19.11.2014 Views

Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB

Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB

Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Stap 1. Bespreek het instapniveau <strong>voor</strong> de loopbaanoriëntatie<br />

Bij gealfabetiseerde <strong>anderstaligen</strong> stromen de cursisten door <strong>naar</strong> de loopbaanoriëntatie op het einde van het<br />

basisniveau Nederlands (A1 of RG 1.1.). Aangezien <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong> het <strong>voor</strong>ziene aantal uren om dit<br />

niveau te bereiken 600 uren is, is het niet wenselijk om de loopbaanoriëntatie uit te stellen tot deze cursisten die 600<br />

uren bereikt hebben. De verantwoording hier<strong>voor</strong> lees je in hoofdstuk 2.<br />

Wat is echter een realistisch taalniveau om in het Nederlands een cursus loopbaanoriëntatie te kunnen volgen.<br />

Uiteraard hangt dit sterk af van hoe de inhoud van de cursus gegeven wordt. Aangezien we er in een geïntegreerd<br />

traject <strong>voor</strong> pleiten zo snel mogelijk met loopbaanoriëntatie en een beroepsopleiding te beginnen, spreekt het <strong>voor</strong><br />

zich dat de methodiek van de loopbaanoriëntatie moet aangepast worden aan een heel laag taalniveau.<br />

Experimenten (Analfabeten ingeburgerd aan het <strong>werk</strong>, 2006 – 2008; <strong>Traject</strong> <strong>naar</strong> <strong>werk</strong> <strong>voor</strong> <strong>analfabete</strong> <strong>anderstaligen</strong>,<br />

2009) wijzen uit dat je, mits specifieke methodieken, al heel wat kan bespreken met cursisten die een viertal<br />

mondelinge modules van het leertraject <strong>voor</strong> alfa-cursisten in de basiseducatie achter de rug hebben. Mondeling<br />

hebben deze cursisten reeds een heel beperkt taalniveau bereikt, maar schriftelijk staan zij nog nergens. Dit betekent<br />

dus dat je in de loopbaanoriëntatie geen gebruik kan maken van schriftelijk materiaal. Ook het mondelinge taalniveau<br />

is lager dan in de standaardgroepen loopbaanoriëntatie. Uiteraard is het niet eenvoudig om complexe zaken zoals<br />

“wat kan ik, wat wil ik, wat moet ik kunnen <strong>voor</strong> een specifiek beroep” te bespreken met een beperkte taalvaardigheid,<br />

maar visualisering en concretisering aan de hand van <strong>voor</strong>beelden kan heel veel verduidelijken. Verder is een herhaling<br />

van de essentie in een individueel gesprek met een trajectbegeleider in de eigen taal (cfr. onthaalbureau) een grote<br />

meerwaarde. De cursisten kunnen dan in hun eigen taal reflecteren, nuances aanbrengen en vragen in de diepte<br />

stellen. De loopbaanoriëntatie is immers cruciaal <strong>voor</strong> een goede start van de beroepsopleiding. We kunnen dit<br />

individueel gesprek daarom sterk aanbevelen.<br />

Het instapniveau van de loopbaanoriëntatie wordt uiteraard <strong>voor</strong>al bepaald door het eindniveau van het <strong>voor</strong>traject,<br />

maar het is belangrijk om bovenstaande overwegingen <strong>voor</strong> beide onderdelen (<strong>voor</strong>traject en loopbaanoriëntatie) te<br />

laten meespelen bij de beslissing.<br />

Stap 2. Breng in kaart welke opleidingen in de regio toegankelijk zijn <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong><br />

De inhoud van de loopbaanoriëntatie zal sterk afhankelijk zijn van het specifieke aanbod in de regio dat toegankelijk<br />

is <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong>. Immers, indien er geen specifiek aanbod is, en alle beroepsgerichte opleidingen<br />

van de <strong>VDAB</strong> en derden als instapniveau richtgraad 1.2. vragen, wat nog steeds bij het overgrote aanbod gebeurt, dan<br />

heeft een loopbaanoriëntatie <strong>voor</strong> laaggeletterde <strong>anderstaligen</strong> in het begin van hun traject weinig of geen zin. De<br />

enige boodschap die je dan kan geven is Nederlands te volgen tot ze richtgraad 1.2. min of meer bereikt hebben (in<br />

totaal 1.000 uren) en vaak betekent dit minimum twee jaar het aanbod van basiseducatie volgen. Het is dus van groot<br />

belang om op <strong>voor</strong>hand alle mogelijkheden duidelijk in kaart te brengen, zowel binnen als buiten de <strong>VDAB</strong>, en indien<br />

nodig een aantal specifieke initiatieven te nemen om de mogelijkheden <strong>voor</strong> de doelgroep uit te breiden.<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!