23.09.2013 Views

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

356<br />

stond mannelijke homoseksualiteit (sodomie) bekend is, leest men af uit de vele<br />

negatieve veroordelingen die in de twaalfde- en dertiende-eeuwse bronnen zijn<br />

terug te vinden.<br />

Oosterhuis verwijst naar de vele pleidooien binnen de kerk voor een strenger<br />

optreden tegen sodomie onder de geestelijkheid (Oosterhuis <strong>19</strong>92: <strong>19</strong>). Volgens<br />

Walsh is het opvallend dat er in een samenleving, die gedomineerd wordt door een<br />

christelijke moraal, zo vaak in verwerpelijke bewoordingen geschreven wordt over<br />

sodomie (Walsh <strong>19</strong>93: 130-31). Dit gebeurde niet alleen in theologische traktaten<br />

en preken maar ook in wereldlijke literaire werken. Walsh haalt hierbij De planctu<br />

Naturae (‘Over de klacht van vrouwe Natuur’) van Alain de Lille (ca. 1120-1202) en<br />

De Amore van Andreas Capelanus, geschreven tussen 1174-1186, aan. De toon is<br />

bedillerig en veroordelend als het gaat om sodomie.<br />

Volgens deze bronnen hebben de middeleeuwers dezelfde vooroordelen ten aanzien<br />

van homoseksualiteit zoals die nu in sommige kringen heersen. Het valt<br />

Kusters op dat in de middeleeuwse bronnen een consistent beeld van de mannelijke<br />

homoseksueel bestaat: of het zijn pedofielen of het zijn verwijfde mannen. In<br />

rechtshistorische bronnen worden de ‘sodomitae’ verdeeld in ‘patientes’, zij die de<br />

daad ondergaan (vrouwelijke rol) en ‘agentes’ of ‘facientes’, zij die actief een daad<br />

voltrekken (mannelijke rol). De ergste van de sodomitae zijn de verwijfde mannen<br />

die mannen zouden verleiden. Moralisten benadrukken vooral het vrouwelijke kenmerk<br />

van de homoseksuelen. Johannes van Salisbury (ca. 1115-1180) bijvoorbeeld<br />

verbaast zich over het grote aantal verwijfden. Bernard van Morlas (twaalfde eeuw),<br />

monnik te Cluny, heeft het over ‘semiviri’ en ‘semimares’ (halfmannen en halfechtgenoten:<br />

lees getrouwde homo’s); (Kusters <strong>19</strong>77: 20-21).<br />

In dit artikel wordt met ‘sodomie’ het huidige begrip homoseksualiteit bedoeld, meer<br />

specifiek, in verband met het Cuwaertmotief, de seksuele omgang tussen twee volwassen<br />

mannen en dan met name de anaal-genitale coïtus.<br />

‘Peccatum mutum’, de stomme zonde, een goddeloze misdaad<br />

Wackers heeft ontegenzeggelijk een punt als hij beweert dat homoseksualiteit in de<br />

dertiende eeuw niet bij naam genoemd mocht worden. In veel beschrijvingen van<br />

de middeleeuwse geschiedenis van de homoseksualiteit treft men aanduidingen<br />

aan als ‘crimen nefandum’ (goddeloze of onbenoembare misdaad), ‘peccatum<br />

mutum’ of ‘peccatum indicibele’ (de onuitsprekelijke of stomme zonde waarover<br />

men niet spreekt). Met deze aanduidingen bedoelde men de seksuele omgang tussen<br />

twee mannen. ‘Nefandum’ wordt vaak gebruikt in combinatie met ‘crimen’ en<br />

betekent de onbenoembare zonde (o.a. Oosterhuis <strong>19</strong>92: 15; Wackers <strong>19</strong>93: <strong>19</strong>9;<br />

Van der Meer <strong>19</strong>95: 11; Bouwman/Besamusca 2002: 211). ‘Nefandus’ (-a, -um) is<br />

een adjectief en betekent in het klassieke Latijn gewetenloos, goddeloos, misdadig<br />

of verwerpelijk (Pinkster e.a. 2003: 678). In de middeleeuwen krijgt dit bijvoeglijk<br />

naamwoord echter een andere betekenis. In het Lexicon Latinitatis Nederlandicae<br />

medii aevi lezen we dat ‘nefandus’ synoniem is van ‘nefarius’ (‘nefarius id est nefandus’).<br />

Onder het lemma ‘nefarius’ treffen wij de Middelnederlandse betekenis aan:<br />

‘off dat niet en eyghet (behoort) gesproken werden’ (Fuchs <strong>19</strong>94 V: 3156).<br />

Seksualiteit tussen twee mannen wordt beschouwd als het werk van de duivel; men<br />

durft de praktijken daarom nauwelijks bij de naam te noemen (Joustra <strong>19</strong>88: 112).<br />

Dit bewust verzwijgen van de zonde van Sodom is onderdeel van een toenemende<br />

Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!