JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 4 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
358<br />
gevaarlijke ideeën te brengen (Jordan <strong>19</strong>97: 93). Paulus van Hongarije schrijft kort<br />
na het vierde Lateraans concilie in zijn Summa de poenitentia (ca. 12<strong>19</strong>-1221) dat<br />
de zonde tegen de natuur niet vergeven kan worden aan iemand als hij de zonde<br />
bij de naam noemt (Jordan <strong>19</strong>97: 98).<br />
In de dertiende eeuw worden de homoseksuele praktijken steeds meer verzwegen.<br />
Stomheid, zo kan men lezen in verouderde etymologieën, is afkomstig van het<br />
woord Sodom. Zowel Robert van Sorbonne (1201-1274) als Guillaume Peyraut<br />
(Guillelmus Peraldus, ca. 1200-1271?) verwijzen naar deze fantasierijke etymologie.<br />
Robert van Sorbonne stelt dat de zonde die daar bedreven werd, te erg is voor<br />
woorden. Zij die zich schuldig hebben gemaakt aan de zonde, die niet bij de naam<br />
genoemd mag worden, maken hem minder dan een mens. Voor God zijn zij stom<br />
(zij kunnen niet meer spreken) en zijn zij als stomme dieren (Jordan <strong>19</strong>97: 106).<br />
Guillaume Peyraut meent in zijn Summa de vitiis (ca. 1236) dat de zonde van<br />
Sodom een onuitsprekelijke gruwel is. Zij mag niet besproken worden. Hij herhaalt<br />
dat degenen die sodomie bedrijven met stomheid gestraft worden tijdens het<br />
Laatste Oordeel (Jordan <strong>19</strong>97: 111-113). Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) tenslotte,<br />
zegt in zijn Scriptum super IV libros Sententiarum (ca. 1252-1256), als hij de<br />
zonde tegen de natuur bespreekt, dat hij deze zonde, sinds de ontucht tegen de<br />
natuur onbespreekbaar is, verder terzijde laat (Jordan <strong>19</strong>97: 150).<br />
De term ‘peccatum mutum’ of stomme zonde is in de dertiende eeuw zo ingeburgerd<br />
dat Jacob van Maerlant (geboren tussen 1221-1235 – gestorven rond 1300,<br />
een tijdgenoot van ‘Willem die madocke maecte’), het in de Rijmbijbel (1271) over<br />
de ‘stomme sonden’ heeft zonder enige toelichting te geven. Het betreft Leviticus<br />
18: 22-23 en 29, een passage over huwelijks- en kuisheidswetten.<br />
Oec verbod hi stomme sonden.<br />
Worde man met manne vonden.<br />
Of met beesten men sloeghene dod.<br />
Dar toe mede god ghebod;<br />
(Rijmbijbel v. 5367-5370)<br />
Signaalwoorden<br />
Het begrip sodomie verschijnt in het midden van de twaalfde eeuw als een topos in<br />
de volkstalige romans en staat, zoals hierboven aangegeven, voor alle zaken die<br />
slecht of niet te classificeren zijn. Auteurs behandelen dit vage onderwerp uiterst<br />
voorzichtig en doen er van alles aan om verwijzingen naar sodomie te verdoezelen.<br />
Het kan de lezer/toehoorder alleen maar op duivelse ideeën brengen en zijn zielenheil<br />
in gevaar brengen. Dat wil niet zeggen dat het niet bestond en dat men het<br />
er niet over had (Burgwinkle 2004:1).<br />
Wie op zoek gaat naar aanwijzingen over sodomie in middeleeuwse teksten moet<br />
op de hoogte zijn van ‘signaalwoorden’. Boswell heeft het in dit verband over ‘gay<br />
topoi’ en de karakteristieke uitdrukkingen (slang) van ‘the gay subculture’ in de hoge<br />
middeleeuwen (Boswell <strong>19</strong>80: 250-253). Deze topoi en slang komen in de twaalfde<br />
en dertiende eeuw in heel Europa voor in teksten die bestemd zijn voor zowel een<br />
algemeen publiek als voor bepaalde homoseksuele kringen. De meest prominente<br />
figuur die in de literatuur gekoppeld wordt aan homoseksualiteit is Ganymedes.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006