You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BIAXiaal 288 16<br />
3.3.2 Fruit, zuidvruchten en noten<br />
In de beerput is een enorme hoeveelheid resten van fruit gevonden. Veel fruitsoorten die<br />
in de vorige bewoningsfase populair waren, zijn ook in de 14 e /15 e eeuw nog populair. Dat<br />
zijn bijvoorbeeld hazelnoten, vijgen, aardbeien, pruimen en druiven (of krenten/rozijnen).<br />
Van appels, peren en kersen zijn aanzienlijk meer resten gevonden dan in de vorige<br />
fase. Dat kan betekenen dat deze fruitsoorten populairder zijn geworden.<br />
Van pruimen zijn in de monsters uit de 14 e /15 e eeuw een paar nieuwe soorten<br />
gevonden. Het gaat om de ‘soorten’ GRO-2 en GRO-13. De pitten van het type GRO-2<br />
zijn identiek aan het door de Duitse onderzoeker Behre beschreven Formenkreis A. 49<br />
Pruimenpitten van dit type zijn veel gevonden in vroegstedelijke contexten in Noord- en<br />
Centraal Duitsland, Nederland en Frankrijk. Hieruit kan worden afgeleid dat deze<br />
pruimen in een groot deel van Europa populair waren.<br />
De pitten van het type GRO-13 hebben dezelfde vorm als de pitten van een oud<br />
pruimenras dat hier en daar nog wel in ons land kan worden gevonden: het smal<br />
boerenblauwtje. Het gaat om een kleine, blauwe pruim met een diameter van ca. 2,5 cm.<br />
Verder is een groot aantal pitten gevonden van een kroosjespruim (Prunus domestica<br />
subsp. insititia) die niet nader kon worden geïdentificeerd. De pruim van het type GRO-9<br />
was ook in de vorige fase al aanwezig.<br />
Nieuwe fruitsoorten in de 14 e /15 e eeuw zijn zwarte moerbei (Morus nigra), veenbes<br />
(Oxycoccus palustris), aalbes (Ribes rubrum) en granaatappel (Punica granatum).<br />
Van granaatappel zijn enkele pitten gevonden. Granaatappels zijn oorspronkelijk<br />
afkomstig uit West-Azië en Noordoost-India, maar worden al vanaf de Klassieke<br />
Oudheid in het Middellandse-Zeegebied verbouwd. Van hieruit werden ze naar<br />
Noordwest-Europa geëxporteerd. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat granaatappels,<br />
vroeger o.a. appelen van garnaten (appels uit Granada) genoemd, vanaf de 15 e eeuw in de<br />
Nederlanden verkrijgbaar waren. 50 Granaatappels hadden waarschijnlijk een grotere<br />
betekenis als religieus symbool dan als voedingsmiddel. Als oorspronkelijk<br />
vruchtbaarheidssymbool (vanwege het grote aantal zaden) was de granaatappel zowel een<br />
huwelijkssymbool als een belangrijk religieus symbool, waarbij de opengelegde vrucht de<br />
innerlijke eenheid van de kerk en de zaden de gelovigen uitdrukken. De pitten werden in<br />
de 16 e eeuw onder andere als garnering op appelkoek gebruikt. 51 De schillen werden<br />
gebruikt om samen met venkelzaad en honing gorgelwater te maken. 52 Het is moeilijk aan<br />
de hand van de gevonden zaden de kwaliteit van de gegeten granaatappel(s) te<br />
beoordelen, maar in principe behoren de vruchten tot de relatief dure producten die tot op<br />
dit moment alleen in rijke sociale context zijn aangetroffen. 53<br />
Ook de vondst van de aalbessen is bijzonder, want deze bessen worden pas in de 16 e<br />
eeuw populair.<br />
De veenbessen kunnen in de omgeving van de stad verzameld zijn of op een locale<br />
markt gekocht zijn. Volgens Lindemans worden de bessen door ‘schamele lieden’ in de<br />
bossen verzameld. 54 Dit hoeft uiteraard niet te betekenen dat de vroegere bewoners van de<br />
Prinsenhof ‘schamele lieden’ waren die zelf de bossen introkken om bessen te plukken.<br />
Ongetwijfeld waren de bessen in de Late-Middeleeuwen op de markt van Brugge te koop.<br />
De bramen zijn zonder twijfel ook in de omgeving van de stad verzameld, maar<br />
kunnen eveneens op de markt zijn gekocht.<br />
Zwarte moerbei is oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied, maar de<br />
bomen werden al vanaf de Late Middeleeuwen in de Nederlanden aangeplant. Volgens<br />
Lindemans behoort de moerbei tot het 'luxe fruit' en werd de boom niet aangeplant in<br />
49 Behre 1978.<br />
50 Baudet 1904, 111, 113, 114; Sangers 1952, 43.<br />
51 Jansen-Sieben & Van Winter 1989, 84.<br />
52 Jansen-Sieben & Van Winter 1989, 143.<br />
53 Cooremans 1996, Raversijde en Mechelen, Brugge ongepubliceerd.<br />
54 Lindemans 1952 (II), 207.