richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Richtlijntekst publieksdeel<br />
2 Richtlijntekst publieksdeel<br />
Doelstelling vroegtijdige <strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong><br />
Na <strong>rampen</strong>, terroristische aanslagen en andere schokkende gebeurtenissen herstellen de meeste<br />
getroffenen op eigen kracht. Toch ontwikkelt een aanzienlijke groep getroffenen lange-termijnrampgerelateerde<br />
psychische klachten en/of psychische stoornissen. <strong>Vroegtijdige</strong> <strong>psychosociale</strong><br />
<strong>interventies</strong> worden aangeboden om het welbevinden van getroffenen te waarborgen en psychopathologie<br />
te voorkomen. De werkgroep beveelt aan dat vroegtijdige <strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong><br />
de volgende doelen dienen:<br />
• Bevorderen van <strong>na</strong>tuurlijk herstel en het gebruik van <strong>na</strong>tuurlijke hulpbronnen;<br />
• Sig<strong>na</strong>leren van getroffenen die behoefte hebben aan acute psychische hulp;<br />
• Zo nodig doorverwijzen en zo nodig behandelen van getroffenen die behoefte hebben<br />
aan acute psychische hulp.<br />
Screening<br />
Van screening wordt gesproken wanneer een specifieke onderzoeksmethode voor vroege opsporing van<br />
bepaalde aandoeningen op grote schaal aan de bevolking wordt aangeboden. Op basis van de huidige<br />
stand van zaken beveelt de werkgroep vroegopsporing van getroffenen met een verhoogd risico op een<br />
posttraumatische stress-stoornis (PTSS) niet aan. Screening aan de hand van de diagnose acute stressstoornis<br />
en PTSS vragenlijsten wordt momenteel niet zinvol geacht. Voor de opsporing van latente<br />
klachten en vroegtijdige symptomen in de eerste zes weken bestaat <strong>na</strong>melijk onvoldoende bewijs.<br />
In veel gevallen zijn stressreacties in deze periode ‘normale reacties op abnormale gebeurtenissen’.<br />
Daar<strong>na</strong>ast spreekt de literatuur zich niet eenduidig uit over de waarde van de diagnose acute stressstoornis<br />
(ASS) in de eerste maand <strong>na</strong> een schokkende gebeurtenis als voorspeller voor een latere<br />
posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Verder onderzoek <strong>na</strong>ar de effectiviteit van populatiebrede<br />
screening <strong>na</strong> een traumatische gebeurtenis is nodig. De eventuele negatieve effecten en het meest<br />
geschikte moment van screening moeten worden onderzocht voordat een vragenlijst op grote schaal<br />
wordt ingezet ten behoeve van populatiebrede screening. Eveneens moet onderzoek worden verricht<br />
<strong>na</strong>ar de effectiviteit van het herhalen van screening in de eerste zes weken <strong>na</strong> een ramp, terroristische<br />
aanslag of andere schokkende gebeurtenis.<br />
Aanvullend onderzoek <strong>na</strong>ar de bruikbaarheid van screeningsinstrumenten gebaseerd op risicofactoren<br />
voor vroegopsporing van getroffenen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van traumagerelateerde<br />
psychische stoornissen is nodig.<br />
De werkgroep beveelt hierbij aan niet-Nederlandstalige (meestal Engelstalige) screeningsinstrumenten<br />
te vertalen en vervolgens te valideren onder Nederlandstalige getroffenen.<br />
Screening op traumagerelateerde problematiek die later dan zes weken <strong>na</strong> een collectieve<br />
schokkende gebeurtenis plaatsvindt, acht de werkgroep mogelijk wel zinvol maar dit valt buiten het<br />
bestek van deze <strong>richtlijn</strong>. De constatering dat screening in de eerste zes weken niet raadzaam is,<br />
neemt echter niet weg dat in deze periode wel degelijk (individuele) sig<strong>na</strong>lering moet plaatsvinden<br />
van getroffenen die behoefte hebben aan psychische hulp. In geval van psychische stoornissen moet<br />
adequate diagnostiek en behandeling wordt verricht. Informatie over kinderen moet zowel via het<br />
kind als de ouders/verzorgers worden verzameld.<br />
13