Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
Het dialect van Ommen - De Taal van Overijssel
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In tegenstelling tot het Twents heeft het <strong>dialect</strong> <strong>van</strong> <strong>Ommen</strong> slechts één vorm <strong>van</strong> het<br />
betrekkelijke voornaam woord 'die', nl. den:<br />
<strong>De</strong>n zwarten gevel (m.)(...) den oons nog zo goed eugt. ‘Die zwarte gevel, die wij ons nog<br />
zo goed herinneren' (Makkinga 1993: 15).<br />
... an Hendek Nentjes, den met zien U rkerV is-andel... 'aan Hendrik Nentjes, die met zijn<br />
Urker Vishandel...' (t.a.p.).<br />
(...) 'n grote tasse (v.) (...) den zo zw oor as lood is.'(...) een grote tas, die zo zw aar is als<br />
lood' (Makkinga 1985: 2).<br />
Merietje, den vlak veur Gratsie zat, (...) 'Marietje, die vlak voor Gratsie zat (...)<br />
(Makkinga 1989: 17).<br />
Bij een meervoudig antecedent wordt die gebruikt, maar ik trof ook een keer den aan:<br />
(...) waren 't de olde O m m erden ‘m redden, (...) 'waren het de ‘olde Om m er’ die hem<br />
redden...' (Makkinga 1994: 3).<br />
(...) akelig lakkere draankies, (...), die e zelf m aakt (...) 'akelig lekkere drankjes, die hij zelf<br />
m aakt' (Makkinga 1993: 16).<br />
(...) een paar aolde m ensen die w ij (...) nu:men 'een paar oude mensen die wij (...)<br />
noem den' (t.a.p.).<br />
<strong>Het</strong> betrekkelijke voornaam woord 'dat' is in het Ommer <strong>dialect</strong> dat:<br />
N ow zit ik nog met een stukkie dat ik niet precies kan plaatsen. 'N u zit ik nog met een<br />
stukje dat ik niet precies kan plaatsen' (t.a.p.).<br />
(...) iets dat w ij as volm aakt beschouw t (...) 'iets dat wij als volm aakt beschouwen'<br />
(Makkinga 1985: 2).<br />
Voor 'dat' wordt echter ook wel den aangetroffen:<br />
‘n Jonk kattie den as völle in d'aande wordt enöm men (...) 'Een jong katje dat veel wordt<br />
opgetild (...)'.<br />
'n Oordig opgewekt jóggie, den em blijankik. "n Aardig opgewekt jongetje, dat haar blij<br />
aankijkt' (Makkinga 1989: 22).<br />
'n M èènse (o.) den der wat goor b ij löp. 'Een vrouw die er wat smerig bij loopt'.<br />
Kennelijk wordt de vorm <strong>van</strong> het betrekkelijke voornaam woord hier bepaald door het<br />
natuurlijke geslacht <strong>van</strong> het zelfstandige naamwoord (kattie en mèènse v., joggie m.)<br />
en niet door het grammaticale geslacht (o.).<br />
75