MER Buizenzone - Provincie Groningen
MER Buizenzone - Provincie Groningen
MER Buizenzone - Provincie Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Milieueffecten<br />
Bijzondere omstandigheden<br />
Een regionale factor welke invloed kan hebben op de kans op een ongeval is de bodemdaling<br />
ten gevolge van de aardgaswinning en de aardschokken die hierdoor met regelmaat in het gebied<br />
optreden. De voorzorgsmaatregelen zijn identiek aan die voor ondermeer de vele Gasunieleidingen<br />
in de regio; de leidingen zullen qua materiaal, zettinggevoeligheid en flexibiliteit aan<br />
de eisen voldoen waardoor deze tegen te verwachten bodembewegingen bestand zijn. Er is op<br />
dit punt geen verschil tussen de tracéalternatieven. Met de relevante veiligheidsdiensten wordt<br />
vastgelegd bij welke bevingsterkte de operatie van de buizenzone uit voorzorg wordt stilgelegd.<br />
Lokaal invloed kan de aanwezigheid van hoge bouwwerken die kunnen omvallen invloed hebben<br />
op de faalkans van leidingen in de buizenzone. Dit geldt bijvoorbeeld voor hoogspanningsmasten,<br />
windturbines en boor- en onderhoudstorens op NAM-locaties. Nabij alle tracés van de<br />
buizenzone zijn plaatselijk hoogspanningsmasten aanwezig (zie ook kaartbijlage B). In de<br />
Oostpolder ten zuiden van de Eemshaven (waar alle tracés van de buizenzone lopen) is daarnaast<br />
een nieuwe 380kV-hoogspanningsleiding voorzien (zie figuur 4.2). Er zijn op dit moment<br />
geen goedgekeurde rekenmethoden om het risicoverhogende effect van hoogspanningsmasten<br />
mee te berekenen. Bij de uitwerking van het voorkeurstracé zal rekening moeten gehouden met<br />
de aanwezigheid van dergelijke masten nabij het tracé (en overigens ook met de werking van<br />
de elektrische velden onder de kabels). Ten zuiden van de Eemshaven ligt tevens een zoekgebied<br />
voor de plaatsing van windturbines (zie eveneens figuur 4.2). Dit zoekgebied is relevant<br />
voor alle tracés van de buizenzone. De locatie van de turbines is niet bekend, zodat nog niet<br />
beoordeeld kan worden of de minimale veiligheidsafstanden tussen buizenzone en windturbines<br />
gehaald wordt. Bij de uitwerking van het voorkeurstracé zal rekening moeten gehouden met de<br />
eventuele aanwezigheid van windturbines nabij het tracé. Ten slotte ligt zowel het Leermenstracé<br />
als de tracés Holwierde, Holwierde Aangepast en Holwierde Extra op korte afstand<br />
van NAM-locaties waar onderhoudswerkzaamheden met behulp van boortorens van ca 40-50<br />
meter hoogte plaatsvinden. Deze torens zouden kunnen omvallen waardoor schade aan de<br />
buizenzone zou kunnen optreden. De NAM adviseert 50 meter aan te houden tot de grens van<br />
de NAM-locaties. Het betreft met name de NAM-locaties Leermens (relevant voor Leermenstracé)<br />
en Bierum (relevant voor tracés Holwierde, Holwierde Aangepast en Holwierde Extra).<br />
Zie figuur 5.3. Het risico bestaat vooral bij de NAM-locatie Bierum omdat het voorgestelde tracé<br />
daar over een grotere lengte parallel aan de locatie loopt.<br />
Figuur 5.3<br />
NAM-locaties Bierum en Leermens (paarse lijn betreft tracé buizenzone)<br />
Na de keuze van een tracé zal bij de nadere inpassing rekening worden gehouden met hoogspanningsleidingen,<br />
windturbines en boortorens op NAM-locaties. Ten aanzien van de NAMlocaties<br />
Bierum wordt voorgesteld het tracé op minimaal 50 meter van de grens van de locaties<br />
te projecteren. Hierdoor wordt voorkomen dat een omvallende boortoren op de NAM-locatie de<br />
leidingen in de buizenzone kan raken. Dit leidt tot een beperkt groter effect op de agrarische<br />
293705, revisie 01<br />
Pagina 77 van 127