29.09.2013 Views

Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer

Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer

Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

20 februari 2013<br />

In figuur 6.3 wordt de stijging van de <strong>grondproductiekosten</strong> per woning 1980 -2008 uiteengelegd<br />

in de componenten prijsniveau 1980, autonome groei (loon- en materiaalprijsstijgingen) en overige<br />

(locatie afhankelijke kosten, kwaliteit, regelgeving en bij verwerving deels schaarstepremie). De<br />

gehanteerde indexatiereeksen om de autonome groei te bepalen zijn overeenkomstig de<br />

berekeningen met betrekking tot de casestudies (zoals opgenomen in hoofdstuk 5). De<br />

gehanteerde indexaties zijn terug te vinden in bijlage 9.<br />

Figuur 6.3: Vergelijking <strong>grondproductiekosten</strong> per woning 1980 – 2008 (in euro’s) naar<br />

componenten prijsniveau 1980, autonome groei (loon- en materiaalprijsstijgingen) en overige<br />

(locatie afhankelijke kosten, kwaliteit, regelgeving)<br />

30.000<br />

25.000<br />

20.000<br />

15.000<br />

10.000<br />

5.000<br />

De verklaring van de verschillen tussen 1980 en 2008 bij het deel ‘overig’ (het groene deel in<br />

figuur 6.3) is maar beperkt uit het materiaal te ontlenen. Deze verschillen bij het deel ‘overig’<br />

kunnen in vergelijking met de micro-analyse slechts globaal worden ‘geduid’.<br />

Wat betreft de stijging van de verwervingskosten geldt dat deze voor wat betreft het deel ‘overig’<br />

toe te schrijven is aan locatie-afhankelijke kosten (excessieve kosten door verwerving van<br />

boomgaarden kassen e.d.). Daarnaast speelt het effect van hogere kwaliteit (lagere dichtheid,<br />

betekent meer verwervingskosten per woning) en de schaarstepremie een rol: door de stijging van<br />

de woningprijzen is er meer ruimte in de prijskolom en kan ook de agrariër of andere<br />

grondeigenaar aan de onderkant van de kolom zijn grond voor een hogere prijs dan de waarde in<br />

agrarische staat verkopen. De verhouding tussen deze drie factoren is hier niet vast te stellen.<br />

De kostentoename voor bouw- en woonrijp maken in de plannen is toe te schrijven aan<br />

kwaliteitsverbetering: lagere dichtheid en een hoger niveau van afwerking van de openbare ruimte.<br />

Daarnaast is er vermoedelijk ook sprake van extra kosten voor bodemverbetering en kosten van<br />

maatregelen om aan regelgeving te voldoen (meer geluidwallen, waterberging e.d.. De verhouding<br />

tussen deze factoren is hier ook niet vast te stellen.<br />

De plankosten zijn in vergelijking tot de andere kostensoorten bijzonder sterk gestegen. Deels<br />

kunnen de complexere planning en procedures en regelgeving (onderzoekskosten en overleg) (zie<br />

hoofdstuk 2) hier debet aan zijn. Voor een ander deel geldt mogelijk ook dat gemeenten door de<br />

stijgende grondprijzen een steeds groter deel van hun ambtelijke organisatie aan de<br />

grondexploitaties konden toerekenen. Ook er is sprake van inefficiëntie, omdat het wegens hoge<br />

58<br />

-<br />

Verwerving Bouwrijp/woonrijp maken Plankosten Overige kosten<br />

Prijsniveau 1980 Autonome groei Overig

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!