06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 435 38<br />

kunnen zijn voor de lokale milieuomstandigheden in de greppel. Een voorzichtige<br />

conclusie is dat de milieuomstandigheden in en vlak langs erfgreppel 01 dezelfde waren<br />

als in erfgreppel 02. Resten van elzen zijn echter niet in de pot uit erfgreppel 01<br />

gevonden. De houtskoolfragmenten in de pot kunnen iets met het vroegere gebruik ervan<br />

te maken hebben gehad.<br />

In het monster uit de leeflaag (01.0522) zijn vooral resten van planten uit<br />

storingsmilieus en oever- en moerasplanten gevonden. Daarnaast zijn grote brandnetel,<br />

blaartrekkende boterbloem en greppelrus goed vertegenwoordigd. Het monster lijkt een<br />

vegetatie te vertegenwoordigen van een verstoord veenoppervlak dat sterk verrijkt is met<br />

voedingstoffen (afval, mest). Een bijzondere vondst is een vruchtje van late stekelnoot<br />

(Xanthium strumarium). Van deze plant wordt verondersteld dat zij oorspronkelijk<br />

afkomstig is uit Midden- en Klein-Azie. Lang heeft het idee bestaan dat de plant door<br />

menselijke activiteit (als akkeronkruid tussen cultuurgewassen) in Midden- en West-<br />

Europa terecht is gekomen. In deze optiek zouden vondsten van late stekelnoot in<br />

Midden- en West-Europa dus wijzen op menselijke activiteit. Brinkkemper & Kuijper<br />

hebben echter aannemelijk gemaakt dat de plant op natuurlijke wijze via rivierwater in<br />

onze streken is terecht gekomen. Uit het huidige beeld dat over de<br />

verspreidingsgeschiedenis van late stekelnoot bestaat, blijkt dat de plant vanaf de<br />

Midden-IJzertijd in ons land voorkomt. 46 In dit opzicht is de vondst van late stekelnoot<br />

dus geen bijzonderheid. Het is mogelijk dat de vruchten via rivierwater in de Vergulde<br />

Hand-West terecht zijn gekomen. Mogelijk maakte de plant ook deel uit van de (semi)-<br />

natuurlijke vegetatie in de omgeving van de monsterlocatie. Het moet dan echter om<br />

plaatsen gaan zonder een dicht vegetatiedek. Late stekelnoot heeft een voorkeur voor<br />

open, zandige plekken (strandjes) aan rivieroevers. Als de vegetatie zich sluit, verdwijnen<br />

de planten. Behalve dat de vruchten zich dus goed verspreiden met rivierwater, is de plant<br />

ook gespecialiseerd in verspreiding door zoogdieren. Door de vele van weerhaken<br />

voorziene stekels op de vruchten (zie figuur 12) blijven deze makkelijk in de vacht van<br />

zoogdieren zitten. Het is daarom ook denkbaar dat de vruchten met vee op het<br />

nederzettingsterrein terecht zijn gekomen.<br />

Figuur 12 Recent vruchtje van late stekelnoot (Xanthium strumarium) (© Groningen Instituut voor<br />

Archeologie).<br />

In de monsters uit de primaire vullingen van de greppels uit de verkavelingen 01 en 02<br />

zijn relatief veel resten gevonden van eenjarige stikstofliefhebbers. Dat zijn uitstaande<br />

en/of spiesmelde (Atriplex patula/prostrata), gekroesde melkdistel (Sonchus asper),<br />

zwarte en beklierde nachtschade (Solanum nigrum), perzikkruid (Persicaria maculosa),<br />

46 Brinkkemper & Kuijper 1993; Brinkkemper & De Ridder 2000.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!