Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Traject naar werk voor analfabete anderstaligen - Partners - VDAB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hieruit volgen een aantal tips die de taaldocent aan laaggeschoolde <strong>anderstaligen</strong> kan integreren in zijn lessen: geef<br />
niet steeds centraal les. Voorzie daarnaast ook voldoende oefenmomenten waarbij de cursist in een zo authentiek<br />
mogelijke setting taalhandelingen kan uitproberen. (Nederlands leer je immers door Nederlands te spreken). Speel<br />
in op de ervaringsgerichte leerstijl van de cursisten. Vertrek van het hier en nu. Houd de inhouden van je les heel<br />
concreet en aanschouwelijk. Vermijd theorie, abstracte zaken en expliciet taalonderwijs (zoals grammatica).<br />
Al doende leren, is ook in onze casus het uitgangspunt. De taaldocent draagt zelden centraal haar kennis over.<br />
De cursisten bouwen actief de eigen kennis op: Ze schatten, wegen en controleren hoeveelheden. Ze denken<br />
<strong>voor</strong> zichzelf na wat er wel en niet in brood zou kunnen zitten. Theorie komt niet aan bod. De taaldocente legt<br />
bij<strong>voor</strong>beeld niet uit welke ingrediënten tijdens het bakken <strong>voor</strong> het rijzen van het brood zorgen.<br />
Deze tips komen <strong>voor</strong>t uit een specifieke vorm van taalonderwijs die we hier willen vermelden: content-based language<br />
learning. Bij deze aanpak staat de inhoud van wat er gezegd, beluisterd, gelezen of geschreven wordt, centraal.<br />
De taal zelf (=de vorm) is slechts een vehikel om die inhoud over te brengen. Daarin verschilt deze aanpak van de<br />
communicatief-functionele methode waar de focus toch blijft liggen op de te leren taal en niet op het onderwerp zelf.<br />
Het doel van de activiteit ligt bij de content-based approach buiten de taal. Doordat de deelnemers op de inhoud<br />
gericht zijn, zijn ze met iets bezig wat hen interesseert, met wat er <strong>voor</strong> hen toe doet, wat <strong>voor</strong> hen van essentieel<br />
belang is. De taalverwerving verloopt dan minder expliciet, minder kunstmatig en ligt hierdoor veel meer in de lijn van<br />
een natuurlijk taalverwervingsproces.<br />
De cursisten in onze casus zijn <strong>voor</strong> hun gevoel bezig met brood te leren bakken, niet met Nederlands te leren.<br />
Dat laatste doen ze natuurlijk wel. Nederlands leren is het hoofddoel van de bijeenkomst maar is<br />
zelden de expliciete focus. Enkel tijdens de TPR (Wijs <strong>naar</strong> ‘water’, leg ‘bloem’ naast ‘boter’) is dit wel het geval.<br />
De taalverwerving gebeurt meestal impliciet. De cursisten zijn gericht op hoe ze brood moeten bakken, terwijl<br />
pikken ze een aantal taalhandelingen op. De focus van de taaldocent ligt hierbij op de betekenis van wat gezegd<br />
wordt, niet op de vorm. Vormcorrectheid (grammatica, uitspraak, …) wordt niet nagestreefd.<br />
45