23.09.2013 Views

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De hazen<br />

394<br />

We waren in een weitje waar camille<br />

het meeste te vertellen stond en hadden<br />

een paal voor een waslijn in de grond gezet,<br />

toen twee hazen uit het jonge koren dansten,<br />

rechtop bewegend, in een aangrijpend menuet.<br />

Dat kinderboekenhazen bleken te bestaan –<br />

ze droegen dan wel parmante jassen,<br />

maar hadden die aandoenlijke en overduidelijke<br />

oren aan – het was zo schokkend als midden in<br />

de goedheid of in de oudste angst voor donker<br />

zijn te komen staan.<br />

De schaamteloosheid van hun rondedans<br />

en de driftige ernst van hun door<br />

plotselinge versteningen onderbroken spel<br />

deden ons de eigen argwanendheid en<br />

verloren natuurlijkheid beseffen, dat<br />

voelden wij aan onze sprakeloosheid wel.<br />

Het voorjaar leek zelfs dreigend uit den boze<br />

over de onschuld van de polder heen te hangen.<br />

De dans duurde zo’n traag kwartier;<br />

er was nog een kort leven om te blozen,<br />

om naar de schoonheid van dit drieste dansen<br />

te verlangen.<br />

(Ed Leeflang, De hazen en andere gedichten, <strong>19</strong>79, ook opgenomen<br />

in Sleutelbos. Gedichten uit zeven bundels, Amsterdam/<br />

Antwerpen, De Arbeiderspers, <strong>19</strong>99)<br />

Het tafereel dat Leeflang oproept, is niet verstoken van idyllische kantjes. Ondanks<br />

de confrontatie met angst en goedheid, is het toch de ultieme, absolute schoonheid<br />

die de mensen naar de keel grijpt: ‘de schoonheid van dit drieste dansen’. De<br />

hazendans bezorgt hun uiteindelijk een onvoorwaardelijke esthetische ervaring,<br />

waarvan de intense traagheid contrasteert met wat er schijnbaar rest aan te veel<br />

tijd, met ‘een kort leven om te blozen’.<br />

Ook in andere gedichten wordt de haas of wat hij uitricht geassocieerd met een<br />

morele categorie, bijvoorbeeld die van de zuiverheid of onschuld. Dat is met name<br />

het geval in ‘De sneeuwhaas’ van Ida Gerhardt, waarin de haas zelfs ‘een kinderstem’<br />

wordt toegedicht. Zoals in zoveel gedichten wordt hij weliswaar gedood, maar<br />

het dode dier geldt tegelijk als een metafoor voor de geliefde vrouw, aan wier nagedachtenis<br />

dit gedicht is opgedragen. In ‘zuivere staat’ spiegelen haas en vrouw zich<br />

keurig in elkaar. De ‘witte haas’ valt, in overeenstemming met de gangbare christelijke<br />

symboliek, op te vatten als een verwijzing naar de overwinning van de mens op<br />

de hem/haar kwellende geneugten des vlezes. 10<br />

Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!