29.09.2013 Views

A (los bestand) Doordat in veel dialecten de ... - Flytande svenska

A (los bestand) Doordat in veel dialecten de ... - Flytande svenska

A (los bestand) Doordat in veel dialecten de ... - Flytande svenska

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

jong, jonk I. (bn) [jong,joeng, jonk, joenk] - (ook) ongehuwd, vrijgezel: zij is jong gebleven - zij<br />

is nooit getrouwd - O, W. // jong<strong>de</strong> (v) - (W) jonge jaren, jeugd. // jongedochter (v)<br />

ongehuw<strong>de</strong> jonge vrouw, vrijster. // jongens (mv) - (ook) k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, koters, blagen. // jongers,<br />

joengers (mv) - (W, Zws) (gezamenlijke) k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (van één gez<strong>in</strong> of familie). // jongske,<br />

joengske (o) - 1. (W) meisje; 2. (van een dier) jong, jonkie: kattenjongskes. // jongst (bn,<br />

bw) - 1. onlangs, jongstle<strong>de</strong>n; 2. <strong>in</strong>: <strong>de</strong> jongste tijd - <strong>de</strong> laatste tijd. // jonkheid (v) - 1. jeugd;<br />

2. (Brg) jongeman, jongevrouw. // jonkman (m) - vrijgezel; var: ou<strong>de</strong> jonkman. // jonk volk<br />

(o) - jongeren, jeugd: en ’t jonk volk, God, mag dat daar vrijen? (Willlem Verman<strong>de</strong>re).<br />

jong, jonk II. (o) [joeng, joenk, jonk] - (ook) 1. groot meisje: een schoon jong; 2. (m<strong>in</strong>achtend)<br />

jong persoon: da joenk zou beter zwijgen; 3. (Leu) [junk] jongen. // jong, joeng (collectief<br />

mv) - (Ant, Hass) k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, kroost, koters, blagen: nen hielen hoop joeng - een hele ben<strong>de</strong><br />

k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren; ne nest mee joeng - een kroostrijk gez<strong>in</strong>, z’hemme vier joeng. // jongelen (ww) -<br />

(Leu) [jungele] jongen werpen, jongen. // jongelen (mv) - (Leu) [jungele] k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, koters,<br />

blagen. // jongene [joengene] - (Gent) (aansprek<strong>in</strong>g) - 1. (vrien<strong>de</strong>lijk) jong, beste man, m’n<br />

beste, ouwe jongen; 2. (onvrien<strong>de</strong>lijk of m<strong>in</strong>achtend) kereltje, ventje.<br />

jonkeren - (v. hond) - janken - Maas.<br />

jonnen - gunnen; var: onnen (zL); jeunen (W, O). // jonst (v) gunst; var: jeunste. - Vgl. jeunen.<br />

jos (m) [zjos] (

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!