Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer
Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer
Verdiepingsonderzoek grondproductiekosten - Tweede Kamer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20 februari 2013<br />
(circa € 10.000,-- per woning exclusief BTW) tot 2008 (circa € 70.000,-- per woning exclusief<br />
BTW). Daarvan is circa € 42.000,-- niet te verklaren uit de geconstateerde reguliere<br />
prijsontwikkeling.<br />
Inschatting van de onderzoekers is dat voor uitleglocaties met een woningdichtheid van circa 30<br />
woningen per hectare de kostenverhogende invloed van:<br />
- locatiespecifieke kenmerken ongeveer € 12.000,-- per woning (circa 30% van het onverklaarde<br />
72<br />
deel) bedraagt,<br />
- kwaliteitsaspecten circa € 8.000,-- per woning (circa 20% van het onverklaarde deel) en<br />
- regelgeving eveneens circa € 8.000,-- per woning (circa 20% van het onverklaarde deel).<br />
Het resterende onverklaarde deel van € 14.000,-- per woning kan worden gezien als<br />
schaarstepremie (circa 30% van het onverklaarde deel). Dit bedrag komt in de buurt van andere<br />
schattingen (EIB winst op grondexploitatie van uitleglocaties; en een indicatieve berekening vanuit<br />
de toename van de opbrengsten van koopwoningen – zie tabel 6.5).<br />
Locatiespecifieke kenmerken leiden grotendeels tot hogere verwervingslasten en hogere kosten<br />
voor bouw- en woonrijp maken. Door RIGO (1992) zijn deze kosten in beeld gebracht voor<br />
uitleglocaties. De kwaliteitseffecten leiden eveneens tot hogere verwervingslasten en hogere<br />
kosten voor bouw- en woonrijp maken. Bij een afnemende woningdichtheid lopen deze kosten<br />
sterk op, omdat het plangebied per woning groter wordt. Inschatting van de onderzoekers is dat bij<br />
een woningdichtheid van 25 woningen per hectare de kosten van kwaliteitseffecten circa € 15.000,-<br />
- per woning bedragen. De inschatting van de kosten voortkomend uit regelgeving is gebaseerd op<br />
een sommatie van de afzonderlijke regels, waarbij regelgeving met betrekking tot<br />
waterhuishouding, bodemsanering, geluid en de vogel- en habitatrichtlijn de grootste invloed<br />
hebben (elk circa € 1.000,-- per woning). De overige regelgeving (archeologie, MER, en<br />
luchtkwaliteit) hebben een minder sterke invloed van ongeveer € 500,-- per woning). Verder is<br />
uitgegaan van indirecte kosten van regelgeving als gevolg van vertragingen van circa € 2.000,--<br />
per woning. Daarbij is een voorinvestering in de grondkosten van circa € 45.000,-- per woning<br />
aangenomen (circa 75% van de totale grondkosten per woning), in combinatie met een jaar<br />
vertraging tegen een gemiddelde rentelast van 5% per jaar.<br />
5. In welke mate zijn de <strong>grondproductiekosten</strong> gesubsidieerd door de overheid met als doel<br />
om opwaartse druk op de grondprijzen te voorkomen?<br />
Gemeenten in de twintig stadsregio’s kregen BLS-subsidies (Besluit Locatiegebonden Subsidies),<br />
een rijkssubsidie voor stimulering van de woningbouw. 21 Dit bedrag verschilde per regio (van circa<br />
€ 1.000,-- tot € 3.000,-- per woning, in 2005 tot 2010) en is binnen regio’s op verschillende<br />
manieren verdeeld.<br />
Naast BLS kregen en krijgen veel gemeenten ook ISV-bijdragen van het Rijk (Investeringsbudget<br />
Stedelijke Vernieuwing). Deze ISV-bijdragen zijn bedoeld voor vernieuwing van verouderde<br />
woonwijken (vaak naoorlogse wijken met veel goedkope huurappartementen) en bevatten<br />
21 In de periode 1995 – 2005 waren BLS-bijdragen specifiek bedoeld voor<br />
grondexploitatietekorten voor VINEXwoningbouw in de stadsgewesten. In de periode 2005 -2010<br />
werden BLS-gelden gezien als middel om woningbouw in stadsgewesten te stimuleren.