Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
zijn 'helem aal' onregelmatig. <strong>De</strong> lijst is niet uitputtend: uitgangspunt w as het<br />
schriftelijke enquêtemateriaal. Ontbraken daarin <strong>van</strong> bepaalde werkwoorden enkele<br />
stamtijden, dan zijn die m ondeling afgevraagd. Ook zijn de aantekeningen <strong>van</strong> de heer<br />
Martens (m.n. zijn beknopte woordenlijst) ernaast gelegd. Bovendien zijn enkele veel<br />
voorkomende onregelmatige werkwoorden toegevoegd.<br />
<strong>De</strong> verleden deelwoorden <strong>van</strong> m agen 'm ogen' en zöllen 'zullen' werden in het<br />
schriftelijke materiaal niet gevonden en kwamen er bij navraag niet uit. <strong>De</strong> vormen die<br />
hieronder zijn vermeld, zijn, met de vraagtekens, ontleend aan het materiaal <strong>van</strong><br />
Martens. Vermoedelijk wordt het verleden deelwoord <strong>van</strong> deze werkwoorden in het<br />
Ommer <strong>dialect</strong> nauwelijks gebruikt.<br />
W aogen ‘w agen’ en vluiken 'vloeken' zijn zwakke werkwoorden, maar hebben in de 3e<br />
pers. enk. o.t.t. klinkerwisseling, resp. w ogen vlok. Bij navraag in <strong>Ommen</strong> bleek vlu:ken<br />
bovendien een verleden deelwoord met klinkerwisseling te hebben: evlökken.<br />
Vrijwel helemaal onregelmatig zijn:<br />
brengen 'brengen' - brengt - braeh - brach(t)en - ebrach<br />
denken 'denken' - denkt - dach - dach(t)en - edach<br />
doen 'doen' - dut/döt - deud/deed - deuden/deden - edaon<br />
kopen 'kopen' - koch - koch/kochen - koehen - ekoch<br />
zu:ken 'zoeken' - zöeh - zöeh - zöchen - ezöeh (Martens geeft voor de 3e persoon enk.<br />
o.v.t. naast zöeh ook zöchen)<br />
gaon 'gaan' - giet - gönk/gunk - göngen/gungen - egaon (Martens noteerde in giet en<br />
stiet een lange ie)<br />
staon 'staan' - stiet - steund/stund - steunen - estaon<br />
zeggen 'zeggen' - zeg - zee - zeien - ezeg<br />
ebben 'hebben' - e f - ad - adden - e-ad<br />
können 'kunnen' - (ik) kan - (i'j) kont - (ie) kan - kón - kónnen - ekönd<br />
m agen 'm ogen' - m ag - m óch - m óchen - emag/emeugen (?)<br />
mudden/mutten 'm oeten' - (ik) mudde - (ie) mut - m ós - m óssen - emut<br />
weten 'w eten' - w eet/wit- w u s - wussen - eweten (Martens gaf voor de 3e pers. enk.<br />
o.t.t. naast weef ook w/fop; ik hoorde bij navraag weef)<br />
willen 'w illen' - wil - wol - wollen - ewild<br />
zöllen 'zullen' - zal - zol - zollen - ezöld(?)<br />
66