richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Organisatie<br />
Onderwijsprofessio<strong>na</strong>ls moeten bovendien een beroep kunnen doen op gedragsdeskundigen die hen<br />
alert maken op kinderen met een verhoogd risico op verwerkingsproblemen en op verschijnselen van<br />
klinisch evidente problematiek. Verdergaande hulp voor kinderen die de groepsgewijze normaliserende<br />
aanpak niet verdragen en onrust scheppen in de groep moet dicht bij school en thuis beschikbaar zijn.<br />
7.3 Collectieve preventieve en community-based <strong>interventies</strong><br />
Na een ramp worden zowel collectieve (op nivo van groepen getroffenen) als individuele vroegtijdige<br />
<strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong> aangeboden. Strikt genomen vallen collectieve vroegtijdige <strong>interventies</strong><br />
buiten het bestek van deze <strong>richtlijn</strong>. Omdat ze echter essentieel onderdeel van het integrale pakket<br />
aan <strong>psychosociale</strong> zorg <strong>na</strong> <strong>rampen</strong>, worden ze hier wel behandeld.<br />
Ook getroffenen pleiten voor het opzetten van één aanspreekpunt voor vragen en problemen <strong>na</strong><br />
een ramp of schokkende gebeurtenis. Zij denken hierbij aan <strong>interventies</strong> zoals een buddysysteem,<br />
een éénloketsysteem of de inzet van slachtofferhulp.<br />
Zonder volledigheid te betrachten zijn een aantal voorbeelden van collectieve <strong>interventies</strong>: een<br />
éénloketfunctie zoals een Informatie- en Adviescentrum (IAC) of een virtueel Informatie- & Verwijscentrum,<br />
berichtgeving in de media, een platform voor getroffenen, een gespecialiseerd GGZ-team,<br />
gezondheidsonderzoek en het te voeren overheidsbeleid. Hieronder worden een aantal aanbevelingen<br />
gedaan voor enkele van de genoemde collectieve <strong>interventies</strong>.<br />
7.3.1 Informatie- en Adviescentrum (IAC)<br />
Een IAC dient in de week <strong>na</strong> een ramp te worden opgericht. Het IAC levert zelf geen hulp. Daar worden<br />
de hulpverleningsinstellingen voor aangewezen. Een IAC is de enige organisatie die op basis van<br />
een ramp ontstaat en die tevens verantwoordelijk is voor het wel en wee van de getroffenen. Een IAC<br />
dient daarom steeds op de hoogte te zijn van hoe het met de getroffenen is, om op basis daarvan de<br />
hulpverlening te activeren en bij te sturen. Het IAC moet dus voortdurend informatie verwerven, maar<br />
ook informatie en advies geven aan de getroffenen en hulpverleningsinstanties. Een ramp is te vergelijken<br />
met een epidemie, waarbij ook een bepaalde aanpak nodig is om grote aantallen mensen te<br />
bereiken. De getroffenen zijn groot in aantal, maar ze zitten doorgaans wel met dezelfde vragen.<br />
Door het gebruik van de media kan men in korte tijd alle getroffenen goed bereiken. De termijn<br />
waarin een IAC actief is kan variëren. In Noorwegen is ervaring opgedaan met een kortdurend IAC<br />
(Weisath, 1991), in Enschede en Volendam met een IAC voor een termijn van 3-5 jaar (Gersons e.a.,<br />
2004; Vereniging Nederlandse Gemeenten, 2004; Gezondheidsraad, 2006). Na de vuurwerkramp in<br />
Enschede werd gekozen voor een lange termijn in de verwachting dat de extra structuur die het IAC<br />
vormt voor het controleherstel van getroffenen dan voldoende effect heeft gesorteerd. In hoeverre<br />
een IAC op de lange duur van nut is om de gevolgen van een ramp te beperken zal uit verder onderzoek<br />
moeten blijken.<br />
De belangrijkste werkzaamheden van een IAC zijn:<br />
• het bereiken en contact onderhouden met alle getroffenen (outreach);<br />
• het verzamelen van alle vragen van de getroffenen;<br />
• het zoeken <strong>na</strong>ar en het geven van antwoorden op de vragen;<br />
• de monitoring van de toestand van de getroffenen;<br />
• het adviseren over welke hulp wanneer gewenst is.<br />
71