
2. De andere Schepen, zal gewagt worden daar mede te beginnen, tot dat het
naast agter hun leggende Schip, zyn Kluiver en Stagzeilfchoten los heeft
en reeds aan het OPLOEFEN is.
3. Na de wending zullen de Schepen op de tegenövergefleldè Koers, zig
agter den andere Rangeeren, en in het Kielwater van het Agterfte Schip
dat door de wending aan 't Hoofd der Linie gekomen is, BT DE
WLND OPSTEEKEN
Xr , T, „ t „ fll. Afdeeling, Art. 6.
Voor de Repetitie, Zie Gen. Inftr. ]
5
*
L
IV. Afdeeling, Art. 1. en 2.
Voor de Inftruétie, - - - XII. Afdeeling, Art. 5. 10. en xx.
Grondb: dér Zee Taéticq, Manoeuvre, Fig. 13.
l VII. Manoeuvre, Fig. 16.
604. D CI Vi De Vloot of eenig Esquader, op een der by de Wind Liniën yan
Bataille agter den andere Gerangeerd zynde:
dezelve of eenig gefignaleerd Esquader,
hoor de Contra-March op 't Schip aan 't Hoofd,
BT DE WIND OVERWENDEN;
en zig Rangeeren,
op de andere by de Wind Linie, agter den andere.
Wanneer het Zein by den Admiraal neêrgehaald word, zal
r. Het Schip aan ' t Hoofd van dó Linie, beginnen BT DE WLND OFER
TE WENDEN; en na de wending BT DE WIND OPSTEEKEN; en op
2. De andere Schepen, zal gewagt worden daar mede te beginnen, tot dat
zig bevinden in het Kielwater van 't Schip aan 't Hoofd. I
3. Na de wending zullen de Schepen zig op hetzelve, agter den andere in
Linie Rangeeren.
Voor de Inftrudie, Zie Gen. Inftr. \ * A
/ ^ ' A
f', €
' 4
(IV. Afdeeling, Art. 1. en 2.
Voor de Inftruaie en het Weigeren, XII. Afdeeling, Art. 5. & en 9.
Grondb: der Zee Taéticq, II. Manoeuvre, Fig. 11.
S s s III. AF-