richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
richtlijn Vroegtijdige psychosociale interventies na rampen - Impact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bijlage 3 Ervaringen van getroffenen<br />
iemand aan het bed moet zitten. Men dient te zorgen dat deze mensen niet tussen de wal en het<br />
schip raken. Het is belangrijk dat een organisatievorm gevonden wordt om dit te waarborgen. Zo zou<br />
bijvoorbeeld een buddy kunnen worden ingeschakeld zodra de persoon uit coma komt. Zodra dan het<br />
lichamelijk herstel op een acceptabel niveau is, starten de eerste zes weken van vroege <strong>psychosociale</strong><br />
<strong>interventies</strong>. Bij getroffenen die brandwonden hebben opgelopen is bekend dat men in de eerste<br />
periode van fysiek herstel nog niet open staat voor <strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong>. Ook voor deze groep<br />
gaat de periode van ‘vroege <strong>interventies</strong>’ dus pas van start wanneer een acceptabel niveau van lichamelijk<br />
herstel is bereikt.<br />
Voor patiënten die in coma zijn geraakt is verder van belang dat ergens wordt vastgelegd wat er de dag<br />
van de ramp met de persoon is gebeurd. Op deze manier wordt voorkomen dat de getroffene later met<br />
veel moeite allerlei stukjes bij elkaar moet zoeken en met veel vragen en onzekerheid blijft zitten.<br />
Overweging<br />
Geef getroffenen binnen 24 uur <strong>na</strong> de ramp (of binnen 24 uur <strong>na</strong>dat ze uit coma komen) de<br />
gelegenheid hun verhaal te vertellen. Biedt hier ook <strong>na</strong> een lange periode nog gelegenheid voor.<br />
Bij getroffenen die uit een coma komen of ander ernstig lichamelijk letsel hebben opgelopen<br />
geldt dat de periode van de eerste zes weken van vroege <strong>psychosociale</strong> <strong>interventies</strong> start zodra<br />
het lichamelijk herstel op een acceptabel niveau is.<br />
Aanspreekpunt<br />
Getroffenen geven aan dat het belangrijk is om <strong>na</strong> de acute fase één aanspreekpunt te hebben waar<br />
men terecht kan met praktische vragen. Zo vertelde een van de aanwezigen dat haar ziekteverlof<br />
door haar werkgever werd ingetrokken toen ze dit verlof <strong>na</strong> de ramp bij haar familie in Suri<strong>na</strong>me<br />
doorbracht. Ze wist op dat moment niet wie ze moest bellen om dit op te lossen. Deze kwestie kostte<br />
haar veel energie en bezorgde haar extra zorgen. Als mogelijke strategie voor het organiseren van<br />
een aanspreekpunt denkt men weer aan een buddysysteem. De getroffene wordt daarbij gekoppeld<br />
aan iemand die zelf een ramp heeft meegemaakt, of zich anderszins capabel voelt. Deze persoon<br />
kan gebeld worden voor vragen. Hij hoeft niet alles zelf te kunnen beantwoorden, maar dient wel te<br />
weten waar men voor hulp terecht kan. Andere strategieën voor het creëren van een aanspreekpunt<br />
zijn een eenloketsysteem <strong>na</strong> een grootschalige ramp, of het inzetten van slachtofferhulp. Getroffenen<br />
ervaren het als een meerwaarde dat slachtofferhulp aan huis komt en flexibel inzetbaar is, waarbij<br />
men in de eerste fase desnoods elke dag kan langskomen waar<strong>na</strong> de frequentie wordt afgebouwd.<br />
Als <strong>na</strong>deel ervaren ze het feit dat je als getroffene zelf moet vragen of ze langskomen: ’Je moet als<br />
getroffene al zoveel drempels over’.<br />
Overweging<br />
Biedt getroffenen <strong>na</strong> de ramp één aanspreekpunt voor vragen en problemen. Dit kan bijvoorbeeld<br />
via een buddysysteem, een eenloketsysteem of slachtofferhulp.<br />
83