Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een maatschappelijk kwetsbare doelgroep<br />
Een geïntegreerd opleidingstraject <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong> richt zich <strong>naar</strong> een heel kwetsbare groep in de<br />
samenleving. De overgrote meerderheid van deze cursisten is recent gemigreerd <strong>naar</strong> België en in het kader daarvan<br />
worden zij geconfronteerd met heel wat problemen op het vlak van huisvesting, verblijfsstatuut, aanpassen aan de<br />
nieuwe omgeving, onderwijs <strong>voor</strong> de kinderen, inzicht krijgen in de regelgeving en sociale <strong>voor</strong>zieningen, …. Niet<br />
alleen zijn zij nieuw in België, maar bovendien zijn zij heel laaggeschoold, wat betekent dat het <strong>voor</strong> hen heel moeilijk<br />
is om de vele problemen die ze op hun weg tegenkomen aan te pakken.<br />
Als gevolg daarvan wordt het opleidingstraject meer dan bij andere groepen verstoord of beïnvloed door<br />
psychosociale, financiële of motivationele problemen. Docenten zien bij cursisten hiervan wel signalen, maar hebben<br />
onvoldoende ruimte om daarop in te gaan en de cursisten hierbij te helpen of te ondersteunen. Dit is trouwens<br />
ook de taak van de trajectbegeleider. Regelmatig overleg met de trajectbegeleider is dus noodzakelijk. Er zijn<br />
best twee vormen van overleg. Een eerste overleg is meer ad hoc en informeel: als er zich problemen <strong>voor</strong>doen bij<br />
cursisten nemen docent en trajectbegeleider contact op met elkaar om een plan van aanpak te bespreken en elkaar<br />
te informeren. Het is echter ook belangrijk om een structureel overleg in te bouwen om de cursisten voldoende<br />
op te volgen en alle noodzakelijke informatie aan alle begeleiders door te geven. Het overleg vindt plaats bij de<br />
start van de opleiding, enkele keren tijdens de opleiding en bij het einde van de opleiding onder de vorm van<br />
een cursistenbespreking. Op die manier wordt er tijd en ruimte vrijgehouden om de cursisten in al hun facetten te<br />
bespreken en optimaal te begeleiden. Bij het begin van het traject geeft de trajectbegeleider alle nodige informatie<br />
door aan de docenten zodat die van bij de start een beeld hebben van hun cursisten en daarmee rekening kunnen<br />
houden. Tijdens de opleiding wordt de trajectbegeleider op de hoogte gehouden van de vorderingen van de cursist<br />
zodat die een beeld heeft van de sterke en zwakke punten van de cursist, dit in een individueel contact met de<br />
cursist kan meenemen en al kan uitkijken <strong>naar</strong> mogelijke te<strong>werk</strong>stellingskansen <strong>voor</strong> de cursist. En op het einde van<br />
de opleiding houd je een eindevaluatie met alle betrokkenen om zo een goede aansluiting op verdere te<strong>werk</strong>stelling<br />
mogelijk te maken.<br />
Voorwaarde 1B: Organiseer structureel overleg tussen de trajectbegeleider en de docenten om de<br />
vorderingen van de cursisten regelmatig te bespreken.<br />
Een samen<strong>werk</strong>ing tussen meerdere organisaties<br />
De geïntegreerde opleidingen <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong> die in Vlaanderen georganiseerd werden, zijn<br />
telkens samen<strong>werk</strong>ingen geweest tussen verschillende organisaties. Steeds was er een centrum <strong>voor</strong> basiseducatie<br />
bij betrokken en één of meerdere opleidingscentra (<strong>VDAB</strong> en derdenorganisaties). Ook het onthaalbureau kan<br />
een belangrijke bijdrage leveren aan het geïntegreerd opleidingstraject. Een samen<strong>werk</strong>ing tussen verschillende<br />
organisaties is boeiend en biedt een grote meerwaarde omwille van de diverse expertises, organisatievormen en<br />
culturen maar veronderstelt ook heel wat overleg om de wederzijdse verwachtingen duidelijk te krijgen, om te<br />
komen tot een gemeenschappelijke visie en om correcte afspraken te maken. Een dergelijke afstemming lukt alleen<br />
maar als dit structureel is ingebouwd. Niet alleen de fysieke maar ook de organisatorische afstand kan <strong>voor</strong> heel<br />
wat misverstanden en onvoldoende communicatie zorgen wat zware gevolgen kan hebben <strong>voor</strong> de kwaliteit van de<br />
opleiding op het vlak van organisatie, inhoud van het programma en opvolging van de cursisten.<br />
Een samen<strong>werk</strong>ing tussen meerdere organisaties is ook sterk aan te raden om financiële redenen. Momenteel<br />
(2009) <strong>voor</strong>ziet de Vlaamse overheid niet expliciet in een financiële ondersteuning van dergelijke trajecten. Bekijk<br />
daarom welke organisaties vanuit hun kernopdracht een bijdrage kunnen leveren en via welke organisaties er<br />
extra ondersteuning kan komen. We denken hierbij momenteel aan het systeem van maat<strong>werk</strong> bij de centra<br />
<strong>voor</strong> basiseducatie, de inzet van trajectbegeleiders van de onthaalbureaus en het inschakelen van het Europees<br />
Integratiefonds via de huizen van het Nederlands.<br />
Voorwaarde 1C: Organiseer regelmatig overleg met de verantwoordelijken van de verschillende organisaties<br />
om duidelijke taken en verantwoordelijkheden af te bakenen en de neuzen in dezelfde richting te krijgen.<br />
21