MER Buizenzone - Provincie Groningen
MER Buizenzone - Provincie Groningen
MER Buizenzone - Provincie Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Milieueffecten<br />
Beoordeling<br />
De effecten op grondwaterstroming worden voor alle tracé’s die overwegend over land lopen<br />
(Leermens, Holwierde, Holwierde Aangepast en Holwierde Extra) beoordeeld als beperkt<br />
negatief (0/-).Het tracé Eems-Dollard loopt slechts over kleine afstand over land. De effecten<br />
voor dit tracé worden daarom beoordeeld als neutraal (0).<br />
5.5.2.2 Oppervlaktewater (kwantiteit)<br />
Voor alle tracés voor zover ze op land liggen geldt dat er effecten op het (binnendijks) watersysteem<br />
kunnen optreden. Uitgangspunt van de waterschappen is dat het watersysteem door<br />
de in te richten buisleidingstraat niet mag worden verstoord. Boezemkanalen en hoofdwatergangen<br />
dienen in stand te worden gehouden. Daarnaast dient het drainagestelsel te worden<br />
aangepast aan de ligging van de buisleidingstraat. Er wordt vanuit gegaan dat het drainagestelsel<br />
in een strookbreedte van in totaal 200 m wordt hersteld. In het kader van het LERonderzoek<br />
wordt dit verder onderzocht.<br />
In variant 1 worden de kleinere watergangen onderlangs gekruist. Voor de aanlegfase geldt dat<br />
onderbrekingen in de waterhuishouding (aanvoer en afvoer van water) waarschijnlijk niet volledig<br />
voorkomen kunnen worden, zodat tijdelijke negatieve effecten op de waterhuishouding kunnen<br />
optreden. In de gebruiksfase zal de gebiedsafvoer en de waterberging in principe volledig<br />
hersteld moeten zijn. Wel kan in de gebruiksfase door een calamiteit in de buizenzone de afvoer<br />
en berging tijdelijke onderbroken worden.<br />
In variant 2 (aanpassen waterhuishouding) treden de bovengenoemde effecten niet op, omdat<br />
de waterhuishouding vooraf is ingericht ten behoeve van de buizenzone. Deze inrichting vooraf<br />
heeft uiteraard wel de nodige gevolgen in een gebied rondom de geprojecteerde buizenzone<br />
(aanpassen verkaveling en slotenstructuur; zie ook effectbeoordeling landschap). Maar dankzij<br />
deze inrichting ‘vooraf’ kan bij de aanleg van nieuwe leidingen de waterafvoer en waterberging<br />
wel gewoon doorgang blijven vinden, en zullen ook in de gebruiksfase geen effecten op de waterhuishouding<br />
optreden. De enige uitzondering hierop zijn de effecten die in de gebruiksfase<br />
kunnen optreden als gevolg van ee calamiteit in de buizenzone, waardoor de afvoer en berging<br />
onderbroken kunnen worden (gelet op de ‘geïsoleerde’ ligging van de buizenzone in deze variant<br />
is deze kans echter nog veel kleiner dan bij variant 1).<br />
Beoordeling<br />
Bij de tracés die overwegend over land lopen (Leermens, Holwierde, Holwierde Aangepast<br />
en Holwierde Extra), kunnen bij uitvoering van variant 1 effecten op de waterhuishouding optreden.<br />
In variant 2 zijn deze effecten er niet, omdat de waterhuishouding dan vooraf wordt<br />
aangepast aan de buizenzone. Variant 1 is daarmee maatgevend voor de effectbeoordeling. De<br />
effecten worden beoordeeld als beperkt negatief (0/-). Het Eems-Dollard loopt slechts over<br />
kleine afstand over land. De effecten voor dit tracé worden daarom beoordeeld als neutraal (0).<br />
5.5.2.3 Waterkwaliteit<br />
Verzilting<br />
Dit effect is alleen relevant voor de tracés die overwegend over land lopen (Leermens, Holwierde,<br />
Holwierde Aangepast en Holwierde Extra). De oppervlaktewaterkwaliteit wordt beïnvloed<br />
door versnelde verticale stroming van verontreinigd grondwater of door lozing van opgepompt<br />
verontreinigd grondwater. Met verontreiniging wordt overwegend een verhoogde concentratie<br />
van chloride (en ijzer) bedoeld.<br />
De kwaliteit van het te lozen grondwater dat wordt opgepompt bij bemaling wordt gecontroleerd<br />
door het waterschap. Vóór de lozing dient een ontheffing aangevraagd te worden bij het waterschap.<br />
Het waterschap heeft gebiedsspecifieke eisen opgesteld waaraan het te lozen water<br />
moet voldoen om een negatief milieueffect op het oppervlaktewater te voorkomen. Op dit tracé<br />
zullen de belangrijkste gebiedsspecifieke eisen gesteld worden aan chloride en ijzer.<br />
Voor lozing kan het noodzakelijk zijn dat het onttrokken grondwater op enige wijze wordt gezuiverd<br />
of opgevangen. De kwaliteit van het te lozen water is daarmee niet onderscheidend voor<br />
293705, revisie 01<br />
Pagina 90 van 127