richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Preventieve vroegtijdige <strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong><br />
bestond uit mondelinge informatie over het hulpaanbod en een geschreven flyer. Uit dit onderzoek<br />
bleek dat deze interventie geen bijdrage leverde aan het voorkómen van een PTSS-diagnose<br />
6 maanden later.<br />
De NICE-<strong>richtlijn</strong> beschrijft een aantal onderzoeken (Bryant e.a. 1998; Bryant e.a. 1999, Bryant e.a.<br />
2003) waarin ondersteunende psychotherapie (supportive counseling of psycho-educatie) vergeleken<br />
wordt met traumagerichte (trauma-focused) cognitievegedragstherapie (CGT). Uit deze onderzoeken<br />
blijkt dat traumagerichte CGT effectiever is dan psycho-educatie. Geen van deze onderzoeken echter<br />
had een controlegroep. Het is dus niet mogelijk om op basis van deze onderzoeken uitspraak te doen<br />
over het verschil tussen psychotherapie en geen behandeling of treatment as usual.<br />
Ehlers & Clark (2003) vragen zich af of supportive counseling net als single session debriefing mogelijke<br />
schadelijke effecten zou kunnen hebben. Ook Devilly (2002) waarschuwt voor het gebruik van<br />
supportive counseling, bij getroffenen met een psychiatrische aandoening.<br />
Conclusie<br />
Niveau 4<br />
Er is weinig tot geen wetenschappelijke evidentie betreffende het aanbieden<br />
van algemene voorlichting aan alle getroffenen <strong>na</strong> een schokkende<br />
gebeurtenis. Wel bestaat er brede consensus dat dit noodzakelijk is.<br />
Niveau 1<br />
Er is geen wetenschappelijke ondersteuning voor de effectiviteit van<br />
preventieve psycho-educatie, zowel mondeling als schriftelijk.<br />
A2 Rose e.a. 1999; Turpin e.a. 2005; Ehlers e.a. 2003; Sijbrandij 2007<br />
D NICE-<strong>richtlijn</strong> 2005<br />
Overige overwegingen<br />
De werkgroep is van mening dat voorlichting zinvol is wanneer gefocust wordt op het normale<br />
verloop <strong>na</strong> een schokkende gebeurtenis en daar grenzen aan worden gegeven (door aan te geven<br />
wanneer men niet moet afwachten maar hulp moet zoeken). Hiervoor dient men minimaal de<br />
volgende informatie te geven.<br />
• Geruststellende uitleg over normale reacties <strong>na</strong> een schokkende ervaring en<br />
over het zelfherstellend vermogen van de menselijke geest.<br />
• Aangeven hulp te zoeken wanneer de reacties langer dan 4 weken aanhouden of verergeren.<br />
• Aanraden om zo snel mogelijk <strong>na</strong> de schokkende gebeurtenis de dagelijkse routine op te pakken<br />
of indien niet mogelijk een nieuwe routine te ontwikkelen.<br />
De werkgroep is van mening dat het voor een optimale verspreiding van de informatie nodig is om <strong>na</strong> te<br />
gaan wat de sociale kaart van de omgeving van de schokkende gebeurtenis is. Op basis van deze sociale<br />
kaart kan <strong>na</strong>gegaan worden via welke ka<strong>na</strong>len de informatie verspreidt dient te worden om de getroffen<br />
bevolking zo goed mogelijk te bereiken. Hierbij kan gedacht worden aan verspreiding via: folders,<br />
Internet, tv, lokale zenders, buurthuizen, werkgevers, scholen, kerken en moskeeën. Bij schokkende<br />
gebeurtenissen die plaatsvinden binnen de werkomgeving kan gedacht worden aan interne informatieka<strong>na</strong>len,<br />
zoals intranet, interne tv en/of radio (ziekenhuizen), bedrijfskranten.<br />
48