Dengue bestrijd je beter met dehulp van dorpelingenIndien ze juist gebruikt worden, houden met insecticide behandelde gordijnen muggenbuiten. Bednetten werken niet zo goed tegen de muggen die dengue overbrengendan tegen malaria-muggen, omdat de dengue-muggen ook overdag actief zijn.Dengue is een tropische virusziekte die koorts en spierpijnen veroorzaakt, met soms dodelijkecomplicaties, ook bij toeristen. Ze rukt wereldwijd sterk op, door klimaatverandering, reizen eninternationale handel. Er is geen specifiek geneesmiddel of vaccin tegen, en de enige maatregel die echtzoden aan de dijk zet, is bestrijding van de muggen die het virus overbrengen – hoofdzakelijk Aedesaegypti. Omdat de broedplaatsen van de muggenlarven verstrooid liggen over dorpen en landschappen,is medewerking van de plaatselijke gemeenschappen daarbij een belangrijke factor.Verschillende bestrijdingsstrategieën hebben bewezen te werken – in gecontroleerde omstandigheden.In de echte praktijk wil dat wel eens tegenvallen, wegens praktische en culturele factoren. Mensenwijzigen hun gedrag niet zo gemakkelijk, en zeker niet blijvend. De gordijnen worden wel eens oneigenlijkgebruikt, bijvoorbeeld als visnet. Muggenlarven etende visjes in opslagtanks voor huishoudelijk waterworden niet door iedereen zomaar aanvaard.In gezamenlijk onderzoek met partners in Cuba toonden we aan dat beheer van watervergaarbakken enandere broedplaatsen voor muggen beter werktals je de plaatselijke bevolking erin betrekt. Die isbereid om extra inspanningen te doen bovenophet bestrijdingsprogramma van de overheid, engaat daar ook mee door als het onderzoeksprojectis afgelopen. Die lange-termijneffecten makenmedewerking van de bevolking effectiever éngoedkoper.In Venezuela en Thailand documenteerden wesamen met plaatselijke onderzoekers hoe belangrijkculturele factoren kunnen zijn: de overgrotemeerderheid van de bevolking was bereid om metinsecticide behandelde gordijnen te gebruiken,maar slechts 1 op 5 accepteerde gaasdeksels voorwatertonnen.Medewerking krijg je niet zomaar. De insecticidegordijnenmochten dan ‘langlevend’ zijn, hungebruik was dat niet. De mensen stopten geleidelijkmet ze te gebruiken zoals het hoorde. Om zeecht effectief te laten zijn, heb je begeleidendepromotiecampagnes nodig, en die kosten ook geld.Met insecticide behandelde gordijnen bieden – indiengoed gebruikt – bescherming tegen de muggen.Bednetten zijn niet voldoende, omdat de denguemuggen,in tegenstelling tot de malariamuggen, ooksteken op uren dat de mensen nog niet in bed zijn.40 | ONDERZOEK
Verspreiders van blauwtong krijgen een naamOnze diergeneeskundigen hebben een techniek ontwikkeld waarmee knutten, dekleine steekvliegjes die blauwtong verspreiden, vlot en betrouwbaar geïdentificeerdkunnen worden. Tot nu toe was dat een probleem. Hun techniek helpt om beter tebegrijpen hoe de ziekte zich verspreidt, en hoe we ze onder controle kunnen krijgen.Blauwtong is een virusziekte die vooral schapen treft, maar ook runderen en andere herkauwers. Ze is nietgevaarlijk voor mensen, maar veroorzaakt wel grote economische schade. Tot een paar jaar geleden kwam deziekte bij ons niet voor, omdat men dacht dat enkel tropische knuttensoorten het virus konden overbrengen,en omdat het virus zich in knutten enkel kan vermenigvuldigen bij temperaturen boven 15°C, en liefst hoger.Maar in 2006 was er ook bij ons een uitbraak. En eenmaal het virus er was, bleken onze lokale knuttensoortenhet ook te kunnen overbrengen.Er zijn heel wat soorten knutten, en het is met klassieke middelen haast ondoenlijk om bepaalde soorten vanelkaar te onderscheiden. Je moet ze onder een microscoop stoppen en minieme details gaan meten zoals degrootte van het geslachtsdeel. Specialistenwerk, en dan nog. Maar als je niet precies weet welke knutten deziekte verspreiden (ruwweg 1 soort op 4), weet je ook niet precies waar het grootste risico op verspreiding is,noch waar je best aan knuttenbestrijding gaat doen – die kleine vliegjes daar boven die modder, moet ik daarnu bang van zijn of niet? En als je de bestrijding efficiënter en milieuvriendelijker wilt aanpakken, zul je tochmoeten weten wie je nu precies bestrijdt, en wie niet.Daarom ontwikkelden we een eenvoudige en goedkope moleculaire identificatietechniek, waarmee knutten –Culicoides, in biologenlatijn – in het laboratorium met 100% zekerheid te herkennen zijn. We concentreerdenons op de meest voorkomende soorten: Culicoides obsoletus, C. scoticus, C. chiopterus en C. dewulfi, maar detechniek kan meer dan twintig soorten herkennen die in België aanwezig zijn. Tests om de techniek ook oplarven toe te passen lijken beloftevol. Tot nu toe is er geen manier om de larven uit elkaar te houden.Onze vorsers maakten een ‘genenchip’, microarray in het jargon, een glasplaatje waarop stukjes DNA bevestigdzijn die typerend zijn voor elke knuttensoort. Het kost uiteraard een hoop gezoek om die typerende stukjes tevinden, maar eenmaal je ze gevonden hebt (in dit geval werd het ITS1-gen gebruikt), kun je die verschillendestukjes DNA netjes naast elkaar op een glasplaatje aanbrengen. Zo’n plaatje kan tientallen verschillende stukjesDNA bevatten, allemaal op een welgekende positie. Wanneer je het glasplaatje nu bespoelt met DNA dat je uitje onbekende knut gehaald hebt – een routinejob in deze moderne tijden – dan zullen identieke DNA-stukjeselkaar herkennen en aan elkaar blijven kleven. Dat leidt weer tot een blauwe kleurreactie op die plaats. Je kuntmet het blote oog aan het patroon van kleurvlekjes zien van welke knut, of knutten, het DNA was. Een taak dieje bovendien kunt automatiseren.In tegenstelling tot andere moleculaireidentificatietesten, is deze test zeer specifiek en kande aanwezigheid van meerdere soorten tegelijkaangetoond worden. Hij zal in elk geval helpenknuttensoorten te herkennen die je moeilijk onderde microscoop kan determineren. En hij werkt.Toen het Franse CIRAD (Centre de CoopérationInternationale en Recherche Agronomiquepour le Développement) een reeks Europeselaboratoria testte om te zien wie in staat was omvier knuttensoorten moleculair te identificeren, washet ITG het enige instituut dat drie maal alle stalenvolledig correct kon toewijzen.Knutten of Culicoides zijn beduidend kleiner dan eenklassieke huismug. In het Engels heten ze beeldend ‘no-seeums’.ONDERZOEK | 41