Dijkverlegging Cortenoever - Gemeente Brummen
Dijkverlegging Cortenoever - Gemeente Brummen
Dijkverlegging Cortenoever - Gemeente Brummen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Zone<br />
Verwachtingswaarde<br />
Ondergrond <strong>Cortenoever</strong> AW 2000<br />
Dijk <strong>Cortenoever</strong> AW 2000<br />
Conclusie<br />
Op grond van bovenstaande verwachtingen in relatie tot de voorgestane ontwikkelingen kan worden<br />
aangenomen dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor dit bestemmingsplan.<br />
5.7 Water<br />
5.7.1 Algemeen<br />
Met de uitvoering van het bestemmingsplan worden ingrepen gedaan die invloed hebben op het grond- en<br />
oppervlaktewatersysteem. Het betreft de dijkverleggingen zelf, verlagingen van de huidige dijk en<br />
vergravingen nabij de in- en uitstroomopeningen. Voor het definitieve ontwerp van is een (geo)hydrologisch<br />
onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de maatregelen op de grondwaterstand, kwelflux en de afvoer van<br />
watergangen. Daarnaast is het oppervlaktewatersysteem in de plangebieden getoetst voor verschillende<br />
omstandigheden. Het onderzoek is in bijlage (Geo)Hydrologie bij dit bestemmingsplan opgenomen. In deze<br />
paragraaf worden de uitkomsten weergegeven.<br />
Door deze ingrepen kunnen hogere of lagere grondwaterstanden optreden, welke weer effecten kunnen hebben<br />
op de landbouw, natuur en bebouwing. De veranderingen in het watersysteem kunnen positieve en negatieve<br />
effecten hebben. Of een verandering in de grondwaterstand positief of negatief is, hangt af van de functie in<br />
een gebied. Deze functies en het effect van de ingreep erop zijn in andere SNIP 3- basisrapporten ten behoeve<br />
van het MER nader onderzocht. Daarmee biedt dit onderzoek tevens een basis voor de effectbeschrijving van<br />
het watersysteem en daarmee samenhangende benodigde mitigerende maatregelen in het kader van het MER.<br />
Voor meer informatie over de beoordeling van het nieuwe watersysteem ten opzichte van de huidige situatie<br />
wordt verwezen naar paragraaf 5.2.4.<br />
5.7.2 Regionale effecten<br />
Belangrijk is het om hierbij het regionale karakter van het grondwatermodel te benadrukken. Door de lokale<br />
diversiteit kan het effect lokaal verschillen. De uitkomsten iut het onderzoek gelden op regionale schaal en zijn<br />
een gemiddeld effect.<br />
5.7.3 Grondwaterstanden<br />
Binnen de vergravingscontouren van de uiterwaarden <strong>Cortenoever</strong> en Voorsterklei leiden de ingrepen tot een<br />
vernatting. Hoewel in sommige delen de grondwaterstand lager wordt dan in de huidige situatie, zorgt de<br />
verlaging van het maaiveld dat de ingrepen ervaren worden als vernatting. Delen van het te vergraven gebied<br />
staan jaarrond onder water. In de Voorsterklei zijn strangen gecreëerd die permanent water voeren. De<br />
overige vergraven delen staan een deel van het jaar, met name in de winter, onder water. Tijdens een extreem<br />
hoogwater is er sprake van hogere grondwaterstanden binnendijks van <strong>Cortenoever</strong> en Voorsterklei.<br />
5.7.4 Afvoer en kwel<br />
In een gemiddelde situatie blijft binnen het plangebied hetzelfde oppervlaktewaterregime gelden. Door<br />
dezelfde peilen te hanteren veranderen de afvoerfluxen minimaal. Tijdens een extreem hoogwater is er een<br />
sterke toename van inzijging en afvoer van water in de overstroomde delen. Ook in het binnendijks gebied<br />
neemt de afvoer van de watergangen toe. Dit is een minimale toename waarbij de normale afvoernorm niet<br />
wordt overschreden.<br />
5.7.5 Oppervlaktewater<br />
Uit het onderzoek blijkt dat zowel <strong>Cortenoever</strong> als Voorsterkleibinnen drie weken na het passeren van de<br />
hoogwatergolf weer toegankelijk zijn. De oppervlaktewaterstanden zijn dan nagenoeg weer op het streefpeil.<br />
Binnen 12 weken na het passeren van de hoogwatergolf is normaal landgebruik in het gebied weer mogelijk. Er<br />
zijn twee deelgebieden binnen <strong>Cortenoever</strong> en Voorsterklei, waarvan niet zeker is of normaal landgebruik na<br />
12 weken mogelijk is. Dit komt omdat deze deelgebieden laagtes zijn die niet middels ontwateringsmiddelen<br />
zijn aangesloten op het oppervlaktewatersysteem.<br />
Bestemmingsplan <strong>Dijkverlegging</strong> <strong>Cortenoever</strong> 89