06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 435 7<br />

en kleiafzetting (na circa 250 v.Chr.). De sedimentatie van dit dek (Kl-2) is vermoedelijk<br />

begonnen toen nog mensen actief waren in de Vergulde Hand-West. Een takkenpad (pad<br />

01) in vondstzone 07 is namelijk gedeeltelijk op de eerste kleiafzettingen van de<br />

overstroming aangelegd. Ook is op grote schaal klei in het veen getrapt. In een later<br />

stadium van de kleiafzetting is zelfs nog een klein knuppelpad (pad 03) aangelegd. Deze<br />

vernatting sluit de bewoning uit de Midden- en Late IJzertijd af en heeft in de hele<br />

Vergulde Hand-West een kleidek achtergelaten.<br />

4.4 LATE IJZERTIJD EN ROMEINSE TIJD<br />

Het landschap waarin de menselijke activiteit in de Late IJzertijd en Romeinse tijd<br />

plaatsvond, ontstond vermoedelijk vanaf 200 v.Chr. uit de overstromingen die volgen op<br />

de activiteitenfase van de Midden- en het begin van de Late IJzertijd. Aanvankelijk wordt<br />

onder invloed van deze overstromingen klei (Kl-2) afgezet. In vondstzone 01 volgt dan<br />

een fase met veengroei (Hv-2). Deze fase ontbreekt in de vondstzones 07 en 08. Hier lijkt<br />

sprake van continue kleiafzetting (Kl-2.15). Mogelijk begon de verlanding van dit deel<br />

van de Vergulde Hand-West pas later. Dan volgt een fase met een regelmatig<br />

terugkerende klei-overslibbing (C-1). Deze overslibbing gaat mogelijk door tot in het<br />

eerste kwart van de 1e eeuw n.Chr. Vanaf de 1e eeuw v.Chr. wordt het gebied<br />

ogenschijnlijk wel weer met enige regelmaat bezocht en gebruikt door mensen. Tot in de<br />

3e eeuw n.Chr. lijkt er geen sprake meer van bodemvorming en sedimentatie.<br />

De eerste menselijke activiteiten beginnen in de Vergulde Hand-West in de 1e eeuw<br />

v.Chr. Verspreid in het gebied zijn enkele palen vastgesteld en in de vondstzones 01 en<br />

09 stonden tevens twee kleine gebouwen uit deze eeuw. In de loop van de 1e eeuw n.Chr.<br />

wordt het terrein ook voor bewoning gebruikt. In vondstzone 01 is een deel van een<br />

nederzettingsterrein opgegraven. In vondstzone 09 zijn palen en wat aardewerk uit deze<br />

tijd vastgesteld. Nadat de nederzetting in vondstzone 01 is opgegeven, wordt op het<br />

voormalige nederzettingsterrein een greppelsysteem (verkaveling 01) aangelegd.<br />

Vermoedelijk is verkaveling 02 van de vondstzones 07 en 08 in dezelfde tijd aangelegd.<br />

Het gebruik van deze systemen wordt in de 2e en 3e eeuw n.Chr. geplaatst.<br />

De verkavelingen 01 en 02 zijn de belangrijkste contexten van het macrobotanische<br />

onderzoek naar de hoofdperiode Late IJzertijd en Romeinse tijd. Zes van de tien monsters<br />

(tabel 1) zijn afkomstig uit de greppels van deze verkavelingen. De verkavelingen zijn<br />

waarschijnlijk in het begin van de 2e eeuw n.Chr. aangelegd. Enkele greppels zijn tijdens<br />

het veldonderzoek over zeker 100 m gevolgd en moeten oorspronkelijk tot ver buiten de<br />

vondstzones 01, 02, 07 en 08 zijn uitgelegd. De veldsystemen hebben een langere tijd<br />

gefunctioneerd, want tijdens het gebruik zijn greppels toegevoegd en enkele opnieuw<br />

uitgegraven. De verkavelingen behoren tot een type dat in Midden-Delfland op<br />

verschillende plaatsen is aangetoond. 15 Voor het macrobotanische onderzoek naar deze<br />

veldsystemen spelen twee vraagstellingen een belangrijke rol. In de eerste plaats wordt<br />

onderzocht of sprake was van een gereguleerde waterhuishouding die in verbinding stond<br />

met een (getijden) krekensysteem. In de tweede plaats wordt het gebruik van de velden in<br />

de verkaveling voor akkerbouw en/of veeteelt onderzocht.<br />

In de laat-Romeinse tijd overstroomt het gebied en wordt klei (Kl-2) afgezet. Ook de<br />

greppels van de verkavelingen slibben dicht. De overstromingen moeten een geleidelijk<br />

karakter hebben gehad, want er zijn geen noemenswaardige aanwijzingen voor erosie in<br />

de vorm van verspoeling vastgesteld. Door de kleiafzetting zijn de oudere bodemlagen<br />

plaatselijk wederom gaan zakken. Dit verschijnsel is vooral waarneembaar in het<br />

noordwestelijke deel van de vondstzone. Hierdoor bestaat een aanzienlijk verschil in<br />

dikte van het pakket. Aan het einde van de laat-Romeinse tijd gaat op het kleisediment<br />

een bosveen groeien.<br />

15 Van Londen 1995.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!